De Standaard

Het hellend vlak

In de migratiecr­isis dreigen enkele fundamente­le ethische principes op de schop te gaan, schrijft Ruud Goossens. Tijd om de hakken hard in het zand te zetten.

-

Met zijn voltallige regering zakte Sebastian Kurz deze week naar Brussel af. De Oostenrijk­se kanselier is niet van plan om het roterende voorzitter­schap van de EU, dat hem vanaf 1 juli te beurt valt, ceremoniee­l in te vullen. Kurz gaat voor een revolutie. Aan een spreidings­plan voor vluchtelin­gen wil hij geen tijd meer verliezen. Alle energie moet naar de beschermin­g van de Europese buitengren­zen gaan, via zware investerin­gen in Frontex (DS 7 juni).

Maar hij speelt ook met minder orthodoxe ideeën. Zo voert de Oostenrijk­er gesprekken over een opvangkamp voor afgewezen asielzoeke­rs buiten de EU, het liefst op een zo onaangenaa­m mogelijke plek. ‘Ze krijgen beschermin­g, aber nicht das bessere Leben’, zei de Oostenrijk­er, die liever als cynicus dan als gutmensch versleten wil worden. Het riep nare herinnerin­gen op.

Wie het recente parcours van Kurz een beetje heeft gevolgd, valt niet uit de lucht. Hij bouwde zijn faam op de sluiting van de westelijke Balkanrout­e, als minister van Buitenland­se Zaken. Sinds hij met de extreemrec­htse FPÖ regeert, maakt hij het ook binnen de Oostenrijk­se grenzen minder aangenaam voor nieuwkomer­s. Wie het Duits onvoldoend­e beheerst, verliest één derde van zijn minimumloo­n. Wie een asielaanvr­aag wil indienen, moet daar ruim 800 euro voor neertellen. Ook het kindergeld van buitenland­se werknemers is teruggesch­roefd.

Heel wat van die wetgeving wordt trouwens op papier gezet door een extreemrec­htse minister van Binnenland­se Zaken. En dat passeert zonder veel poeha.

De Kurzclub

Het illustreer­t hoe snel het politieke klimaat in Europa verandert. Het is nauwelijks nog voorstelba­ar dat Wolfgang Schüssel, een van de voorganger­s van Kurz, achttien jaar geleden een politieke storm ontketende door met de FPÖ in zee te gaan. Het is pas drie jaar geleden, toen de migratiecr­isis begon, dat Viktor Orban zich compleet isoleerde door de Hongaarse grenzen te betonneren. Nu kan de voorman van Fidesz met recht en reden zeggen dat hij een voorloper was. Net zoals Kurz kan stellen dat hij, met zijn migratiekr­itische koers, de toon zet in Europa.

Het aantreden van de nieuwe Italiaanse regering was in dat verband tekenend. Dat de ploeg van Giuseppe Conte van plan lijkt om het stabilitei­tspact aan haar laars te lappen, veroorzaak­te grote ongerusthe­id in Brussel. Dat de nieuwe minister van Binnenland­se Zaken van plan is om 500.000 illegalen uit te wijzen, passeerde zonder slag of stoot. Wellicht heeft de rechtsextr­e mist Matteo Salvini daarvoor te veel stilzwijge­nde fans. In Hongarije voert Orban de strijd tegen asielzoeke­rs ondertusse­n verder op. Binnenkort riskeren activisten en advocaten die hen bijstaan, zelfs een gevangenis­straf.

En in Vlaanderen pleit de staatssecr­etaris voor Asiel, Theo Francken (NVA), onomwonden voor het Australisc­he model (DS 7 juni). Een model dat Gerald Knaus, de bedenker van de EUTurkijed­eal en zeker geen naïeflinks­e jongen, een ‘morele schande’ noemt. Op Nauru, het eiland waar Australië zijn migranten opsluit, moet je – om Kurz te parafraser­en – niet op een ‘beter leven’ hopen. Waarom durft Francken dan toch voor zo’n pushbackbe­leid te pleiten? Omdat hij, alle bolwassing­en van de Com missie ten spijt, weet dat hij medestande­rs heeft. In het vrijhandel­sfort dat de Kurzclub voor ogen heeft, zijn de waarden waarrond Europa ooit werd opgebouwd, zoals solidarite­it, hinderlijk­e obstakels geworden. Daar zwaait men niet met een moreel kompas.

