KARDINALE BLUNDER
Kunt u zich voorstellen dat de Leuvenaar Louis Tobback (SP.A) eerst burgemeester is van Veurne, na een jaar of zes promoveert naar Genk om een tiental jaar later als burgemeester te worden geïnstalleerd in Mechelen? Of dat pakweg Isabel Albers, gewezen hoofdredacteur van de krant De Tijd, zonder ooit op een lijst te hebben gestaan, burgemeester wordt van SintMartensLatem? In België is dat totaal ondenkbaar en wekt het idee zelfs lichtelijk op de lachspieren. In Nederland is het vanzelfsprekend.
Neem bijvoorbeeld Onno van Veldhuizen van het linksliberale D66. Deze advocaat werd in 1999, op 36jarige leeftijd, benoemd tot burgemeester van de gemeente Nieuwkoop (28.000 inwoners) in ZuidHolland. Hij was daarmee op dat moment de jongste burgemeester van Nederland. Na vier jaar solliciteerde hij voor de baan als burgemeester in Hoorn (72.000 inwoners) in NoordHolland, waar hij twee termijnen van zes jaar volmaakte. Sedert oktober 2015 is Van Veldhuizen burgemeester van Enschede (158.000 inwoners) in Overijssel, op twee uur rijden van Hoorn. Of neem Pieter Broertjes, tot 2010 hoofdredacteur van de Volkskrant, en sedert 2011 burgemeester van Hilversum.
In Nederland wordt de burgemeester, die in veel gevallen wel een partijkleur heeft, niet uit de gemeenteraad benoemd. Als er een vacature is, zoals nu in Amsterdam, wordt een profielschets gemaakt en volgt een selectieprocedure, zoals bij eender welke baan, waarbij iedereen kan solliciteren. De burgemeester is eerder een ambtenaar met een afstandelijke positie dan de eerste burger van zijn stad.
Moet dat veranderen? Al meer dan veertig jaar debatteert Nederland over de gekozen burgemeester, een diepgekoesterde wens van D66, die dit punt al een halve eeuw geleden in haar eerste partijprogramma opnam. De kiezer wil het, blijkt steeds uit enquêtes. Maar veel partijen staan niet te springen voor een rechtstreekse of door de gemeenteraad gekozen burgemeester. Opvallend cijfer overigens: de landelijke middenpartijen blijven hofleverancier van burgemeesters: meer dan twee derde van hen komt nog steeds van de (liberale) VVD, het (christendemocratisch) CDA en de (sociaaldemocratische) PvdA, die op lokaal vlak bij de vorige verkiezingen nog goed waren voor krap een derde van de stemmen. Naar inwoneraantal gemeten, bestuurden PvdA’ers tot voor kort zelfs de meeste Nederlanders, hoewel de partij in maart amper goed was voor een schamele zeven procent van de stemmen. Als je die cijfers leest, kun je niet anders dan begrip hebben voor de rechtspopulistische Thierry Baudet die voortdurend tegen het ‘partijkartel’ schopt.
Waarom vertel ik dit nu? Omdat in de hoofdstad van dit land, dat van zichzelf zo graag vindt dat het de zaken netjes op orde heeft (en dat soms met onverholen minachting kijkt naar de politieke creaturen die de Belgische burgemeesters zijn) een politieke soap aan de gang is. De grootste stad van het land zoekt, na het overlijden van de erg populaire Eberhard van der Laan, een burgemeester. Dat is misschien wel de meest begeerde baan voor oudpolitici en Haagse coryfeeën.
Alleen: het lijkt maar niet te lukken. Het voorbije weekend moest de commissaris van de koning in NoordHolland, die de sollicitatieprocedure in goede banen moet leiden, bekendmaken dat de gemeente de vacature, die al twee weken gesloten was, opnieuw openstelt. Men wil, zo luidt het persbericht ‘meer benoembare kandidaten betrekken bij de procedure’. Bij een eerste ronde, zo bleek, hadden 29 kandidaten voor het burgemeesterschap gesolliciteerd, van wie maar vier ervaring hebben in het openbaar bestuur.
Door de vacature te heropenen, hoopt de gemeente dat mensen die eerder misschien dachten kansloos te zijn, alsnog solliciteren. Er deden immers grote namen de ronde: exministers Edith Schippers (VVD), Lilianne Ploumen (PvdA) en expartijleider van GroenLinks Femke Halsema. Die drie zijn niet toevallig een vrouw: vanuit Amsterdam, Den Haag, de media en de maatschappij wordt hard geroepen om voor het eerst in zevenhonderd jaar een vrouw te benoemen.
‘Wat een gesol met het hoogste ambt’, reageerden enkele oudwethouders afgelopen week in een open brief in de stadskrant Het Parool. Het stuk stond bol van de boze vragen: ‘Moet iemand alsnog geparachuteerd worden?’ en ‘Is het burgemeesterschap een baantje dat je op het laatste moment mee kunt pakken?’ Kortom een ‘kardinale blunder’, die heropening van de procedure.
Daarmee is de benoeming in elk geval in gevaarlijk vaarwater terechtgekomen. Want wie het straks ook wordt, hij of zij zal vervelende vragen krijgen. Zat hij of zij bij de eerste groep sollicitanten, dan werd hij of zij blijkbaar aanvankelijk te zwak bevonden. En ‘iemand die in de eerste ronde niet solliciteerde’, aldus de exwethouders, ‘is per definitie niet geschikt. Gebleken onvoldoende liefde voor de stad en kennelijk onvoldoende besluitvaardigheid’.
Aanstaande zaterdag wordt de vacature voor een tweede keer gesloten. Misschien, heel misschien, is dat Belgische systeem om een burgemeester te benoemen, nog niet zo slecht.
In Amsterdam is een politieke soap aan de gang: het zoekt een burgemeester, maar dat wil maar niet lukken