Een slechte week voor Facebook
Het was een slechte week voor Facebook. Alweer. De laatste goede week is al een hele poos geleden. Nadat het Cambridge Analyticaschandaal was losgebarsten, werd hier en daar (maar vooral op Twitter) opgeroepen om Facebook vaarwel te zeggen. En Zuckerberg moest zich gaan verantwoorden in het Amerikaanse en Europese Parlement. Dat bleek uiteindelijk allemaal een maat voor niets. Maar nee, het wil blijkbaar niet overwaaien.
The New York Times pakte uit met de onthulling dat fabrikanten van smartphones, inbegrepen het Chinese Huawei, vrijwel onbeperkt toegang konden krijgen tot Facebookgegevens. Daar is technisch een goede uitleg voor. Het probleem is dat Facebook die uitleg pas deze week gaf, nadat het in de krant had gestaan. En niet in maart, toen het zijn maatregelen rond Cambridge Analytica bekendmaakte. Daarom gelooft niemand dat we nu het laatste privacyschandaal over Facebook hebben gehoord.
Dat Facebook inmiddels aangeschoten wild is, bleek dinsdag ook bij de opening van Apples WWDCconferentie. Apple wilde benadrukken hoe goed het voor de privacy van zijn klanten zorgt. Wie surft met Apples Safaribrowser, zal voortaan een waarschuwing krijgen als hij op een website landt die ‘like’knoppen van Facebook bevat. ‘Met die knoppen kunnen ze je volgen, of je er op klikt of niet’, zei Appletopman Craig Federighi dinsdag. ‘En dit jaar gaan wij daar dus mee afrekenen’. Je kunt als Safarigebruiker nog altijd beslissen om gegevens over je surfgedrag wél naar Facebook door te sturen, ondanks de heel nadrukkelijke waarschuwing die je van Apple krijgt. Maar wie gaat dat doen? Apple saboteert zo het vermogen van Facebook om mensen buiten zijn eigen sociale netwerk op het internet te volgen en hen daar gerichte advertenties te tonen. Financieel zal dat het bedrijf misschien niet zo’n pijn doen. Maar het is opmerkelijk dat Apple beslist heeft om Facebook – en alléén Facebook – zo publiekelijk te kijk te zetten.
En ja, natuurlijk heeft Apple makkelijk praten. In tegenstelling tot Face book en Google leeft het niet van reclame maar van de verkoop van iPhones. Natuurlijk hoeft het dan veel minder met persoonlijke gegevens te sjacheren. Betekent dat dan dat alleen wie zich een iPhone kan veroorloven, recht heeft op privacy? Zo klinkt het soms, als je Tim Cook bezig hoort.
Deze week vernamen we ook dat Facebook twee bij jonge tieners populaire diensten gaat imiteren: Lip Sync Live wordt een variant van Musical.ly en FB.gg is een antwoord op Twitch. Je zou haast zeggen dat Facebook krampachtig probeert de jeugd voor zich te winnen. En dat kan kloppen. Want Amerikaanse tieners zijn massaal aan het afhaken, blijkt uit de recentste cijfers. Ja, dat is al eerder be weerd, maar deze keer is het echt zo: nog maar net de helft van de jongeren tussen dertien en zeventien gebruikt Facebook, drie jaar geleden was dat nog 71%. Met Cambridge Analytica heeft dat niets te maken, dit is een apart probleem. Facebook is die gene ratie niet helemaal kwijt, want Instagram doet het in die leeftijdsgroep wel nog goed. Maar Instagram is niet de data en geldmachine die Facebook is, en zal dat nooit zijn.
Trouwens, voor hoe lang zijn Instagram en Whatsapp nog onderdelen van Facebook? Die vraag mag stilaan worden gesteld. Het hoofdartikel van The New York Times op dinsdag beveelt aan om Facebook op te splitsen, zoals in 1984 gebeurde met telecomreus AT&T. En het wordt wel eens vergeten, maar ook Microsoft ontsnapte in 2001 maar heel nipt aan dat lot. Voor Facebook is het lang zo ver nog niet, maar het is niet meer ondenkbaar. En dat op zich is een keerpunt. Nee, het waait niet zomaar over, dit keer.
Het is opmerkelijk dat Apple beslist heeft om Facebook, en alléén Facebook, zo publiekelijk te kijk te zetten