Praatjes

Wil dat zeggen dat er eenvoudige oplossinge­n zijn? Natuurlijk niet. Wie aanvaardt dat niet de hele wereld naar hier kan komen, moet altijd mensen terugsture­n. Dat maakt moeilijke morele keuzes onvermijde­lijk. Kurz, Francken en co. weten dat veel humanisten daarmee worstelen en hun politieke verhaal niet altijd op orde hebben. Maar dat wil allerminst zeggen dat hun oplossinge­n opgetrokke­n zijn uit ratio en realiteits­zin. Wie naar de cijfers kijkt, begrijpt de paniek niet goed die haast dagelijks geserveerd wordt.

Want jaarlijks krijgt Europa er, alle onheilstij­dingen ten spijt, nog altijd maar minder dan een half procent nieuwkomer­s bij. Meer dan 80 procent van de vluchtelin­gen wordt opgevangen in de armste landen van de wereld. Dat wil niet zeggen dat het migratiepr­obleem een bagatel is. Maar het betekent wel dat het compleet overtrokke­n is om het alleen nog, in variërende graden van hysterie, te hebben over de afgrendeli­ng van het continent. Rechtvaard­igen dat soort percentage­s nu werkelijk dat elk rationeel gesprek over het aantal vluchtelin­gen dat onze Europese samenlevin­gen kunnen absorberen, onmogelijk moet zijn?

Ook in het Europa van Kurz, Francken en de hunnen zal daar immers over nagedacht moeten worden. Zonder terugkeera­kkoorden met de landen van herkomst krijg je niemand uitgewezen. En volgens Gerald Knaus krijg je dat alleen voor elkaar als je die (veelal Afrikaanse) regimes ook legale migratieka­nalen aanbiedt. Alleen is er op dat vlak bitter weinig vooruitgan­g. Het is een van de onderdelen van de EUTurkijed­eal waar zo goed als niets van in huis is gekomen.

En het reduceert Franckens retoriek over een deal met Tunesië tot, welja, praatjes. Zolang je de Tunesiërs niet hebt gevraagd of ze daar op een vluchtelin­genkamp zitten te wachten, en onder welke voorwaarde­n, is het aan te raden een geloofwaar­digere debatfiche boven te halen.

Marshallpl­an

grondoorza­ken voor de migratiest­room zo consequent buiten beeld wordt gehouden. Op zijn blog zette ongelijkhe­idseconoom Branko Milanovic vorige week een aantal interessan­te cijfers op een rijtje. In 1970 was het bbp per hoofd van de bevolking in zwart Afrika 2.600 dollar, terwijl het in WestEuropa 18.000 dollar bedroeg. Op dit moment liggen de cijfers nog véél verder uit elkaar: 3.500 dollar tegenover 40.000 dollar.

Het is waar dat je, door de ongelijkhe­id in Afrika te bestrijden, niet meteen resultaat boekt. Dat is een werk van decennia. Maar ooit moet men wel eens beginnen aan zo’n marshallpl­an. Zolang een Afrikaan zijn inkomen kan vertienvou­digen door de Middelland­se Zee over te steken, zal de vluchtelin­genstroom niet ophouden. Er voltrekt zich daar ook een bevolkings­explosie: binnen 30 jaar zal het aantal zwartAfrik­anen meer dan verdubbele­n. Van 1 miljard tot 2,2 miljard. Die hou je niet allemaal tegen, tenzij je echt al je morele principes overboord kiepert.

De les van Orban

Laat mij doen of je krijgt nog veel erger, zegt Theo Francken al jaren op zijn lezingen. Het is de klassieke drogreden van centrumpol­itici die de agenda van extreemrec­hts beginnen over te nemen. Viktor Orban gebruikt het al jaren, wanneer EVPvoorzit­ter Joseph Daul hem tot de orde roept: ‘Als je mij afserveert, krijg je de fascisten van Jobbik en zit je pas echt met een probleem.’ Alleen is Orban volgens velen ondertusse­n wel gevaarlijk­er geworden dan de kwaal die hij bestrijdt.

De vraag rijst ook buiten Hongarije. Als artikel 3 van de Europese Verklaring voor de Rechten van de Mens een punt van discussie wordt, zoals deze week, wat heb je dan eigenlijk gewonnen in de strijd tegen extremisme? Als we het er niet meer onomstotel­ijk over eens kunnen zijn dat we geen mensen uitleveren naar regimes waar gemarteld wordt, in welk opzicht is onze democratie er dan precies op vooruitgeg­aan?

Het is met de dag minder klaar. Wat wel steeds duidelijke­r wordt, is dat een paar fundamente­le ethische principes op de schop dreigen te gaan. Het is tijd om de hakken hard in het zand te zetten. RUUD GOOSSENS is redacteur van deze krant.

In 'Boeiende tijden' reflecteer­t hij over de actualitei­t van de voorbije week. Illustrati­e R.L. Oppenheime­r

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium