‘Van tactiek ken ik niets, ik ben een supporter’
Bondsvoorzitter Gérard Linard staat voor zijn eerste én laatste WK. Maar dat maakt zijn ambitie er niet minder om: beter doen dan op het vorige WK en EK. Hij droomt zelfs een WK zoals Johan Cruijff en Oranje in 1974 speelden.
BRUSSEL I De bondsvoorzitter is 75 jaar, zelfs in de voetbalbond heb je dan de pensioenleeftijd al bereikt. Om de continuïteit te verzekeren, is hem nog gevraagd om er een jaartje bij te doen. Maar de Vlaamse amateurs willen dat tegenhouden. Omdat het grootste gedeelte van de Waalse vleugel én de profclubs hem wil behouden, blijft Linard wellicht toch nog gewoon een jaartje voorzitter.
Ondanks zijn leeftijd werd Linard wel door jonge wolven als Bart Verhaeghe en Mehdi Bayat voorgedragen om de grootste sportbond van het land te leiden. De dynamiek van dat duo heeft hij niet meer. Hij praat trager, lacht meer en heeft het weekend nodig om uit te rusten. Maar de gewezen student bedrijfsbeheer aan het Cegos in Parijs duwt door.
Waarom toch?
woordelijkheid neemt. Maar je hebt natuurlijk gelijk. In normale omstandigheden had ik hier niet gezeten. In 2010 is onze familie iets tragisch overkomen (dochter Christine overleed, red.). Dan was het tomber ou se relever. Vallen of weer opstaan. Dat was een belangrijke klap in ons leven. Ik ben weer opgestaan. Ik geef toe, ik was aan het verbitteren. Ik heb heel diep gezeten. Je moet weten, ze had nog een zoon van 15 jaar ook… Nu is hij 23 jaar. Ik ben als een gek beginnen te werken. Ik zocht nog meer dingen om me mee bezig te houden. Ik deed de boekhouding van de school in ons dorp erbij, ik hielp de fabriek waar ik tot mijn pensioen werkte nog als ze me nodig hadden… Op zulke moeilijke momenten doet het goed dat ze je nog nodig hebben. Ik heb me op mijn werk bij de bond gestort. Ik had hier niet gezeten als dat niet was gebeurd. Ik zou nog wel in het voetbal zitten, maar op een veel lager niveau.’
Het is een verrassend verhaal, want u komt eerder over als een bon vivant met…
‘… dat ben ik tot op zekere hoogte ook. Niets liever dan de derde helft na een wedstrijd. Geleerd van mijn broer. (met betraande ogen toch een glimlach) Die is intussen ook overleden. Maar het leven gaat door. Dat bedoel ik met tomber ou se relever. Nu moet ik wel toegeven: doordat er tegenwoordig meer alcoholcontroles zijn, is dat uitgaan wat verminderd.’ (lacht)
Hoe rijmt u dat imago van bon vivant met de harde ingrepen die u doorvoerde op de bond? U lag in drie jaar tijd aan de basis van het ontslag van de ceo’s Steven Martens en Koen De Brabander en van twee directeuren Communicatie. Bent u een wolf in schaapsvacht?
‘Zoals ik in het begin al zei: ik ben iemand die zijn verantwoordelijkheid neemt. Ik heb harde beslissingen genomen, maar eigenlijk namen we die samen. Ik ontsla die mensen niet alleen, hè. Ik werk niet met
conflict, maar in overleg. Soms zoeken ze het ook. Koen De Brabander begon op 1 november en op 20 november zei hij al dat hij me niet meer nodig had. Ik was zijn voorganger. Weet je, ik was jarenlang administratief directeur van Efel Couvin, een bedrijf dat kachels en kolen produceerde in mijn geboortestreek. Zoals je weet, hebben wij in Henegouwen economisch veel zwarte sneeuw gezien. Er werkten 600 mensen toen ik de baas werd, toen ik vertrok nog 250. Wel, nu bestaat Efel Couvin het niet meer. Vijf, zes jaar na mijn vertrek ging het failliet. Is dat dan beter? Ik neem mijn verantwoordelijkheid in het belang van de mensen.’
Eigenaardig genoeg leeft er nu bij sommigen de perceptie dat uw ondervoorzitters, Clubvoorzitter Bart Verhaeghe en Charleroidirecteur Mehdi Bayat, de bond besturen. Zij hielpen u ook in zadel.
Mehdi zijn clubleiders, staan dagelijks met beide voeten in het profvoetbal. Ik kom uit de amateurs, heb daar mijn weg gemaakt. Moet ik dan een nieuwe bondscoach zoeken of oordelen dat hij zijn contract moet verlengen? Moet ik over premies onderhandelen? Dat kunnen die mannen beter. Verhaeghe is heel intelligent. Hij is emotioneel, maar gaat ervoor. Ik heb hem na ClubAnderlecht toen hij uitviel naar de VAR en zaken insinueerde wel aangesproken.’
Laten we het eens over voetbal hebben.
‘Niet over tactiek, hè. Daar ken ik niets van. Ik ben een supporter.’
Wat vindt u als supporter van de nietselectie van Radja Nainggolan?
‘Simpel. Wij betalen een trainer om zich over de ploeg te ontfermen. Dus als hij een standpunt inneemt, dan moeten we dat respecteren. Nainggolan is een sympathieke kerel en heeft goede wedstrijden voor ons gespeeld, maar de selectie is de verantwoordelijkheid van de coach en zijn staf.’
Wat vindt u eigenlijk van Martinez?
‘Ik kan alleen vergelijken met Wilmots. Die kwam veel minder op de voetbalbond. En als hij kwam, was het boel. Wilmots had zelfs kritiek op de prijs van onze tickets. Hij respecteerde het werk van de bondsmensen
(voorganger van Bart Verhaeghe als voorzitter van de Technische Commissie, red.)
zei dat Wilmots steeds meer dacht dat hij God was. Dat vond ik ook. Hij nam posities tegen de bond in, dat is toch niet normaal? Martinez is hier elke dag. Hij neemt deel, discussieert over voetbal. Hij is volgens mij tactisch ook beter geschoold dan Wilmots.’
Wat moeten voor de Rode Duivels de ambities zijn op het WK?
‘Het enige slechte wat er zou zijn, is dat we er in de eerste ronde uitgaan. En daarna moeten we zo ver mogelijk mikken. In de laatste twee toernooien hebben we telkens de kwartfinales bereikt. Als supporter hoop ik minstens op hetzelfde, en uiteraard op meer. Een halve finale. Het is nu of nooit voor deze jongens. Ik vergelijk deze generatie met de Nederlandse generatie van 1974, die met Cruijff de finale speelde. Dat moeten wij ook kunnen.’
‘Wilmots kwam veel minder op de voetbalbond dan Martinez. En als hij kwam, was het boel’