Twee blunders, honderden miljoenen kijkers
Het moest de mooiste avond van zijn leven worden. Maar hij faalde voor de ogen van de hele wereld. Of waarom de goedbetaalde Liverpoolkeeper Loris Karius nu maar beter professionele hulp zoekt.
Iedereen heeft weleens een slechte dag op het werk. Zo ook Loris Karius, de hip gecoiffeerde doelman van de Engelse topploeg Liverpool. Al viel zijn slechte dag wel op een heel ongelukkig moment: in de finale van de Champions League. Dat is de belangrijkste wedstrijd ter wereld voor het clubvoetbal. Uitgezonden in meer dan tweehonderd landen, voor honderden miljoenen kijkers.
Al van bij zijn debuut bij de jeugd van FV Biberach weet de 24jarige Duitser dat keepers maar op één ding afgerekend worden: of ze erin slagen de bal tegen te houden. Afgelopen zaterdag gooide hij de bal klungelig tegen de uitgestoken voet van een tegenspeler, waarna het leer in zijn netten rolde. Daarna belandde een ogenschijnlijk makkelijk te pakken afstandsschot via zijn handschoenen in doel. Liverpool mocht inpakken, Real Madrid zegevierde. En Karius? Die lag huilend in zijn doel.
‘Waregem tegen Milan. Negentigste minuut. Wij staan 10 voor en dan laat ik een hoge bal uit mijn handen glippen. Milan maakt gelijk. Drieëndertig jaar later herinneren mensen mij daar nog altijd aan’, zegt analist en voormalig doelman Wim De Coninck. Wakker ligt hij er niet meer van, maar als de beelden op tv passeren, zapt hij weg.
‘Dat is het lot van de doelman: hij wordt niet herinnerd om zijn reddingen maar om de fouten die hij gemaakt heeft. Als ik dat vooraf geweten had, was ik wel op het middenveld gaan spelen.’
‘Dat is het lot van de doelman: hij wordt niet herinnerd om zijn reddingen maar om zijn fouten’
De horror, de horror
De Franse sportkrant L’Equipe beloonde de prestatie van Karius met een 1 op 10, de BBC had het over ‘een nachtmerrie van een vertoning die hem tot op het einde van zijn dagen zal achtervolgen’ en zelfs de Spaanse sportkranten spraken over de horror die zich afspeelde in het hoofd van de Duitser. Ook de vele gebruikers op sociale media lieten zich niet onbetuigd, om het beleefd te formuleren.
De Coninck: ‘Karius heeft nu twee keuzes. Ofwel steekt hij zich weg voor alles en iedereen, maar dan kom je vooral jezelf tegen. En echt anoniem zal hij niet meer over straat kunnen lopen. Ofwel zoekt hij troost en professionele hulp.’
Kop leegmaken en focussen. Dat vertelt Geert De Geyter van Elite Goalkeeper Training Center tegen jonge doelmannen die na een blunder verder moeten. ‘De eerste flater van Karius was een zware inschattingsfout. Wellicht stond hij slap op zijn benen door de stress. Door die eerste blunder was zijn zelfvertrouwen weg, begon hij te veel na te denken en ging het opnieuw mis.’
Vak apart
Keeper zijn is een vak apart. Voetbal is een ploegsport, maar keepers hebben wel als enige een truitje in een andere kleur. Gaat het mis, dan zijn ze kop van Jut. ‘Je moet een beetje gek zijn om in de goal te willen staan’, zegt De Geyter. Al ziet hij het ook als een microbe die in zijn familie van vader op zoon doorgegeven is. ‘De truc is mentale rust te vinden.’
Op zijn Twitteraccount verklaarde Karius gisteravond dat hij nog niet echt geslapen had, dat de scènes zich maar in zijn hoofd bleven afspelen, dat het hem oneindig spijt, dat hij de tijd wil terugdraaien, enzo voort. ‘In de sport is de keeper de meest eenzame persoon die er is. Als de keeper een fout maakt, dan zien supporters dat als de oorzaak van winnen of verliezen. Terwijl een spits veel meer goals mist dan hij er maakt, maar toch de held van de avond kan zijn.’
Dat zegt de ervaren sportpsycholoog Jef Brouwers. Gevraagd naar een aanpak om Karius er weer bovenop te krijgen, verwijst hij door naar een traumapsycholoog. ‘De begeleiding hangt af van persoon tot persoon, maar deze wedstrijd heeft natuurlijk veel stress opgeleverd waar hij telkens opnieuw mee geconfronteerd dreigt te worden.’
Karius verdient jaarlijks miljoenen. Dat moet toch iets van troost zijn? Brouwers: ‘Men denkt vaak dat voetballers een gemakkelijk leven leiden omdat ze zoveel geld verdienen. Dat is niet zo. Het is amper voor te stellen hoeveel ouder je wordt van zo’n finale te spelen. Of hoe de sociale media en media in hun oordelen de mens achter de voetballer vergeten.’
WIM DE CONINCK Voormalig doelman
‘In de sport is de keeper de meest eenzame persoon die er is’
JEF BROUWERS Sportpsycholoog
Champions League
Het jaar van de omhalen
Manchester City bracht bij momenten fantastisch voetbal, bij Liverpool blonken drie aanvallers (Salah, Mané en Firmino) uit met elk meer dan tien doelpunten en dan had je nog geniale momenten bij PSG, Barcelona en andere grootheden. De Champions League 20172018 was attractief, maar al die acties en doelpunten worden in de vergetelheid gedrongen door twee geweldige omhalen.
De voetbalwereld was lyrisch toen Cristiano Ronaldo met een geweldige retro scoorde tegen Juventus. Een perfecte omhaal, uniek, niet te evenaren. Tot Gareth Bale mocht invallen in de finale. Hij stond amper 122 seconden op het veld toen hij een voorzet van Marcelo even magistraal in doel trapte. Niet zo technisch verfijnd als zijn Portugese ploegmaat, maar de omhaal van de Welshman was een pak iconischer. Even iconisch als de volley van zijn trainer Zinedine Zidane, waarmee die in 2002 Bayer Leverkusen opzij zette in de finale. ‘De twee goals zijn niet hetzelfde’, probeerde Zidane de vergelijking te doden. ‘De goal van Gareth was magnifiek, maar is gewoon de laatste in het rijtje.’ Het rijtje van Champions Leaguewinnende doelpunten.
Het jaar van de flaterende doelmannen
De duivel der doelmannen heeft een naam: Karim Benzema. De keeper die de Fransman ziet aanlopen, trapt de bal voortaan maar beter zo hard en zo ver mogelijk weg. Zeker als je een Duitser bent. Sven Ulreich was tijdens de halve finales het eerste slachtoffer. De doelman van Bayern Mün chen, nochtans bezig aan een goed seizoen, ging gruwelijk in de fout en zag hoe Benzema de bal wegsnoepte en kon scoren.
Zaterdag was Loris Karius aan de beurt. De keeper van Liverpool probeerde een bal simpel in te rollen tot bij een verdediger, maar gooide die tegen het been van Benzema. Een dramatisch openingsdoelpunt. En dan verkeek de Duitser zich ook nog op een afstandsschot van Bale. ‘Ik leef met hem mee, want hij is een fantastisch ventje’, suste zijn trainer Jürgen Klopp, maar Karius zelf was ontroostbaar. ‘Ik voel me zo schul dig’, vertelde hij meteen na de match. ‘Ik moet dit te boven komen, hoe moeilijk dat ook wordt.’ Het is niet zeker of hij na die prestatie nog een toekomst heeft onder de lat bij Liverpool.
Het jaar van Real
Het zat Real dit seizoen mee in de Champions League. In de kwartfinales ontsnapte de titelverdediger ternauwernood aan verlengingen tegen een herboren Juventus en een ronde later was Bayern München gewoon beter dan Real, maar de Madrilenen wonnen wel. Tegen Liverpool zat het weer ‘mee’: een geblesseerde sterspeler bij de tegenstander, een flaterende doelman aan de overkant, een onmogelijke trap die toch het doel vond. Het geluk van Real wordt toegeschreven aan trainer Zinedine Zidane, tactisch geen grootmeester, maar wel een coach die erin slaagt de groep tevreden te houden.
Real Madrid had misschien geluk, maar dat neemt niet weg dat het gewoon ook een van de beste ploegen in de Champions League was. Alleen Liverpool en PSG scoorden gemiddeld vaker per match dan de Spanjaarden, alleen Bayern München kwam va
‘Drie keer op rij de Champions League winnen? Dat is gekkenwerk'
ZINEDINE ZIDANE coach Real Madrid