DE HEIMAT EN DE HERINNERING
Sinds 2012 werkt de multidisciplinaire Limburgse kunstenaar Ives Maes aan een artistiek doctoraat over de rol van architectuur in de geschiedenis van de fotografie. Dat resulteerde al in het boek The future of yester
day, waarin hij de architecturale restanten van verschillende sites van wereldtentoonstellingen bezocht en het schrijnende contrast blootlegde tussen de grootse, utopische visies van weleer en wat daar vandaag van overblijft. Nabeelden, noemt Maes ze, beelden die op het netvlies blijven hangen, maar langzaamaan verdwijnen, net zoals de dromen die er ooit achter zaten.
De zelfmoord van zijn broer deed Maes terugkeren naar zijn geboortedorp Zonhoven – in het Engels vertaald als Sunville. Een naam die eveneens een utopische plek evoceert, schrijft hij, maar veel te perfect klinkt voor een paar huizen met bossen, moerassen en heide eromheen. Geheel in de geest van zijn onderzoek fotografeerde Maes de landelijke omgeving van het dorp met gedateerde film, met wegdrijvende kleurtonen, als teken van een vervlogen tijd, als resultaat. Die beelden, waarin de zon een belangrijke rol toebedeeld krijgt, combineert hij met foto’s uit zijn familiealbum en foto’s uit het historische archief van Zonhoven.
Intiem wordt het wanneer Maes aan de slag gaat met de Super 8filmpjes die zijn vader schoot, waaronder een voyeuristische scène van een voorbijwandelende vrouw op een naaktstrand. Hij fotografeert de blauw gesatureerde filmprojecties nu eens met korte, dan weer met lange sluitertijd, met onscherpe, vaak compleet wazige beelden tot gevolg. De dromerige nevel waarin ze zich lijken te hullen, maken de perceptie van vergleden tijd als het ware tastbaar.
Maes neemt dan wel een ingrijpende gebeurtenis, een familiaal drama, als vertrekpunt voor het werk, het is vooral het medium waarmee hij de heimat benadert dat hij op de voorgrond plaatst, wat fotografie doet met concepten als plaats en herinnering. Eigenlijk gaat het opnieuw om die nabeelden, zij het deze keer van de plek waar hij opgroeide en van een verleden dat alleen hem toebehoort. Dat laatste verklaart wellicht de licht melancholische ondertoon.
Maes laveert met Sunville op intrigerende wijze tussen gevoel en idee, tussen het dichterlijke en het abstracte, tussen zijn jeugdherinneringen en de collectieve geschiedenis van zijn geboortedorp. Door een persoonlijk onderwerp zo conceptueel aan te pakken – Maes creëert er ook sculpturale installaties mee – wordt een subtiele en enigmatische spanning opgewekt: ondanks de emotioneel geladen reden van zijn terugkeer laat de kunstenaaronderzoeker niet in zijn ziel kijken.