Terug naar 1986 met Rinat Dassaev
Vergeef het de Russen, als ze straks niet helemaal van harte voor de Rode Duivels supporteren. Jan Ceulemans (of de grensrechter) is voor hen wat de Engelsman David Platt voor ons is: het onverwachte eindstation in dat jaar dat alles scheen te lukken. Het belette de legendarische Rinat Dassaev niet bevriend te worden met zijn collega JeanMarie Pfaff.
MOSKOU I Het was het WK van Diego Armando Maradona. Geen enkele wereldtitel heeft daarvoor of daarna nog ooit zozeer het werk geleken van één speler, als Mexico 1986. Daarnaast was het ook óns WK: België was de sympathieke verrassing van het toernooi. Maar had het ook niet anders kunnen lopen? Het meest indrukwekkende team van dat WK was ongetwijfeld de SovjetUnie. De 43 in de achtste finales in León was voor de Rode Duivels een mirakel. Voor de USSR was het echter een nachtmerrie – dé verknalde kans op de wereldtitel.
De mannen van trainer Valeri Lobanovski waren een indrukwekkende machine, met twee in dividuele namen die er uitspron gen: goalgetter Igor Belanov, een Oekraïener zoals de meeste spe lers, en doelman Rinat Dassaev alias ‘Het IJzeren Gordijn’, omdat je er zo moeilijk voorbijkwam.
We zochten Dassaev, dé con current van JeanMarie Pfaff als beste keeper ter wereld, op bij Spartak Moskou waar hij op zijn 60ste nog steeds de jeugd onder zijn hoede heeft. In de verte zien we zijn 13jarige zoon aan de slag tijdens de keeperstraining. ‘Of hij zo goed wordt als ik? We zullen zien. Ik leer hem wel een paar trucjes bij, maar hij is te jong om dat al te weten.’ En of zoonlief heeft gekozen voor een bestaan tussen de palen? Dassaev grijnst. ‘Nee, dat hij keeper moest worden, daarover kon niet gedebatteerd worden.’
We gaan zitten op een bankje, tolk Irina tussen ons in, en we be ginnen uiteraard over Mexico ‘86. Hoe de monden van de hele we reld openzakten toen de Sovjet Unie in hun openingswedstrijd het nochtans ambitieuze Honga rije in de pan hakte met 60. Een openbaring, en na de eerste ronde waren de meeste analisten het erover eens dat dit team voortaan topfavoriet was. Ondanks Maradona.
‘Het draaide als een lier, al mocht je dat geen verrassing noe men. Een maand eerder had Dina mo Kiev de Europacup II gewon nen door met 30 Atletico Madrid te verslaan. Negen van de elf ba sisspelers van de USSR waren van Dinamo, en net voor het WK had zelfs hun coach Lobanovski de overstap gemaakt naar de natio nale ploeg. Het was Dinamo Kiev plus mijzelf en nog één of twee veldspelers die moesten worden ingepast. Die automatismen maakten ons geweldig. In de pou lefase, die we overtuigend won nen, en ook tegen België. We zijn toen de das omgedaan door het scheidsrechterlijk trio.’
In België zijn de namen Röthlisber ger en Prendergast berucht arbiters door wie we ons tekortgedaan voelen op WK’s. In Rusland haat iedereen de Zweed Erik Frederiksson, naar het schijnt.
‘Dat komt vooral door een niet gefloten handsbal die ons zuur opbrak in 1990. In 1986 was hij toe vallig ook al de scheidsrechter bij onze uitschakeling, maar die dag deed hij niets verkeerd. Zijn grensrechter des te meer. Bij de 22 van Jan Ceulemans stak die zijn vlag even omhoog, en meteen weer omlaag. Het wás geen bui tenspel, maar het verkeerde signaal heeft ons wel in verwarring gebracht waardoor Ceulemans kon scoren. En dat was het kantelmoment in die wedstrijd. Ach ja, zoiets blijft je achtervolgen, het is frustrerend, maar ik kan de Rode Duivels niets verwijten. Ceulemans, Gerets, Demol: ze vochten als leeuwen, het was een uitstekende ploeg, ik neem hen niets kwalijk. Maar wij voelden ons wel bestolen, en het stak wel om te zien hoe ver België kwam. Dat is toch logisch?’
Wij vreesden nochtans een afstraffing, na jullie demonstratie in de eerste ronde en ons geknoei.
‘Wij dachten ook niet dat België ons kon tegenhouden. We wa ren ervan overtuigd dat we de we reldtitel konden pakken. Ondanks Maradona. We hadden een speler bij, Sulakvelidze, die het hele toer nooi lang met één specifiek doel werd voorbereid: Maradona uit de wedstrijd houden. Maar voetbal is voetbal. Het is anders uitge draaid.’
Voor het toernooi was in enkele media verschenen dat u de beste doelman ter wereld was. Dat was tegen het zere been van onze JeanMarie Pfaff. Hoe hard speelde de rivaliteit tussen jullie?
‘Ha, mijn oude tovaritsj (kame
raad, red.) Pfaff. We zijn vrienden geworden. Als we elkaar ontmoe ten, geven we elkaar een dikke knuffel en praten we wat over hoe het met het leven gaat. Ach, ik was trots, en hij ook. En we waren ook niet de enige topkeepers in de we reld. Je had ook nog de Duitser Schumacher en de Argentijn Pumpido. Pfaff heeft in Mexico een geweldig toernooi gekeept, hij heeft terecht de allereerste trofee voor beste keeper ter wereld gewonnen. En ik een jaar later, dus wie zal zeggen wie de beste was? Op het einde van onze carrières hebben we nog enkele keren samen gespeeld, in galawedstrijden zoals het afscheid van Michel Platini. Vrolijke kerel, Pfaff, doe hem de groeten.’
Dé iconische figuur op de affiches en logo’s van deze wereldbeker is Lev Jasjin. Voelt u zich niet wat tekortgedaan?
‘Njet, njet, daar heb ik vrede mee. Jasjin was de eerste en enige keeper die ooit (in 1963, red.) tot beste voetballer ter wereld werd verkozen. Een grotere legende bestaat er niet. Ik vind dat dus logisch. Bovendien waren wij vrienden. Ik heb hem nog opgezocht in
het ziekenhuis op het einde van zijn leven, en ik ken zijn weduwe. In zijn schaduw wil ik gerust staan.’
Het EK van 1988 was ook een absoluut toptoernooi voor u: beste keeper van het toernooi, maar ook… geklopt door dat fenomenale vluchtschot van Marco van Basten in de finale.
(kreunt) ‘Dat was een nóg gro tere teleurstelling, dichter bij een grote overwinning zijn wij nooit geweest. In de eerste wedstrijd van dat toernooi speelden we heel slecht. We wonnen een beetje per ongeluk, en omdat ik mijn ploeg toen echt overeind hield. Maar verder in dat EK werden we als team steeds beter – en toen kwam Van Basten. Hier in Rusland zeg gen ze soms om mij te plagen dat Van Basten en ik de twee hoofd rolspelers zijn in het mooiste doel punt aller tijden: hij omdat hij die bal erin knalde, en ik omdat ik hem uit het net moest vissen.’ (wrang lachje)
Na uw jaren bij Sevilla keerde u te rug naar Moskou. U was ook lid van het comité dat dit WK naar Rus land haalde. Door stemgerechtig den om te kopen, wordt gezegd.
(verveeld) ‘Ik heb van die beschuldiging gehoord, maar ik denk dat dat dikke onzin is. En als het al gebeurd zou zijn, dan toch niet met mijn medeweten.’
Rusland mocht wegens georgani seerd dopinggebruik niet deelne men aan de Olympische Winter spelen, en ook het voetbalteam wordt met argusogen gevolgd.
‘Inderdaad, er is pas nog een controle geweest en iedereen was clean. Wat me boos maakt, is dat ze in het buitenland doen alsof do ping alleen in Rusland bestaat. Ik denk dat wij een beetje geviseerd worden, ja.’
Wat verwacht u van Rusland?
‘De groepsfase zouden we toch moeten kunnen overleven, met het thuisvoordeel. Maar daarna komen we wellicht tegen Spanje of Portugal, en dat zijn teams die we niet aankunnen, vrees ik.’
Wat is uw verklaring voor de dra matische resultaten van de natio nale ploeg? Waar is het verkeerd gegaan?
(beslist) ‘Bij de perestrojka, op het einde van de jaren tachtig. Er is toen een lange periode van on zekerheid geweest, waardoor er geen jeugdcoaches meer werden opgeleid en ons voetbal jaren bleef stilstaan. Daarna zijn de oligarchen met de miljarden aan de macht gekomen bij de clubs, en die wilden meteen resultaten en kochten dus buitenlandse vedet ten. Wij groeiden destijds vanzelf op ons negentiende of twintigste door naar de eerste ploeg. Van daag is de concurrentie van die supersterren te groot voor die jongelui. We hebben nog enkele talenten hoor, zoals Aleksander Golovin en Fjodor Smolov. Maar ze blijven allemaal in eigen land spelen, en hebben dus niet die ervaring van jullie spelers – die bij Manchester en Chelsea en zo spelen.’
Wie wordt er wereldkampioen?
‘Duitsland of Brazilië. Die steken er nog steeds bovenuit. En zelf hoop ik, naast Rusland uiteraard, toch ook een beetje op Spanje, want mijn vrouw is een Spaanse.’
Haalt België de finale? Deze generatie heeft meer puur talent dan die van ‘86.
‘Ik zie hen wel een heel eind komen, als je al die namen op een rijtje ziet. Verbazend, zoveel talent in zo’n klein landje. Met zijn hoeveel zijn jullie, elf miljoen? Wij met ruim 140 miljoen. Beetje gênant, hé?’
‘Ik zie de Belgen een heel eind komen, als je al die namen op een rijtje ziet. Verbazend, zoveel talent in zo’n klein landje’
‘Wat me boos maakt, is dat ze in het buitenland doen alsof doping alleen in Rusland bestaat’