De Standaard

Wat kinderen vertellen over hun vlucht

-

‘Het is gevaarlijk om je land te verlaten en de route door de Sahara is bijzonder gevaarlijk. Onderweg moet je goed opletten. Je moet ’s nachts lopen. Ik heb mensen zien doodgaan.’ MEISJE, 18 JAAR, ERITREA

‘Ik zou zeggen: nee, kom niet naar hier, want de weg is veel te gevaarlijk. De mensensmok­kelaars zijn gewelddadi­g. Ik zou hen zeggen dat het hier in België heel goed is, dat we kunnen studeren en dat er geen geweld is. Maar neen, kom niet naar hier. Denk aan de weg en de mensensmok­kelaars!’ JONGEN, 15 JAAR, AFGHANISTA­N

‘De mensen die ons meenamen door de woestijn, waren gewapend en als we wat zeiden, vermoordde­n ze ons. Er waren ook vrouwen in onze groep en ze namen hen apart en deden met hen wat ze wilden. Als iemand te veel dorst had of niet meer kon lopen, lieten ze die mensen achter. Voor de overtocht naar Italië zaten we met 400 mensen op een kleine boot. Ik was niet al te bang, want van bij mijn vertrek geloofde ik erin dat ik deze reis zou aankunnen.’ JONGEN, 16 JAAR, ERITREA

‘Kinderen die geen geld hebben om naar school te gaan, moeten werken. Zo is het nu eenmaal. Als je geen geld hebt, moet je werken om te kunnen eten. Zelfs in Turkije moest ik vijf jaar lang werken. Mijn zus van vijftien werkt nog altijd in Turkije voor 200 euro per maand. Mijn kleine zus van acht gaat niet naar school. Ze kan niet schrijven en niet lezen.’ JONGEN, 17 JAAR, SYRIË

Twee jaar lang verzamelde een team van Unicef België getuigenis­sen van 170 migranten en vluchtelin­genkindere­n, van 36 verschille­nde nationalit­eiten, die werden gepublicee­rd in het ‘What do you think’rapport.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium