Fidel Castro was een pinup
Hij fotografeerde de Cubaanse revolutie, en hij fotografeerde de Cubaanse vrouwen. Telkens deed hij dat met oog voor stijl en schoonheid. In de Gentse SintPietersabdij loopt momenteel een expo van de fotograaf Korda.
‘Korda: beauty and revolution’, nog tot 19/8, SintPietersabdij, Gent. ¨¨¨èè
Korda mocht zich dan wel journalist noemen, tegelijk is het propagandafotografie
Zeven jaar: zo lang duurde het eer de foto van Che Guevara zijn weg naar het publiek vond. En Guevara was er nog dood voor moeten gaan ook. Maar vervolgens werd het wel een van de meest gereproduceerde foto’s ooit.
De Cubaanse fotograaf Korda had hem gemaakt op 5 maart 1960, op een herdenkingsplechtigheid voor de slachtoffers van een explosie. Maar toen hij hem samen met nog andere foto’s naar de krant Revolución had gestuurd, kreeg hij hem ongebruikt terug. Zijn opdrachtgevers kozen voor een foto van Fidel Castro met JeanPaul Sartre en Simone de Beauvoir. De originele afdruk van het iconische beeld ziet er ook anders uit: links is deels een man te zien, rechts een palmboom. Die knipte Korda weg en hij zoomde in op Guevara. Het liggende beeld werd een staand. En Che Guevara een revolutionair die generatie na generatie bekend blijft.
In de Gentse SintPietersabdij loopt nu een fraai gepresenteerde overzichtstentoonstelling van Korda, die eigenlijk Alberto Díaz Gutiérrez heette. Toen hij in 1954 Studio Korda oprichtte, deed hij vooral aan mode en reclamefotografie. Of aan fotografie van mooie vrouwen in het algemeen: nu eens speels, dan weer sensueel of grappig, maar altijd stijlvol. Dat de foto van Che Guevara zo iconisch werd, is dan ook geen toeval. Een reclamefotograaf moet je de kneepjes van het vak niet leren – al kreeg hij er nooit royalty’s voor en deed hij daar zelfs niet moeilijk over.
Baard
Op foto’s uit die tijd is Korda nog te zien met een mondain snorretje, maar dat verandert zodra de communistische rebellen van Fidel Castro de macht grijpen en Batista verjagen. Want revolutionairen dragen een baard en dat doet voortaan ook Korda. En het is niet het enige wat verandert. Voortaan fotografeert Korda geen mooie vrouwen meer, maar revolutionaire leiders. Al zet hij ook die neer als modellen.
Castro kiest hem als een soort hoffotograaf en Korda amuseert zich daar duidelijk mee: Castro die een boek leest met vier vrouwen rond hem, Castro die een dutje doet, Castro die golft, Castro die naar Amerika reist, Castro die vist, Castro die schaakt, Castro met Ernest Hemingway … Castro si, Castro la. Wie Fidel Castro adoreert, komt dezer dagen in Gent ruim aan zijn trekken.
Een dictator als Kim Jongun oogt op foto’s zo stijf als zijn standbeelden, maar niet Castro. Die wordt afgebeeld als een sympathieke peer, een filmster en tóch een man van het volk. Korda mocht zich dan wel journalist noemen, tegelijk is het propagandafotografie.
Maar ook in die revolutionaire jaren kan Korda het niet laten vrouwelijk schoon te fotograferen. Op de massabijeenkomsten bespeurt hij altijd wel een mooie vrouw – al dan niet in uniform of met een wapen – op wie hij inzoomt.
Dat de revolutie toch niet zo sympathiek was, ondervindt Korda in 1968, als het regime alle privébedrijven verbeurdverklaard en de negatieven van zijn studio vernietigd worden, behalve diegene die betrekking hebben op de revolutie. Korda gooit het over een andere boeg en wordt tot aan zijn pensioen onderwaterfotograaf. Hij sterft in 2001 tijdens zijn middagdutje. Naast hem een restje Havana Clubrum van drie jaar oud en een Cubaanse vrouw van 22.