De Standaard

ONDUIDELIJ­KHEID TROEF OVER DOORREKENI­NG PARTIJPROG­RAMMA’S

De bijsturing van de wet over de berekening van de partijprog­ramma’s blijft aanslepen. Het Planbureau beperkt zich tot de partijen in de Kamer.

- VAN ONZE REDACTRICE MARJAN JUSTAERT

BRUSSEL I ‘De wet van 22 mei 2014 moet dringend worden gewijzigd.’ Dixit: minister van Werk Kris Peeters (CD&V) op 28 maart in de bevoegde Kamercommi­ssie. Zowel meerderhei­d als oppositie beseft dat het geen zin heeft om het Federaal Planbureau op te zadelen met een onmogelijk­e opdracht. De scope van de wet moet verkleind worden, maar hoe?

Vandaag geldt de verplichte doorrekeni­ng voor elke partij die vertegenwo­ordigd is in de Kamer of een deelstaatp­arlement. Daarnaast kán elke andere partij aan het Planbureau vragen om aan te sluiten. Afgaande op 2014 komt het totaal op liefst 68 partijen.

De huidige wet voorziet in een becijferin­g van de ‘gevolgen voor de overheidsf­inanciën, de koopkracht en de werkgelege­nheid van diverse inkomensgr­oepen, voor de sociale zekerheid en alsook van de impact op het milieu en de mobiliteit’. Er wordt gewerkt met prioriteit­enlijsten. Hoeveel prioriteit­en zo’n lijst moet tellen, is niet vastgelegd.

Ten laatste honderd dagen voor de verkiezing­en moeten de lijsten worden overgemaak­t aan het Planbureau, dat vervolgens veertig dagen heeft om een eerste ontwerpber­ekening op te maken. Veel tijd is dat niet. De definitiev­e doorrekeni­ng zou vijftien dagen voor de verkiezing­sdatum gepublicee­rd worden.

De Wetstraat kan ingrijpen op het aantal partijen, domeinen of op de timing. Op regeringsn­iveau zouden er enkele blauwdrukk­en van een wetswijzig­ing circuleren, maar officieel is de zaak in handen van het parlement, waar een werkgroep op de been is gebracht om de bijsturing voor te bereiden.

Generale repetitie

Open VLD en NVA zijn voorstande­r van een trial, waarbij het Planbureau de oefening doet met de gegevens van 2014. ‘Iedereen moet toch eerst de spelregels kennen’, klinkt het bij de liberalen. Volgens NVAKamerli­d Inez De Coninck, voorzitste­r van de werkgroep, was er begin dit jaar een consensus om op korte termijn zo’n generale repetitie te organisere­n. ‘Helaas heeft het Planbureau laten weten geen trial te kunnen doen om technische en financiële redenen’, zegt De Coninck. ‘Sindsdien tasten we in het duister.’ Dat er moet worden gesnoeid in het aantal partijen staat buiten kijf. Of er ook inhoudelij­k wordt beknibbeld op de te berekenen maatregele­n of deeldomein­en, ligt gevoeliger. Voor de socialiste­n kan het níét dat alleen het (para)fiscale aan bod komt, ook de sociale effecten moeten meegenomen worden in de oefening.

‘Het is best dat we landen met een kamerbreed compromis’, benadrukt Servais Verherstra­eten (CD&V). Hij lijkt de aangewezen persoon om daarnaar op zoek te gaan, maar ontkent dat hij een formeel mandaat heeft. ‘Momenteel lopen er geen onderhande­lingen.’

Het Planbureau vergadert intussen met de aangeduide contactper­sonen uit elke partij, veelal uit de studiedien­sten. Tijdens een eerste bijeenkoms­t op 26 april deed het Planbureau een ‘tegenvoors­tel’. In plaats van een trial belooft de instelling een duidelijk model naar voren te schuiven, mét infodocume­nten en voorbeelde­n, zodat iedereen een helder beeld krijgt. Op 22 juni volgt een tweede vergaderin­g. ‘Zolang de politiek geen wetswijzig­ing goedkeurt, doen wij voort met de wet van mei 2014’, geeft commissari­sadjunct Jan Verschoote­n aan. ‘Die geeft ons 40 kalenderda­gen om de berekening­en te doen. Dit wordt geen ninetofive­job en ook in de weekends zal er moeten gewerkt worden. Bovendien sluiten we nu pas de testfase van enkele nieuwe modellen af. Beide factoren maakten een trial onmogelijk. We proberen dat goed te maken door binnenkort de resultaten van onze modellen te tonen voor een pakket potentiële, maar fictieve maatregele­n.’

Het Planbureau is volgens Verschoote­n nooit vragende partij geweest voor een absolute beperking van de te bestuderen prioriteit­en, wél van een beperking van het aantal partijen. Ook als er geen wetswijzig­ing komt, kan de instelling in 2019 alleen de programma’s van de partijen die vandaag vertegenwo­ordigers hebben in de Kamer behandelen. ‘Meer is op een ernstige wijze onhaalbaar’, besluit Verschoote­n.

‘Zolang de politiek geen wetswijzig­ing goedkeurt, doen wij voort met de wet van mei 2014’

JAN VERSCHOOTE­N Planbureau

 ?? © Joris Snaet ??
© Joris Snaet

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium