‘Vaccin alleen zal uitbraak van ebola niet stoppen’
Artsen Zonder Grenzen begint met het toedienen van vaccins tegen ebola in Congo. ‘Als hulpverlener mag je niemand aanraken en dat is zwaar.’
Hij was het alweer vergeten, hoe geïsoleerd je je voelt, als hulpverlener in een gebied waar ebola rondgaat. Gert Verdonck is intussen twee weken in Bikoro, een regio in het noordwesten van Congo. Daar zijn begin mei de eerste grotere clusters van ebolagevallen gemeld.
De Belg stuurt in Bikoro een team van de ngo Artsen Zonder Grenzen (AZG) aan. Voor hem en zijn collega’s zijn de veiligheidsmaatregelen niet nieuw. Ze waren al op het terrein bij de grote epidemie in WestAfrika in 20142015.
‘Als hulpverleners mogen we tijdens het hele verblijf niemand aanraken, zelfs de collega’s niet. Je houdt je daar automatisch aan. Maar we brengen vaak slecht nieuws en we zien veel menselijk leed. Kinderen die wees worden, bijvoorbeeld. Toch mag je niemand omhelzen of een schouderklopje geven. Je bent lichamelijk dus volledig ge ïsoleerd. Dat maakt het moeilijk om elkaar te steunen. Dat gevoel was ik dus vergeten, tot ik hier opnieuw toekwam.’
Hoe reageert de bevolking op u? In WestAfrika was er indertijd veel wantrouwen tegenover de hulpverleners die in ‘ruimtepakken’ naar de dorpen trokken en ebolapatiënten ophaalden.
‘Zodra we vermoeden dat in een bepaald dorp een ebolageval is, gaan we ernaartoe. In het be gin is er vaak weerstand. De mensen kennen de ziekte niet, ze hebben schrik en ze zitten met veel vragen. Ze willen zich niet laten testen of laten opnemen in ons behandelingscentrum in Bikoro. Soms hebben ze daarvoor ook praktische redenen. Denk aan een alleenstaande moeder die familieleden aan ebola heeft verloren en haar kinderen niet alleen wil achterlaten.’
‘Door in de getroffen dorpen aanwezig te blijven, door op alle vragen van de bevolking te antwoorden, win je langzaamaan vertrouwen. Dan komen de
mensen zelf naar ons toe om zich te laten testen. En als ze een positief resultaat hebben, zijn ze bereid om zich te laten opnemen in het behandelingscentrum.’
Hoeveel mensen verzorgt u daar?
‘In Bikoro zijn nu 14 patiënten opgenomen, allemaal bevestigde ebolagevallen. De mensen komen allemaal uit hetzelfde dorp.’
Sinds een week is een experimenteel ebolavaccin in Congo beschikbaar. Is het echt een ‘game changer’, zoals veel experts zeggen?
‘De voorbije week startte de vaccinatie in de grote stad Mbandaka. Vanaf maandag (vandaag, red.) zullen we ook hier in Bikoro kunnen vaccineren. Het personeel dat in contact komt met ebolagevallen, is als eerste aan de beurt. Daarna komen de contactpersonen van de patiënten en de contactperso nen van de contactpersonen.’
‘We hebben vertrouwen in het vaccin, maar het is zeker niet dé oplossing. De epidemie kan maar gestopt worden door een bundel van maatregelen: veilige begrafenissen –lichamen van overleden ebolapatiënten zijn de grootste bron van besmetting –, contactpersonen van patiënten zoeken en vragen om zich te laten testen, zich te laten vaccineren en te laten opvolgen,… Patiënten verstoppen zich soms uit vrees voor wat er met hen zal gebeuren. Zolang we niet alle haarden van de uitbraak hebben gevonden, is het onduidelijk hoe de epidemie verder zal verlopen.’
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie waren vorige donder dag 23 van de 35 bevestigde ebolapatiënten overleden. Bestaat het risico dat deze uit braak even erg wordt als die van 2014 en 2015?
‘Op dit moment zitten we in de eerste fase van de epidemie. De aantallen zullen sowieso nog stijgen. Omdat ebola in een stad zit, is er terecht grote bezorgdheid en kan niemand voorspellen hoe groot de uitbraak uiteindelijk zal zijn. Maar in vergelijking met 20142015 is er natuurlijk vooruitgang geboekt: we hebben veel meer ervaring met ebola.’
Hebt u voldoende materiaal en mankracht om de uitbraak in te dijken?
‘De grote uitdaging is om het materiaal dat in Congo toekomt, in dit rurale gebied te krijgen. Het zal ook niet gemakkelijk zijn om ervaren hulpverleners te blijven inschakelen. Wie hier werkt, klopt lange dagen en houdt zich aan strikte veiligheidsmaatregelen. Dat is vermoeiend en die vermoeidheid is gevaarlijk. Hulpverleners kunnen hier maximaal drie tot vier weken werken, daarna moeten we roteren.’