Mary Beard over vrouwen en macht
‘Waag je op traditioneel mannelijk terrein en er komen beledigingen’
‘Het maakt niet uit wat je zegt. Als je je op traditioneel mannelijk terrein waagt, komen de beledigingen toch.’ Dat is een erfenis uit het oude Griekenland, schrijft Mary Beard. In Vrouwen & macht wil ze uitleggen ‘hoe diepgeworteld de mechanismen in de westerse cultuur zijn, die vrouwen de mond snoeren, weigeren hen ernstig te nemen en af te houden van de macht’.
Beard, hoogleraar aan de universiteit van Cambridge, klinkt vaak laconiek als het ernstig wordt: in haar documentaire over Caligula monkelde ze harder naarmate de uitspattingen van de Romeinse keizer gruwelijker werden. Ze schrijft zoals ze spreekt in haar tvprogramma’s, zuinig maar glashelder, met levendige voorbeelden.
Over Grieken en Romeinen moet je haar als classica niets vertellen. Handig, nu die dode jongens af en toe als lichtend voorbeeld in het politieke debat opduiken. Terwijl de Griekse democratie naar onze normen bar ondemocratisch was: vrouwen hadden er om te beginnen al niets te zeggen. Beard illustreert het met een fragment uit de Odyssee. Penelope vraagt een bard om iets vrolijks te spelen. Haar zoon Telemachus snoert haar de mond: ‘Moeder, (...) hou u bezig met uw eigen werk (…) Spreken is de taak van mannen (…) en bovenal van mij, want ik heb de macht over dit huishouden.’ Penelope antwoordt daarop niét: ‘Kinderbedtijd, jongen, laat de volwassenen maar spreken.’
Spraaklessen van Thatcher
Muthos (gezaghebbend spreken in het openbaar) was bij de oude Grieken een mannenzaak en een van de kwaliteiten van een leider. Een lage, mannelijke stem wees op moed, een hoge op ‘vrouwelijke lafheid’. De westerse cultuur heeft niet alles aan de Grieken en Romeinen te danken – ‘gelukkig’, schrijft Beard – maar onze tradities van debat voeren en openbaar spreken, hebben we wel van hen. Denk aan de speeches van Barack Obama, die alle trucs van Cicero kende en toepaste, en waarover men zo enthousiast was. Denk aan Margaret Thatcher, die uitspraak lessen volgde om haar stem te verlagen, zodat ze niet schril klonk als ze boven haar mannelijke collega’s uit moest komen.
Sterke vrouwen uit de klassieke literatuur zoals Medea, Antigone en Clytaemnestra waren voor de Grieken freaks die zich de macht onrechtmatig hadden toegeëigend en dan ook werden gestraft. Maar het krachtigste symbool van een vrouw die op haar plaats werd gezet, was Medusa, die eerst door Athena werd veranderd in het monster met de fallische slangenkop (omdat Poseidon Medusa in de tempel van Athena had verkracht, begrijpe wie begrijpen kan) en daarna door Perseus werd onthoofd.
Machtige vrouwen worden nog steeds als Medusa afgebeeld: fotografen posteerden de voormalige Braziliaanse president Dilma Rousseff voor de Medusa van Caravaggio, en Donald Trump houdt als de Perseus van Cellini het afgehakte hoofd van Hillary Clinton omhoog op mokken en Tshirts. Maar toen de komiek Kathy Griffin met een replicahoofd van Trump poseerde, werd ze massaal teruggefloten, ook door Chelsea Clinton, die tweette: ‘Dit is verachtelijk en fout. Grappen over de moord op een president zijn altijd misplaatst.’
Waarschijnlijk is Beard het daarmee eens. Het gaat er niet om misogyne mannen met hun eigen wapens te bevechten, je stem te verlagen of seksloze broekpakken te dragen. Als we de macht in onze eeuw willen herbekijken, moeten we er minder een zaak van persoonlijk prestige en kleine elites van maken. ‘Je kunt vrouwen niet zomaar in een structuur inpassen die als mannelijk gecodeerd is: je moet de structuur veranderen’, schrijft Beard in een conclusie die uit Naomi Aldermans roman zou kunnen komen. Beard geeft zelfs een voorbeeld van macht die iets aan het veranderen is: Black Lives Matter, opgericht door drie vrouwen.
Sterke vrouwen zoals Medea en Antigone waren voor de Grieken freaks die zich de macht onrechtmatig hadden toegeëigend