Waarom de ene gemeente sneller overstroomt dan de andere
Plotse, hevige regenval en bijbehorende wateroverlast, zoals in de afgelopen dagen: de toekomst belooft meer van dat. ‘Niemand verwachtte dat het zo snel zou gaan.’
BRUSSEL I ‘Dit hebben we de voorbije twintig jaar nog nooit meegemaakt’, zei de burgemeester van Aalter, toen het station in zijn gemeente onder water kwam te staan. Ook in Tongeren kwamen straten blank te staan en liepen kelders onder water. Zwalm, in de Vlaamse Ardennen, kreeg met modderstromen te maken. Over heel Vlaanderen richtte de hevige regenval ravages aan. En het is nog niet voorbij: ook voor volgende week staat ‘code oranje’ in de voorspellingen. ‘Met deze intensiteit van regenval zou elke gemeente in de problemen kunnen komen’, klinkt het bij de Vlaamse Milieumaatschappij. ‘Zo veel water Politierechter PETER D’HONDT haalde in de politierechtbank uit naar de achttien bestuurders die zich moesten verantwoorden voor hun deelname aan de huwelijkskaravaan op de E17 vorig jaar. op korte tijd kan geen enkele afwatering verwerken.’
In Aalter is 40 millimeter neerslag gevallen op een uur tijd. ‘Dat is een frappant hoge hoeveelheid, die vroeger in ons land hoogstens een keer om de honderd jaar gemeten werd’, zegt professor hydraulica Patrick Willems (KU Leuven). ‘Maar in 2016 viel in Linter zelfs 85 millimeter neerslag op een uur tijd. In drie jaar tijd overschreden we al drie keer de maximumgrens die je hoogstens eens per eeuw zou verwachten.’
‘Door de opwarming van de aarde zien we een tendens naar steeds meer en intensere piekregens’, zegt Willems. ‘Tien jaar geleden voorspelden we die evolutie al, maar we zagen ze eerder voltrekken tegen 2030, of zelfs 2050. Niemand had verwacht dat het zo snel zou gaan.’
Drie elementen bepalen hoe gevoelig een gemeente is voor wateroverlast.
1. De rioleringen: er zijn nieuwe normen voor rioleringen die daardoor meer water kunnen slikken. Maar de meeste rioleringen zijn nog gemaakt volgens de oude normen.
2. De verharding van de ondergrond: In de jaren 70 was vier à vijf procent van de Vlaamse ondergrond verhard, vandaag is dat opgelopen tot 14,5 procent. ‘Een enorme toename, die de druk op de rioleringen verhoogt’, zegt Willems. ‘In een zachte ondergrond, zoals zandgrond, sijpelt een groot deel van het water meteen weg. Als dat niet kan, stroomt het in veel grotere hoeveelheden de rioleringen in.’
3. De geografische ligging: ‘Het zijn de wetten van de fysica dat water altijd naar de meest laaggelegen gebieden stroomt’, zegt Willems. ‘Vaak ligt een stad, zeker in heuvelachtig gebied, omgeven door heuvels. Als het zachtjes regent, sijpelt het water in de grond. Als het stortregent, stroomt het in hele stromen naar beneden, sleurt het sedimenten mee, en krijg je modderstromen.’
PATRICK WILLEMS Professor hydraulica