De Odyssee van een zoon en zijn vader
Daniel Mendelsohn krijgt in zijn lessen over Homerus zijn bejaarde vader op bezoek. Met de overbruggen ze onverwachts de generatiekloof. Odyssee
De vader van Daniel Mendelsohn is 81 wanneer hij vraagt of hij Daniels lessenreeks over het oudGriekse epos van Homerus, de Odyssee, mag bijwonen. De wiskundige, ‘de man die nooit loog’, en zijn intellectuele zoon, die classicus en criticus werd, hebben na lastige tienerjaren weliswaar een zekere verstandhouding ontwikkeld, maar de vraag komt voor Daniel Mendelsohn toch als een verrassing. Hij geeft les aan Bard College in AnnandaleonHudson, New York, zo’n drie uur met de auto van het ouderlijke huis vandaan. Om zijn vader de lange winterse rit heen en weer te besparen, laat Daniel zijn vader Jay geregeld bij hem logeren. Jay slaapt dan in het bed (een vertimmerde deur) dat hij indertijd zelf maakte voor de jonge Daniel.
Wanneer Daniel zijn klasje fresh
men inwijdt in de betekenissen van de Odyssee, luistert Jay. Of dat is toch de bedoeling. Net zoals voor de Odys
see, het epische gedicht over de Griek se held die er na de Trojaanse oorlog tien jaar over doet om weer thuis te raken en zijn echtgenote te verlossen van alle mannen die dingen naar haar hand en azen op Odysseus’ troon, geldt hier: verwacht het onverwachte.
De verwondering (en ook wel de gêne) over de aanwezigheid van zijn vader in de les maken bij Daniel algauw plaats voor nieuwsgierigheid. Net zoals Telemachus zijn vader Odysseus leert kennen door verhalen die anderen over hem vertellen, zo moet Daniel gaandeweg aannames over zijn vader herzien. Herinneringen en familieverhalen blijken niet altijd zo betrouwbaar of verdienen een nieuwe lezing na verloop van tijd. Verschillende elementen krijgen een nieuwe betekenis en er blijken verschillende versies te bestaan van bepalende gebeurtenissen.
Held
Ook Daniel Mendelsohns eerdere werk, de persoonlijke memoir The
elusive embrace en de bestseller Verloren (over zes joodse familieleden die verdwenen tijdens de Tweede Wereldoorlog), wordt geschraagd door de spanning tussen wat er gebeurde en het verhaal over wat er gebeurde. ‘Alles draait rond de glibberigheid van de verhalen die mensen zichzelf en el kaar vertellen’, zei hij daarover in een interview in 2013.
Odysseus is natuurlijk het archetype van de fabulant die zich uit allerlei penibele situaties kletst, met woorden speelt en altijd listig te werk gaat. Met de bezieling van de beste leerkrachten en mentoren ontrafelt Mendelssohn de compositie van het epos en de etymologie van de Griekse woorden (ook voor wie geen Grieks studeerde een meeslepende schattenjacht) en dat allemaal losweg geweven tussen scènes uit de klas en zijn eigen familiegeschiedenis. De Odyssee is een reis door de tijd, in de ruimte en vol emotie, leert Mendelsohn zijn studenten (en de lezer), net zoals het leven zelf: ‘De Odyssee, vervolgde ik, is een gedicht over een naoorlogse wereld. (…) Eén vraag van de Odyssee is: hoe zou de heroïek van het overléven eruit kunnen zien.’
Over wat iemand een held maakt, heeft vader Mendelsohn uitgesproken
Je houdt het niet voor mogelijk, maar Griekse etymologie en grammatica zijn spannend
Daniel Mendelsohn wedijvert met het epos van Homerus qua eruditie, structuur, taal en vertelkracht
ideeën blijkt tijdens discussies in de klas. ‘Hij bedriegt zijn vrouw, hij slaapt met Calypso!’ Odysseus beantwoordt duidelijk niet aan Jays standaard. De poging van Daniel om te achterhalen wat aan dat heldenbeeld ten grondslag ligt, vormt één van de spanningsbogen in Een Odyssee. Een fundamentelere queeste komt voort uit de vraag hoe bepalend de vader is voor de zoon (en omgekeerd). In de intellectuele stamboom die Daniel van zichzelf schetst, komt zijn vader niet voor. Er is nog een tocht nodig om tot meer inzicht te komen. In de zomer na de lessenreeks neemt Daniel zijn vader mee op een cruise met als thema de Odyssee. ‘Het gedicht voelt echter dan de ruïnes, Dan!’, vindt Jay. ‘Ga me nou niet vertellen dat we deze hele reis maken om het spoor van de Odyssee te volgen en dat je nu zegt dat we wel thuis hadden kunnen blijven!’
Dit boek is een krachttoer. Daniel Mendelsohn wedijvert met het epos qua eruditie, structuur, taal en vertelkracht. Het is een indrukwekkend eerbetoon, ook aan Jay Mendelsohn, die in 2012 overleed. De manier waarop Daniel Mendelsohn zijn verhaallijnen door elkaar weeft, afwisselend strak aanhaalt en viert, én overzichtelijk houdt, is weergaloos. Zoals de titel en ondertitel aangeven, is dit een boek over Homerus’ Odyssee, over Daniel Mendelsohn die zijn vader Jay leert kennen, over het belang van bezielende mentoren en kennisoverdracht en over hoe we elkaar en onszelf vertellen wie we zijn. Je houdt het niet voor mogelijk, maar Griekse etymologie en grammatica zijn spannend, generatiekloven worden overbrugd en de leraar wordt meer dan één lesje geleerd: ‘De vader kent de zoon helemaal, maar de zoon kan de vader nooit kennen.’