Drones zijn voor Europa geen speelgoed meer
Voor het eerst keurt Europa wetgeving goed over drones. Veiligheid, privacy en milieu staan voorop.
Drones zijn niet alleen een leuk speeltje geworden, ze vormen ook een snel groeiende industriële sector die over tien jaar goed kan zijn voor een tiende van de Europese luchtvaartsector. De Europese Commissie verwacht dat er tegen 2035 meer dan 100.000 personen een job in de sector hebben en dat de economische impact meer dan 10 miljard euro per jaar zal bedragen.
De Europese regelgeving blijft tot nu beperkt tot onbemande toestellen van meer dan 150 kilo. Maar ook lichtere drones kunnen bij botsingen schade of verwondingen veroorzaken en geluidsoverlast opwekken. Bovendien is er het risico voor schending van de privacy door drones die met camera’s zijn uitgerust.
Maximumhoogte
Het Europees Parlement keurt daarom vandaag voor het eerst Europese wetgeving goed met principes inzake veiligheid, privacy en geluidsnormen. Proportionaliteit is daarbij een sleutelwoord: hoe groter de drone en hoe meer risico, hoe meer regels.
Er komt een maximumhoogte voor drones om ongevallen in het luchtruim te voorko men. De Europese Commissie moet samen met de lidstaten en het European Aviation Safety Agency de details uitwerken.
Om veiligheidsredenen mogen drones niet in de buurt van luchthavens, ambassades, gevangenissen en kerncentrales vliegen. Er komt een Europees register voor drones die, bijvoorbeeld bij een botsing met een mens, meer dan 80 joule kinetische energie overdragen – zeg maar een stevige stomp. Op die manier kunnen eigenaars verantwoordelijk worden gesteld.
Er is ook nood aan regels voor nieuwe modellen om geluidsoverlast en luchtvervuiling te beperken.
De Europese Commissie verwacht dat er tegen 2035 meer dan 100.000 personen een job in de droneindustrie hebben
‘Deze regels moeten maken dat veiligheid centraal staat, het respect op privacy afgedwongen wordt en er voldoende groeikansen zijn voor deze ontluikende industrie’, zegt Anneleen Van Bossuyt (NVA). ‘Al te vaak trapt het Europees Parlement in de val van overregulering. In dit dossier heeft Europa evenwel de juiste insteek gevonden: proportionaliteit, minder administratieve rompslomp en reali
teitszin.’