Bacquelaine overspeelt zijn hand
De lijst van zware beroepen in de overheidssector dreigt dode letter te blijven, tot er ook een akkoord is voor de privé. Dat kan nog lang duren.
BRUSSEL I ‘Het dictaat van het syndicaat gaat blijkbaar boven het primaat van de politiek.’ Open VLDKamerlid Vincent Van Quickenborne reageerde gisteren gepikeerd op het akkoord dat minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) heeft gesloten met de overheidsvakbonden, en zeker op de voorstelling dat dit akkoord te nemen of te laten is.
Volgens Van Quickenborne en NVApensioenspecialist Jan Spooren is er strikt genomen zelfs geen sprake van een akkoord, aangezien de voorstellen niet zijn goedgekeurd door de federale regeringstop. En de kans dat de regering voorlopig meer doet dan alleen akte nemen van de lijst voor de openbare sector, is erg klein.
De MR en CD&V onthaalden het akkoord wel positief, maar de NVA en Open VLD hebben grote bezwaren. Ze vrezen dat het budgettair onhaalbaar is en dat er te weinig geld overblijft voor de privésector. Ook denken ze dat werknemers in de privé met hetzelfde beroep als ambtenaren, zoals verpleegkundigen en buschauffeurs, met een slechter pensioen zullen achterblijven.
Tactische fout
Bacquelaine zou zijn mandaat zelfs hebben overschreden. De lijst met meer dan zeventig zware beroepen in de overheidssector mocht pas op het einde van het onderhandelingsproces worden samengesteld, samen met die van de privésector. Maar de overheidsbonden wilden geen akkoord sluiten over het wettelijke kader voor de regeling, als de lijst er geen deel van uitmaakte. Bacquelaine gaf daarop toe. Een tactische fout, menen de NVA en Open VLD.
Pieter Timmermans, gedelegeerd bestuurder van de werkgeversorganisatie VBO, vraagt zich af wat de effecten van het akkoord zullen zijn op de privésector. ‘Op den duur wordt dit een olievlek die zich verder en verder verspreidt, een oncontroleerbare vloedgolf’, zegt hij in een interview in deze krant.
Minister Bacquelaine ziet het anders. Volgens zijn kabinet blijft het akkoord met de vakbonden binnen de budgettaire marges die in de regering zijn afgesproken, en zal het Planbureau de gevolgen op lange termijn doorrekenen. Bovendien zijn er behalve verpleegkundigen en buschauffeurs niet zoveel beroepen die zowel bij de overheid als in de privé bestaan. Ook dat kan dus niet tot onoverkoombare problemen leiden.
Na aandringen van de NVA en Open VLD voegde Bacquelaine er wel aan toe dat hij een ‘billijke’ regeling wil, waarin ook de privésector rechtvaardig wordt behandeld. Dat betekent dat het akkoord met de overheidsbonden pas in werking kan treden als er ook een akkoord is met de privésector. Vakbonden en werkgevers zouden hun onderhandelingen voor de zomer moeten afsluiten. Maar die deadline lijkt vandaag onhaalbaar.
‘Op den duur worden zware beroepen een olievlek en dan een oncontroleerbare vloedgolf’
PIETER TIMMERMANS
Gedelegeerd bestuurder VBO
BRUSSEL I De sociale partners durven nogal eens te klagen dat deze regering onvoldoende rekening met hen houdt. Nochtans doet die regering vandaag een beroep op hen in twee belangrijke dossiers. Ze moeten een lijst opstellen met zware beroepen en een pakket maatregelen voorstellen om het grote aantal vacatures gemakkelijker in te vullen. Maar het ziet er niet naar uit dat werkgevers en werknemers snel hun ei zullen leggen. ‘Ik hoop echt dat de eerste gesprekken met de vakbonden snel kunnen starten’, zegt Pieter Timmermans, de gedelegeerd bestuurder van werkgeversorganisatie VBO. ‘Anders worden we ingehaald door de actualiteit en de politieke dadendrang. En dan zullen we weer verontwaardigde reacties horen dat men het zonder ons moet doen.’
