Mag een linkse activist een villa kopen?
De leider van de Spaanse radicaallinkse partij Podemos heeft samen met zijn al even geëngageerde vriendin een villa gekocht. Volgens veel partijleden botst dat met hun idealen. Mogen linkse boegbeelden die strijden tegen ongelijkheid, zich die luxe veroorloven?
BRUSSEL I De directeur van 11.11.11 heeft een Porsche. Een miniatuurmodel weliswaar. Een cadeautje van zijn collega’s omdat de roddel de ronde deed dat hij in een Duitse sportbolide over de Vlaamse snelwegen scheurt.
‘Niet dus’, zegt Bogdan Vanden Berghe. ‘Ik rij met een oude auto en woon niet in een chique villa. Maar de roddel over de Porsche toont wel dat die statussymbolen gevoelig liggen voor wie een engagement opneemt.’
In die mate zelfs dat het politieke voortbestaan van Pablo Iglesias, de voorman van Podemos, ervan afhangt. Zijn partijleden moeten in een referendum beslissen of zijn positie en die van zijn vriendin, een woordvoerster, houdbaar zijn na de aankoop van een villa van 615.000 euro met zwembad en gastenverblijf.
Rijke barbecue
Een luxeloft of glimmende sportwagen staat niet op het verlanglijstje van Peter Mertens, de voorzitter van de PVDA. Al durft hij zich wel eens een uitspatting te veroorloven, geeft hij grif toe. ‘Ik organiseer graag een barbecue voor veel mensen met lekker eten en drinken. Mijn rijkdom zit in mijn sociaal engagement.’
Er zijn geen strikte regels voor militanten van de PVDA, die zich afvragen of een handtas van Hermès een gerechtvaardigde aankoop is. De uiteindelijke beslissing ligt bij het individu, maar er zijn wel ‘oriëntaties’, geïnspireerd op Ada Colau, de aan Podemos gelieerde burgemeester van Barcelona.
Mertens: ‘Ze heeft haar inkomen als burgemeester gedeeld door vier en ze leeft in een bescheiden appartement in een volkswijk. Allemaal bewuste keuzes, die goede richtlijnen zijn.’
Een argument tegen de Spaanse villa met gastenverblijf berust op het principe van vertegenwoordiging: wie de bezorgdheden van de arbeiders en de kopzorgen van de middenklasse wil begrijpen, woont er maar beter tussen. ‘Onze kaderleden wonen in volkswijken, niet in afgelegen villa’s’, aldus Mertens.
Foute focus
Dat er in de zakenwereld meer geld te verdienen valt dan op de banken van het parlement, is geen opzienbarende uitspraak. Maar dat wordt het wel als het socialistische parlementslid in kwestie, Maya Detiège, eraan toevoegt dat haar vroegere collega’s uit het bedrijfsleven met een Porsche rondrijden, terwijl zij het met een kleine BMW moet doen.
Het verwijt ‘salonsocialist’ is snel gemaakt. Vlaams fractieleider Joris Vandenbroucke (SP.A) – geen Porsche – legt de lijn van zijn partij uit. ‘Wij willen ons niet bemoeien met wat mensen met hun geld doen. Wat wel belangrijk is, is dat ze een faire bijdrage leveren. Ook als ze een Porsche hebben.’
‘De grote concentratie aan welvaart is een probleem in onze maatschappij: gewone mensen betalen netjes hun belastingen, terwijl de superrijken en de multinationals vaak de dans ontspringen. Laat ons daarop focussen, niet op de privékeuzes die mensen maken.’
Halfopen bebouwing
Zelfs een overtuigd syndicalist als Jos Digneffe pleit voor een beetje pragmatisme. Hij was een tijdlang het gezicht van de socialistische spoorbond en niet te beroerd om het spoorwegnet plat te leggen uit bezorgdheid voor ‘zijn’ mensen. Zijn stellingname? ‘Het is niet omdat iemand links is, dat die persoon niet goed zijn brood mag verdienen. Of de nodige uitgaven mag doen.’
Aan de excessen neemt hij veel meer aanstoot. ‘Linkse activisten moeten zich bezighouden met het beschermen van werkende mensen. Niet met het opstrijken van allerlei riante vergoedingen om zichzelf te verrijken.’
Hij informeert naar de kostprijs van de villa. Daarna blijft het even stil. ‘600.000 euro? In het Brusselse betaal je niet heel veel minder voor een halfopen bebouwing met een lapje grond erbij. Het gaat hier niet over tientallen miljoenen.’
Trein naar Congo
sias van Podemos zuur opbreekt. Dat hij eerder uithaalde naar een voormalig minister die voor eenzelfde bedrag een penthouse kocht als investering, komt inconsequent over. Zeker in combinatie met zijn waarschuwing dat politici in villa’s in buitenwijken niet weten hoe gewone mensen leven.
Vanden Berghe van 11.11.11: ‘Wat mensen doen met hun loon, is andermans zaak niet. Maar ik ben me er wel van bewust dat alles wat ik doe, ook in mijn privétijd, extreem gevoelig ligt als het schade kan toebrengen aan de noordzuidverhoudingen. Net zoals de directeur van Greenpeace het zich niet kan permitteren om supervervuilend te zijn.’
Zeker wie vanuit zijn of haar engagement een publieke rol vervult, maakt zich vatbaar voor kritiek. ‘Het is soms een beetje makkelijke kritiek. Reizen met het vliegtuig is niet goed voor het klimaat, maar een verplaatsing naar Congo kan ik niet met de trein doen. Ik ga me daar niet schuldig over voelen. Engagement kan je niet in de meest extreme vormen waarmaken.’
Conclusie
Niemand verbiedt sociaal geëngageerde activisten een mooie villa aan te schaffen. Al passen vooral PVDAmilitanten daar beter mee op. Hoe linkser en activistischer op het politieke spectrum, hoe meer de geloofwaardigheid eronder lijdt.
‘Het is niet omdat iemand links is, dat die persoon niet goed zijn brood mag verdienen. Of de nodige uitgaven mag doen'
JOS DIGNEFFE
Overtuigd syndicalist