SCHATTING
Ik heb het te koud. De avond en mezelf verkeerd ingeschat – alweer. Dit zijn dagen van zorgwekkend veel verkeerde inschattingen. Kleine zoals deze, ook te grote. Ik ben er slecht in, in voorspellen. Straks dient zich altijd anders aan dan daarnet nog gedacht. Ik onderschat of ik overschat, ik schat er zelden pal op.
Vast ligt het aan mijn stuitende gebrek aan zelfkennis. Hoe hard ik die ook nastreef. Al wat inzage in mezelf belooft, wil ik zo graag geloven. Ik blijf ook een fervente invuller van ABCDtestjes. Bij voorkeur ben ik een uitgesproken A of D. ‘U bent het halflegeglastype.’
In mezelf bedotten, ben ik wél bedreven. Dat leidde al tot onfortuinlijke beslissingen, waarvan ik er enkele, achteraf bekeken, toch niet anders had gewild.
Het was een leraar fysica die zijn eerste les van het jaar altijd begon met Kierkegaard op het bord te schrijven: ‘Het leven kan alleen achterwaarts worden begrepen, maar moet voorwaarts worden geleefd.’ Of: voorspellen is onzinnig, zelfs zinloos. De link met fysica begreep ik toen niet.
Maar deze avond in de theaterzaal had ik dus warmer ingeschat. Mijn metgezel niet, blijkt. Die zit zich misselijk te zweten in een wollen truitje dat hij niet kan uittrekken. ‘Ik heb er niets onder.’
De ene foute inschatting is
te verkiezen boven de andere.