Goed nieuws, de publieke sector heeft een akkoord over de zware beroepen. Het is nu aan jullie, de private sector.
‘Ik ben vooral bezorgd. Wat zijn de effecten van dat akkoord op de privésector? Politieagent zou een zwaar beroep zijn, maar hoe zit het dan met private bewakingsagenten? Zij bewaken nu zelfs al kazernes, is dat dan ook een zwaar beroep? En wat met een verpleegster in een serviceflat? Op den duur wordt dat een olievlek die zich verder en verder verspreidt, een oncontroleerbare vloedgolf.’
Hebt u een idee hoe groot het effect op de privésector is?
‘Neen, absoluut niet. Ik uit alleen een grote bezorgdheid. En ik vrees dat die niet onterecht is.’
Dus stelt het u een beetje gerust dat de NVA en Open VLD het akkoord in
de publieke sector niet erkennen?
‘Ik zal pas gerust zijn als er een duidelijk akkoord is over alles.’
U bedoelt dat de beslissingen in de publieke en de private sector gekoppeld moeten worden?
‘Anders ontstaan er onrechtvaardige situaties en discriminaties. En dat komt allemaal omdat de regering de kar voor het paard heeft gespannen. De algemene pensioenhervorming – met het puntensysteem – is nog niet klaar, maar we zijn nu al uitzonderingen aan het maken. Dan is het begrijpelijk dat de druk heel groot is om nu snel die uitzondering te bekomen. Als men eerst dat puntensysteem uitwerkt – waarvan het Planbureau zegt dat het voordeliger is voor vrouwen en korte loopbanen – zal de druk om uitzonderingen te krijgen kleiner zijn.’
De regering heeft het dossier dus mismeesterd?
‘Ik had in ieder geval eerst het systeem gebouwd en dan de mogelijke uitzonderingen bekeken. Dat lijkt mij de logica zelf. Maar de regering heeft een andere visie ontwikkeld en daar moeten we dus mee leven.’
De regering wil vooruit, zegt ze. Als ze op de sociale partners moet wachten, gebeurt er niks met die zware beroepen.
‘De vakbonden willen op dit moment niet over dat puntensysteem spreken. Dus was ik realistisch genoeg om te beseffen dat er iets zou komen. Maar werk dan met objectief vaststaande criteria die verifieerbaar zijn. Anders vindt iedereen dat hij een zwaar beroep heeft.’
Maak dat eens concreet.
‘Iemand die enkele jaren ’s nachts werkt, of in de diepvriesinstallaties van een fabriek. Dát zijn bijvoorbeeld criteria die je objectief kan vaststellen. Dat soort gegevens is bij de RSZ beschikbaar. Dat is iets heel anders dan “veel werkdruk”. Wie zal dat bewijzen? Heel veel mensen werken hard en hebben veel druk.’
De regering heeft nu eenmaal een systeem met vier algemene criteria op poten gezet, en vraagt de sociale partners gewoon een lijst op te stellen.
‘Als dat zo gemakkelijk is, dat de regering dan zelf eens zegt voor die 2,5 miljoen mensen in de private sector wie een zwaar beroep heeft en wie niet. Ik daag haar uit. In de overheidssector is dat veel gemakkelijker omdat je daar veel meer algemene categorieën hebt, zoals de leerkrachten en de politiemensen.’
Iets anders: diezelfde regering heeftde sociale partners ook gevraagd een plan uit te werken om de talrijke vacatures in te vullen.
‘Ik heb begin januari de betrokken ministers al gewaarschuwd dat de economische groei afgeremd zal worden als de vacatures niet ingevuld raken. En dat zien we nu gebeuren. Maar het is goed dat de regering dat probleem prioritair wil aanpakken. Als de arbeidsmarkt in brand staat, stuur je pompiers. Maar die moeten dan wel allemaal in dezelfde richting spuiten. De premier zegt dan ook terecht dat dit probleem gezamenlijk – federaal en regionaal – aangepakt moet worden.’
Als het brandt, moet je blussen. De sociale partners zullen dus snel met een plan komen?
‘Dit is geen probleem dat je oplost met een paar maatregeltjes. Daarvoor is een globaal samenhangend pakket aan maatregelen nodig, gaande van ingrepen in het onderwijs tot een verfijndere activering en begeleiding van werklozen. We hebben vastgesteld dat er minder werklozen gestraft worden sinds die bevoegdheid is overgegaan van de federale RVA naar de Vlaamse VDAB.’
Open VLD vindt dat dit het ideale moment is om de werkloosheid in de tijd te beperken.
‘Daar pleiten wij al heel lang voor, maar het staat niet in het regeerakkoord. Dus moeten we realistisch blijven. Maar waarom zouden we omgekeerd werkzoekenden die een opleiding volgen die leidt naar een knelpuntberoep, geen extra uitkering geven?’
‘En wat wel in het regeerakkoord staat, is de hervorming van de loonbarema’s. Het is toch niet logisch dat de lonen automatisch stijgen in functie van de leeftijd. Dat systeem duwt mensen uit de arbeidsmarkt. In alle andere ontwikkelde landen in Europa is dat niet zo. Is daar de revolutie uitgebroken? Neen toch. Dan moet dat hier toch ook kunnen. Wat in de rest van Europa kan, is hier blijkbaar altijd een drama. We hebben hetzelfde gezien bij het optrekken van de pensioenleeftijd.’
‘Wat we zeker niet zullen doen, is een akkoord sluiten waarmee onze loonkostenhandicap opnieuw oploopt. Want ik ben niet akkoord met die mensen die beweren dat dat probleem opgelost is.’
Veel ideeën dus, maar een snel akkoord met de vakbonden zit er niet in?
‘We zitten vandaag in de opbouw naar de onderhandelingen van een nieuw interprofessioneel akkoord (loonakkoord, red.) tegen het einde van het jaar. Dat maakt het moeilijk om tegen de zomer een afgewerkt werkzaamheidsakkoord te hebben. Ik kan dat perfect loskoppelen, maar voor anderen ligt dat moeilijker.’
‘In 2015 kregen de werkgevers het verwijt dat de regering hen cadeaus deed. Maar we zijn onze belofte nagekomen en hebben jobs gecreëerd. Dan is het ook de sociale plicht van de vakbonden om er mee voor te zorgen dat die banen ingevuld raken. Maar om een akkoord te maken moet je met twee zijn, hé. Dus neen, ik denk niet dat we dit dossier de komende weken al kunnen afronden. Maar ik hoop echt dat de eerste gesprekken snel kunnen starten. Anders worden we ingehaald door de actualiteit en de politieke dadendrang. En dan zullen we weer verontwaardigde reacties horen dat men het zonder ons moet doen.’
Vindt u niet dat de regeringMichel te laat in actie is geschoten om dat probleem aan te pakken?
‘Het is niet aan mij om dat te zeggen. Ik signaleer alleen problemen en bied oplossingen aan. En we zijn niet bang om in eigen boezem te kijken. Wij geven onze werkgevers zelfs de duidelijke boodschap dat ze de witte raaf met superkwaliteiten niet meer zullen vinden. Een werkgever zal mensen moeten aanwerven die hij vanaf de eerste dag vormt en begeleidt, want de school levert geen kantenklaarwerknemers meer af. En hij zal iedereen die aanwezig is op de arbeidsmarkt, moeten gebruiken: jongeren, ouderen, mensen met een migratieachtergrond ...’
En als dat niet lukt?
‘Dan wordt het debat over economische migratie geopend. Maar die discussie zou ik liever niet voeren. Laten we ons concentreren op diegenen die vandaag beschikbaar zijn.’
‘Die zware beroepen dreigen een oncontroleerbare vloedgolf te worden die zich verder en verder verspreidt’
‘Waarom zouden we werkzoekenden die een opleiding volgen die leidt naar een knelpuntberoep, geen extraatje geven?’