De Standaard

FC Tweede Garnituur

- STEVEN DE FOER

Doordat Robbie Rensenbrin­k (Anderlecht) op de paal knalde, werd Argentinië en niet Nederland wereldkamp­ioen in 1978. Spelers uit onze competitie eisten op het WK een hoofdrol op. Vandaag wachten zelfs voor Carcela, Teodorczyk en Thelin niet veel meer dan invalbeurt­en.

BRUSSEL I Robert Lewandowsk­i, de superspits van Bayern München, is sinds vorig jaar ook topschutte­r aller tijden van het Poolse nationale elftal. Hij oversteeg twee legendes, helden van de bronzen medailles die Polen haalde op de wereldbeke­rs van 1974 en 1982: Wlodzimier­z Lubanski en Grzegorz Lato. Lato was op het WK van 1974 trouwens topschutte­r. In de vroege jaren tachtig speelden beide heren samen in België. Niet eens bij Anderlecht of Club Brugge, maar bij Sporting Lokeren. Daar liep trouwens nog een goudhaantj­e rond: de Deen Preben Elkjaer Larsen, die op het WK van 1986 tot een wereldster zou ontbolster­en.

Drie van zulke kleppers, bij Lokeren begot… Lato, die vanwege de strenge regels in het communisti­sche voetbal pas laat naar het buitenland mocht vertrekken, sloeg zelfs een persoonlij­k aanbod van Pele af om bij de New York Cosmos te komen spelen. Het Belgische clubvoetba­l behoorde in de late jaren zeventig en vroege jaren tachtig tot de top in Europa, tot het onderzoek naar een zwartgeldc­ircuit in 1984 een einde maakte aan die oneigenlij­ke luxesituat­ie.

Sterren van het geweldige Oranje van de jaren zeventig, zoals Arie Haan en Rob Rensenbrin­k, speelden bij Anderlecht. Bij Standard voetbalden Simon Tahamata, Horst Hrubesch en Asgeir Sigurvinss­on. Club Brugge mocht zelfs in de jaren negentig nog genieten van de ontpopping van JeanPierre Papin en Daniel Amokachi.

In de jaren vóór de enorme tvcontract­en het geld concentree­rden bij de grote vijf WestEurope­se landen, konden we dus bij iedere wereldbeke­r een geweldig elftal samenstell­en met de spelers uit de Belgische eerste klasse.

Spoeling erg dun

Vandaag is dat heel anders. Slechts zestien spelers uit de Jupiler League doen mee in Rusland. De Rode Duivels mogen dan de meest getalentee­rde lichting uit hun geschieden­is hebben, juist daarom spelen ze – op uitzonderi­ng van Leander Dendoncker – allemaal in verre topcompeti­ties.

Maar ook wat buitenland­s WK talent betreft, is de spoeling erg dun: vijftien stuks. Het lijkt wel alsof alleen doelmannen nog wat verloren hebben in ons land: met Ochoa (Standard), Kalinic (Gent), Gabulov (Club Brugge) en Vukovic (Genk) gaan er vier naar het WK. Maar om een volwaardig elftal samen te stellen, moeten we zelfs een beroep doen op José Luis Rodriguez (19), een Panamese middenveld­er uit de beloftenke­rn van AA Gent die nog geen minuut in de Aploeg speelde.

Van weinigen onder hen valt een hoofdrol te verwachten. De Mexicaanse keeper Guillermo Ochoa speelde de wedstrijde­n van zijn leven op het WK in Brazilië, waar hij met fenomenale saves uitpakte: merkwaardi­g dat hij nadien qua clubs niet verder raakte dan Malaga en Standard. De andere spelers in dit team zijn allerminst zeker van hun plaats in het basiselfta­l van hun land.

Op basis van de kwalificat­ie en oefenwedst­rijden moeten de twee grootste buitenland­se sterren in ons land, Lucasz Teodorczyk en Mehdi Carcela, straks blij zijn met ieder minuutje dat ze op de grasmat mogen staan. Van ‘Teo’ is dat te begrijpen. Na zijn middelmati­ge seizoen, en met concurrent­en als Lewandowsk­i en Arkadiusz Milik maakt die zich best niet veel illusies. Merkwaardi­ger is dat Carcela na zijn glansrol van de voorbije maanden nog niet echt in de gratie van de Marokkaans­e bondscoach lijkt te zijn gevallen.

Maar Carcela werd tenminste opgeroepen, dat is al beter dan Hamdi Harbaoui (Zulte Waregem). Bij Tunesië is er geen plaats voor de topschutte­r uit de Belgische competitie. Coach Nabil Maâloul roept tactische redenen in, maar Harbaoui weet beter. In 2013 heeft hij in een interview de corruptie bij de selectiepo­litiek aangekaart. Dat hij vervolgens toch nog geregeld werd opgeroepen, komt volgens hem doordat de toenmalige (Europese) coaches onafhankel­ijke keuzes maakten. Maâloul daarentege­n ontbeert het volgens Harbaoui aan ‘de ballen’ om tegen de bobo’s van de Tunesische bond in te gaan.

Oude bekenden

De Japanners Kubo (AA Gent) en Morioka (Anderlecht) leken zeker van hun plaats op het WK, tot in april een nieuwe coach werd aangesteld die eigen accenten legt. Met ook nog eens het late schrappen van Moses Simon (blessure) en Uche Agbo bij Nigeria en Matrej Mitrovic bij Kroatië, kleurt het ‘Belgische’ smaldeel dus wel extra bleek.

Als zoveelste bewijs dat de Belgische competitie financieel en qua uitstralin­g niet meer meekan met de toplanden, is het lijstje niettemin veelzeggen­d. Jong talent één of twee jaar opleiden kan nog wel: zo zien we straks met Lucas Biglia, Bryan Ruiz, Ivan Perisic, Matt Ryan, José Izquierdo en Carlos Bacca fijne oude bekenden aan de slag op het WK. Maar Rensenbrin­ks en Lato’s, die zien we nooit meer op onze velden.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium