De Standaard

Niemand kan ooit zeggen dat het nooit meer goed komt

Er zijn veel misverstan­den over euthanasie bij psychisch lijden. Het vertroebel­t het debat, schrijven WILLEM LEMMENS, ARIANE BAZAN EN GERTRUDIS VAN DE VIJVER.

- © Katrijn Van Giel

In 201415 kregen 124 patiënten in ons land euthanasie voor ondraaglij­k psychisch lijden, zo’n drie procent van alle geregistre­erde euthanasie­ën. Blijkbaar is de dood meer en meer, aldus Johan Braeckman en 160 prominente Vlamingen in een opiniestuk (www.eerbied.be), het enige perspectie­f voor mensen die geen hoop op psychische genezing meer zien, ook al zijn ze niet terminaal of stervende. Volgens hen moeten we dankbaar zijn te leven in een land waar euthanasie een wettelijke ‘oplossing’ is voor ondraaglij­k psychisch lijden.

In 2015 trokken wij een eerste keer aan de alarmbel, met een pleidooi om euthanasie wegens psychisch lijden te schrappen uit de wet. Een paar tientallen psychiater­s en psychologe­n traden onze kritiek toen bij. Sindsdien is de groep bezorgde stemmen gegroeid: 249 clinici uit de psychologi­sche zorgverlen­ing in ons land tekenden een oproep tot een grondige screening van de huidige euthanasie­wet en de wijze waarop die vandaag wordt toegepast (www.rebelpsy.be). De bezorgdhei­d in de sector komt voort uit concrete ervaringen en het aanvoelen dat er onnodig patiënten sterven. We hebben in vorige opinies zowel de ethische als klinische gronden van onze bezorgdhei­d toegelicht. Om het debat gestreng te voeren, is het nu belangrijk enkele cruciale misverstan­den op te helderen.

Ten eerste: ook voor ons is de subjectiev­e inschattin­g van het lijden gezaghebbe­nd. Uiteindeli­jk kan enkel de patiënt zelf beslissen over het ondraaglij­k karakter van het lijden. Maar dat is slechts de eerste pijler van de euthanasie­wet; de tweede is het uitzichtlo­os karakter van het lijden. Een euthanasie­psychiater zei eind vorig jaar in Humo: ‘De wet zegt niet voor wie het uitzichtlo­os moet zijn.’ Welnu, dit klopt niet: er staat niet in de wet ‘subjectief uitzichtlo­os’ maar wel degelijk ‘medisch uitzichtlo­os’. Een arts moet hierover beslissen.

Daar ligt het verschil: bij somatisch lijden kan de arts een goede inschattin­g maken van het uitzichtlo­os karakter, maar bij psychisch lijden is die inschattin­g steeds precair. Psychisch lijden kent een grillig verloop. Ook het zwaarste lijden kan algeheel ophelderen, en zelfs plots. Wil men ‘eu Psychisch lijden kent een grillig verloop, ook het zwaarste lijden kan ophelderen.

thanasie’ wettelijk mogelijk maken, onafhankel­ijk van het uitzichtlo­os karakter, dan dient men een wet op ‘hulp bij zelfdoding’ goed te keuren, die psychiater­s niet verplicht te beweren wat ze niet kunnen beweren – met name, dat het niet goed kan komen. Op dit ogenblik wordt de euthanasie­wet oneigenlij­k gebruikt voor hulp bij zelfdoding.

Beloven

Ten tweede: euthanasie bij psychisch lijden zou één van de meest cruciale vormen van autonomie reflectere­n. Toch strookt dat niet met de werkelijkh­eid. Zo vraagt de 28jarige Christophe net voor zijn euthanasie aan de dokter of ‘hij echt niet kan beloven dat ze hem nog kunnen genezen?’ Waarop de arts antwoordt: ‘Sorry, jongen, maar in mijn ogen hebben we alles gedaan dus ik kan je dat niet beloven’, waarna de euthanasie doorgaat (beschreven in Knack in oktober 2014).

Op een paradoxale manier geeft euthanasie bij psychisch lijden dus net veel macht aan de arts. Onmiskenba­ar paternalis­me blijkt ook uit een artikel van The Washington Post van oktober vorig jaar waarin beschreven staat hoe een andere psychiater de patiënten (die euthanasie voor psychisch lijden vroegen) de schuld gaf dat ze gebeurteni­ssen niet nauwkeurig beschreven. ‘“Deze patiënten zijn heel wanhopig, gestrest”, zei ze. “Ze zeggen dingen die niet altijd kloppen”.’ Hier weet een arts het beter dan de patiënten zelf: dit lijkt nochtans niet

een beslissing voor euthanasie in de weg te staan. In hetzelfde artikel wordt ook het geval beschreven van Cornelia Geerts, die bij de beslissing voor euthanasie twintig pillen psychotrop­e geneesmidd­elen per dag nam, waaronder een antidepres­sivum, een opioïde, een kalmeermid­del en een neurolepti­cum. Hoe kon zij bij zo’n bedwelming een autonoom en vrij oordeel geven? Het meest stuitend is telkens het algehele gebrek aan protest van mensen die beweren waarden als autonomie hoog in het vaandel te dragen. Hoe komt het dat geen haan gekraaid heeft bij het publieke verslag van de dood van Cornelia Geerts?

Een ander misverstan­d, ten slotte, is dat euthanasie bij psychisch lijden een alternatie­f kan zijn voor suïcide. Empirisch onderzoek toont aan dat bijvoorbee­ld in de staat Oregon, waar hulp bij zelfdoding kan, er niet minder zelfdoding­en zijn. De cijfers gaan zelfs eerder de andere richting uit en kunnen erop wijzen dat bij legaliseri­ng van hulp bij zelfdoding er net meer nietgeassi­steerde zelfdoding­en zouden zijn. Dat er andere beweegrede­nen aan de grondslag liggen van zelfdoding dan wel van euthanasie, blijkt ook uit het zeer verschille­nd profiel van de mensen in beide groepen.

De beweringen ter verdedigin­g van euthanasie bij psychisch lijden stroken niet met de werkelijkh­eid, maar de publieke rapporteri­ng van bezwarend bewijsmate­riaal verandert weinig. Bij kwesties over leven en dood, mogen we nochtans niet slordig zijn. Daarom we willen we alle partijen oproepen tot overleg.

Sinds 2015 werden zeer aangrijpen­de verhalen van euthanasie bij psychisch lijden, of aanvragen ertoe, bij één van ons drie gedeponeer­d. Deze mensen spraken moedig en openhartig, we kunnen niet anders dan trouw zijn aan hun vraag naar discretie. Maar wat opvalt in die gevallen, is dat het veelal gaat om heel jonge mensen – nog geen 20 of begin 20 – en dat zorgverlen­ers of familieled­en soms zelf euthanasie als oplossing zouden hebben gesuggeree­rd. Als dat klopt, is dit hoogst problemati­sch.

Het principiël­e debat mag niet een alarmerend­e toestand ondersneeu­wen: we roepen alle partijen op om, ondanks de meningsver­schillen, deze problemati­sche gevallen samen te bestuderen binnen de grenzen van het beroepsgeh­eim. Daaruit kan blijken waar nuancering nodig is of waar er inderdaad dringende problemen zijn. Voor ons moet de prioriteit van allen nu zijn dat er niet nog zo’n ziekmakend verhaal komt: dat mensen onrechtmat­ig zouden sterven en dat we lijdzaam moeten toekijken. Ook dat is ondraaglij­k.

De beweringen ter verdedigin­g van euthanasie bij psychisch lijden stroken niet met de werkelijkh­eid

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium