Girlpower in de barok
Multitalent Michaelina Wautier was de artistieke dochter die Rubens zich gedroomd moet hebben. Het Antwerpse barokjaar zet deze raadselachtige figuur voor het eerst in de spotlights met een retrospectieve.
De ‘leading lady van de barok’: het is met enig gevoel voor overdrijving dat het Mas haar aan het publiek voorstelt. ‘Michaelina’ mogen we voortaan ook een merknaam noemen. In navolging van Artemisia, alias de flamboyante Italiaanse kunstenares Artemisia Gentileschi. Zij was de eerste vrouw die zich als schilder wist waar te maken, en wel in een stijl die herinnert aan Caravaggio.
Wat de leerschool van Michaelina Wautier was, hoe haar carrière verliep: de biografie van de uit Mons afkomstige kunstenares is uiterst karig. Zelfs haar familienaam is wispelturig. Zo signeerde ze een deel van haar werk als Michaelina Wautier, maar stond ze ook te boek als ‘Jungfraw Magdalena Woutiers von Mons oder Berghen, Henegaw in Niderlandt’.
Rond 1650 was ze een bekendheid aan het Brusselse hof. Ze moet een brede intellectuele vorming gekregen hebben en beschikte over een uitstekend sociaal netwerk. Michaelina wist zich als vrouw te bewijzen in een typische mannenwereld, en niet met de kleine, dilettantische werkjes waar vrouwelijke kunstenaars in die tijd mee uitpakten. Maar na haar dood in 1689 verdween ze snel weer uit het zicht. Ze leek gedoemd om tussen de plooien van de kunstgeschiedenis te vallen.
Tweede garnituur
Bijna dertig jaar geleden stootte de Leuvense kunsthistorica Katlijne van der Stighelen in het Kunsthistorisches Museum in Wenen bij toeval op een bijzonder werk. Het stond geparkeerd in het gesloten depot met ‘meesters van de tweede garnituur’. In 1967 had een conservator van het museum het toegeschreven aan Michaelina Wautier.
‘Ik dacht niet meteen aan de Vlaamse school’, zegt Van der Stighelen. ‘En al zeker niet aan een vrouw. Ik raakte meteen in de ban en voelde mij uitgedaagd om er meer over te weten.’
Het werd de start van jarenlang intensief onderzoek en speurwerk naar bronnen. ‘Twintig jaar heb ik geleurd met dit project’, zegt ze. ‘Ik klopte aan in Brussel, waar ze haar loopbaan doorbracht, in Antwerpen, in Wenen dat vier belangrijke werken bewaart, zelfs in het National Museum of Women in the Arts in Washington. “Te onbe Triomf van Bacchus, met bovenaan rechts het zelfportret van Michaelina.
Kunsthistorisches Museum, Wenen, Gemäldegalerie
‘Het blijft een klein oeuvre, met weinig aanknopingspunten. Maar we hopen dat er nog meer boven water komt’ KATLIJNE VAN DER STIGHELEN
Kunsthistorica