Transmigrant
‘Haar tragische lot zou kunnen leiden tot een reflectie over het beleid rond transmigranten.’ (DS, 22 mei)
Transmigranten of transitmigranten, wat is het juiste woord, vraagt iemand mij. Als het gezag van de Dikke Van Dale volstaat: het zijn synoniemen.
Transitmigrant werd pas vorig jaar toegevoegd aan de digitale versie van het woordenboek.
Transmigrant bestaat al langer. Het komt voor in de Nederlandse Landverhuizingswet van 1936: ‘personen, niet in Nederland wonende, die over Nederland naar enig land (…) reizen ten behoeve van vestiging en (of) verkrijging van bestaansmiddelen’. In mensentaal: ‘iemand die tijdelijk in ons land verblijft, onderweg om zich te vestigen in een ander land’. Merkwaardig is dat we in trans
migranten nu alleen nog vluchtelingen zien; ten tijde van die Nederlandse wet ging het voornamelijk om buitenlanders die door een Nederlandse ‘ondernemer’ als gastarbeider naar een overzees gebied werden gestuurd.
In feite hebben we de variant transitmigrant niet nodig. Dat die toch in de media is gekomen, is te verklaren door de behoefte aan een term die nog dikker in de verf zet dat deze mensen in tran
sit, ‘op doortocht’ zijn. Er is een subtiel verschil met samenstellingen met trans (‘overschrijdend’, denk aan transcontinentaal, transgender).
Beide woorden hebben in drie jaar tijd een steile opgang gemaakt. Tot 2014 kwamen ze zelden in
De Standaard. In 2015 vind ik ze in 20 artikelen. De afgelopen twaalf maanden: 102 vindplaatsen. Intussen is de transitmigrant alweer aan het verdwijnen, ten voordele van de transmi
grant. Wie een woord van het jaar nodig heeft, hoeft niet langer te zoeken.
Maar waarom is het begrip zo hot?
Probeerden voor
2015 dan geen mensen GrootBrittannië te bereiken via ons land? Toch wel. Al in 1998 waarschuwde de rijkswacht van Oostende voor de niet te stuiten stroom Afrikanen en CentraalEuropeanen die door mensensmokkelaars naar GrootBrittannië werden gesluisd. Ze werden toen wel anders genoemd: vluchtelingen of illegalen.
Wie het begrip transmigrant ‘in de markt heeft gezet’ streeft een onderscheid na dat zinvol is: wil de persoon in kwestie hier blijven of niet? Dat heeft allerlei juridische consequenties. Maar hij verdoezelt een ander onderscheid. Hij stelt de vluchteling gelijk met de migrant, de landverhuizer of ‘gelukzoeker’ die terecht of ten onrechte meent betere levenskansen te kunnen vinden in het rijke Westen. Terwijl de mensen die hun lot in handen geven van mensensmokkelaars, have en goed achterlaten omdat alles beter is dan te leven onder oorlog, vervolging of terreur.
Er is ook een verschil in de empathie die de verschillende benamingen oproepen. Bij vluchte
ling denken we aan gevaar, en we supporteren voor wie daaraan wil ontsnappen. Bij transmi
grant denken we: die hoorde hier eigenlijk niet te
zijn.
Vraag me dus niet of de peuter die omkomt door een politiekogel een transmigrant, een transitmigrant, een asielzoeker, een vluchteling, een illegaal of een gelukzoeker is. Het is een kind.
De Afrikanen en CentraalEuropeanen die naar GrootBrittannië werden gesluisd, werden in 1998
vluchtelingen of illegalen genoemd