NA GEZINNEN SPRINGEN OOK HORECA EN WINKELS OP KAR VAN KORTE KETEN
Lokaal kopen via ‘de korte keten’ is al langer mogelijk voor gezinnen, in Gent springen nu ook horeca en winkels op de kar.
BRUSSEL I Grote veranderingen moeten het vaak hebben van kleine sprongen. ‘Vanier’ wordt daar misschien wel een mooi voorbeeld van. Het platform dat vandaag in Gent wordt gelanceerd, maakt het voor winkels en restaurants mogelijk om hun producten rechtstreeks bij lokale producenten te kopen. Kon dat dan nog niet? Toch wel, maar met veel rompslomp: verschillende leveranciers, verschillende voorwaarden, verschillende levertijden. Dan blijft de groothandelaar met de bulklevering handiger.
Vanier start met twintig lokale producenten van onder meer zuivel, vlees, groenten en fruit, en evenveel afnemers. ‘We hopen dat meer horeca, winkels en grootkeukens aansluiten’, zegt Tine Heyse (Groen), de Gentse schepen van Milieu en Klimaat. ‘Zo hebben de boeren en producenten meer zekerheid dat ze loon naar werk krijgen, en kan de lokale handel kiezen voor een duurzaam
Wortels uit Spanje
En wat na elke fipronilbesmetting of slachthuiscrisis opflakkert: we willen weten wat we eten. Het is de belangrijkste verklaring voor de groeiende vraag naar lokale en bioproducten, maar ook voor het groeiende aantal groenteabonnementen (10.760), het aantal leden van CSAboerderijen (7.300) en het aantal mensen dat zich aansluit bij ‘boeren en buren’ (35.000). Allemaal initiatieven waarbij mensen bij de lokale boer kopen, al dan niet via een afhaalpunt. Want als je wil weten wat je eet, moet je weten wie het teelt.
‘Korte keten is nog altijd een niche’, zegt bioingenieur Frank Nevens (UGent). ‘Maar de groep geïnteresseerden groeit. Want mensen die bezorgd zijn over het klimaat, stellen vaak ook hun eten in vraag. Moet fruit duizenden kilometers afleggen? Moeten wortels uit Spanje komen?’
Neen, denkt een kritische groep consumenten. Ze kopen hun voeding in de lokale hoevewinkel, helpen de boer op het land (Community Supported Agriculture of CSA) of gaan zelf hun groenten en fruit oogsten (zelfplukboerderijen). ‘Een winwinsituatie’, zegt Nevens. ‘Landbouwers krijgen waardering voor hun werk, testen nieuwe verkoopkanalen uit en kunnen op een eerlijke prijs rekenen.’ Omgekeerd groeit bij consumenten het vertrouwen dat ze verse en kwaliteitsvolle producten voor hun geld krijgen.
Is dat vertrouwen terecht? ‘Voor wie via de korte keten verkoopt, is vertrouwen cruciaal’, zegt onderzoeker Erwin Wauters (Instituut voor Landbouw, Visserij en Voedingsonderzoek). ‘Een landbouwer vatte het als volgt samen: “Als ik het vertrouwen van mijn klanten kwijt ben, kan mijn carrière in een klap voorbij zijn.” Vertrouwen kan zo mee een sterke motor zijn voor voedselveiligheid.’
Een ijsje, aub
Dat ‘vertrouwen’ en ‘waardering’ geen geitenwollensokkenbegrippen zijn, bewees ook de Nederlandse SintMaartenskliniek. ‘Die besloot om zoveel als mogelijk lokaal te kopen’, vertelt Joost Dessein, ruraal so cioloog (ILVO en UGent). ‘Ze communiceerde dit ook duidelijk naar de mensen. Gevolg: mensen waren bereid om een correcte prijs te betalen. En waar er normaal gezien 40 procent van het voedsel op de borden werd weggegooid, was dat nog 10 procent.’
Opnieuw: kleine stap, groot potentieel. Frank Nevens: ‘Het is exact wat ons vandaag te doen staat: omdat we onvoldoende inschatten wat er voor nodig is om het eten op je bord te krijgen en omdat we er ook zo weinig als mogelijk geld voor willen betalen, is het een wegwerpproduct. Die mentaliteit moet veranderen. Korte keten is een wakeupcall.’
Toch botst de korte keten ook op grenzen. Die van de logistiek, onder meer. ‘Een landbouwer met een camionette kan niet op tegen de efficientie van een supermarktketen’, zegt Joost Dessein. ‘Daarom is zo’n platform als Vanier broodnodig: landbouwers en producenten moeten samenwerken zodat ze hun producten verpakt, verwerkt en efficiënter tot bij de klant krijgen. Want met de fietser die op zondag een hoeveijsje komt kopen, zal de korte keten niet snel groeien. Je hebt een minimum aan schaal nodig om de ambities waar te maken, zoals bijdragen tot een klimaat en woonvriendelijkere stad en het leveren van groene diensten.’
‘Met de fietser die op zondag een hoeveijsje komt kopen, zal de korte keten niet snel groeien’ JOOST DESSEIN Ruraal socioloog (ILVO en UGent)