Waterzuivering houdt niet alle plastic rommel tegen
Overloop bij stortbuien, slordige toeristen en wegwaaiend piepschuim: zo komt er veel plastic rommel in onze rivieren, zonder dat de waterzuivering dat kan tegenhouden.
‘Is het stuk afval drie millimeter groot, dan houden onze installaties het tegen'
Onderzoeker Bert Teunkens was ‘geschrokken’ van hoeveel plastic afval er in de Schelde drijft (DS 11 juni). Een afvalvanger op de rivier is geen overbodige luxe. Hoe komt al dat afval in het rivierwater terecht? We hadden toch riolen die aangesloten zijn op waterzuiveringsinstallaties?
Die hebben we zeker in Vlaanderen, 311 om precies te zijn. Ze hebben roosters om de grote stukken afval tegen te houden en zandvangers voor de kleinere. Alleen hele kleine microplastics glippen nog voor een groot deel door de mazen van het net.
‘Is het stuk afval drie millimeter groot, dan houden onze installaties het tegen’, zegt woordvoerster Maaike Janssens van Aquafin, dat instaat voor de bouw en het beheer van de zuiveringsstations. ‘Maar neem nu een wattenstaafje: als dat dwars tegen het rooster komt, dan wordt het gestopt. Gaat het er recht op, dan glipt het er mogelijk door.’
Van het Vlaamse huishoudelijke afvalwater is 83 procent op het rioleringsnet aangesloten. Dat betekent dat 17 procent ongezuiverd in de natuurlijke waterlopen terechtkomt. Dat kan een bron van Scheldevervuiling zijn.
Dan zijn er de gescheiden afwateringsstelsels: rioolwater en ‘he melwater’ worden apart opgevangen en afgevoerd. Dat ontlast de zuiveringsstations van het in principe propere regenwater.
Zwerfvuil dat in de goot of de berm ligt en na een fikse bui terechtkomt in een hemelwaterbuis, is zo ook op weg naar een beek of rivier. Ongezuiverd. ‘Grote stukken kunnen dat niet zijn’, zegt Maaike Janssens. ‘Een plastic fles raakt er niet in.’ Bovendien is nog maar 14 procent van de 28.000 km rioleringen in Vlaanderen gescheiden.
Als derde mogelijke bron zijn er de overstorten. Als de capaciteit van een rioolbuis bereikt is, kan het teveel op bepaalde plekken gecontroleerd overlopen in een nabije beek. Na een stortbui zie je die dan grijsbruinig kleuren van het geslikte afval. Dit gebeurt voor de riolen de waterzuivering bereikt hebben.
Sluikstorten
Maar volgens de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (Ovam) komt de meeste zichtbare rommel niet via de afwate ring in de rivieren terecht. ‘Het is zwerfvuil dat voor een groot deel gewoon in de rivier waait’, zegt Jan Verheyen van de Ovam.
De maatschappij stelde dat vast in een onderzoek van de Leie, een zijrivier van de Schelde, in 20132014. ‘Het ronddrijvende afval bleek drie goed traceerbare bronnen te hebben. Het eerste was een aangrenzend bedrijfsterrein waar het piepschuim onvoldoende afgeschermd werd. Het tweede waren de toeristen. Wanneer het toeristisch seizoen begint, zagen we het zwerfvuil flink toenemen. In het najaar nam het weer af. En de derde grote bron was sluikstorten, mensen die doelbewust afval dumpen, ook op moeilijk bereikbare plekken.’
Maar via welke kanalen het ook in de Leie, de Schelde of een andere waterloop belandt, het had er niet mogen zijn. ‘Zwerfvuil en sluikstorten horen niet in de riolen, ook niet in de regenwaterafvoer’, zegt Wendy Francken van het overlegplatform Vlario. ‘We moeten de burger heropvoeden.’
MAAIKE JANSSENS Aquafin
‘Zwerfvuil en sluikstorten horen niet
in de riolen. We moeten de burger
heropvoeden’
WENDY FRANCKEN Overlegplatform Vlario