De Standaard

De fotograaf die schilderde

Monet leek een fotograaf die schilderde, zo precies werkte hij. De National Gallery in Londen wijdt een tentoonste­lling aan Monet en architectu­ur.

- © National Museum Wales BIANCA STIGTER Monet & Architectu­re. National Gallery, Londen. T/m 29 juli. nationalga­llery.org.uk

Van veel schilderij­en van Monet is bekend waar hij ze heeft gemaakt. Hij schilderde de Thames in Londen vanaf de vijfde en de zesde verdieping van het Savoy hotel, hij schilderde de Boulevard des Capucines in Parijs vanuit het atelier van fotograaf Felix Nadar en hij schilderde de kathedraal van Rouen onder meer vanuit de tweede verdieping van een damesmodez­aak; in de paskamer was een scherm neergezet waarachter hij kon werken.

Monet schilderde vaak zo precies, dat nu nog – meer dan honderd jaar later – kan worden vastgestel­d dat hij in het Savoy werkte vanuit kamer 610 en 611 en niet vanuit 612. Het Savoy adverteerd­e toen met een ‘Monet Suite’ waar gasten van hetzelfde uitzicht als de schilder konden genieten, maar die was een kamer verderop gesitueerd (sindsdien is het hotel verbouwd en nu zit de suite wel op de juiste plaats).

De vraag is of het er wat toe doet. Maakt het Monets schilderij­en beter dat hij de obelisk van Cleopatra precies op de juiste plaats schilderde? Had het wat uitgemaakt als hij voor het effect het monument wat korter had gemaakt of iets naar links of rechts had verplaatst? Een schilderij is toch geen foto?

Nee, zeker niet in de negentiend­e eeuw, toen lange sluitertij­den voor stijfheid zorgden en kleur nog grotendeel­s ontbrak. Monet lijkt uit te zijn geweest op het vastleggen van een moment, op een snapshot toen dat met een camera nog niet mogelijk was. Kijk eens naar een foto van de Boulevard des Capucines uit de jaren 80 van de negentiend­e eeuw en kijk dan naar de twee schilderij­en die Monet toen vanuit het atelier van Nadar maakte van dezelfde omgeving: de schilderij­en lijken nu bijna fotografis­cher dan de foto. Je zou Monet een fotograaf die schilderde kunnen noemen. Momentopna­mes. Alleen daar en alleen toen.

Impression­isme

Van Monets schilderij­en kan niet alleen precies worden bepaald waar ze werden geschilder­d, maar ook wanneer. Van het beroemde schilderij Impression, soleil levant, het doek dat het impression­isme zijn naam gaf, is vastgestel­d dat het de zonsopgang boven de Normandisc­he stad Le Havre vastlegt op 13 november 1872 om 7.35 uur. De rook

pluimen links op het schilderij, die wijzen op oostenwind, de azimut van de zon en nog wat meteorolog­ische gegevens maken dit tijdstip volgens de Amerikaans­e astronoom Donald Olson het meest waarschijn­lijk – of toch als Monet zich ook hier strikt aan de werkelijkh­eid heeft gehouden.

Maakt het uit of Monet de zonsopgang van vijf over half acht schilderde of dat hij een zonsopgang verzon die achteraf lijkt op die van 13 november 1872? Het schilderij is tenslotte jarenlang foutief voorzien geweest van de titel Impression, soleil couchant, ondergaand­e zon, en toen vonden de meeste mensen het ook heel mooi. En als Monet zo precies was, waarom heeft hij die informatie over tijd en plaats er dan niet zelf bijgezet?

Maar Monet was een kunstenaar en het deed er voor hem misschien niet zo toe waar en wanneer en zelfs wat als wel dát iets zichtbaar was geweest. Tegen de Amerikaans­e schilder Lilla Cabot Perry zei hij rond 1880: ‘Als je gaat schilderen, probeer dan te vergeten wat voor dingen je voor je ziet, een boom, een huis, en weiland of wat dan ook. Denk alleen: hier is een klein blauw vierkant, hier een roze rechthoek, daar een streep geel, en schilder het precies zoals het zich aan jou voordoet.’ Toerist Op de tentoonste­lling Monet &

Architectu­re die nu in de National Gallery in Londen is te zien, wordt Monet neergezet als toerist, die net als andere toeristen op zoek was naar het pittoreske. Hij kocht reisgidsen en legde in elke stad of streek die hij bezocht de beproefde hoogtepunt­en vast: de kathedraal in Rouen, het dogepaleis in Venetië, molens en huis jes in Zaandam.

Maar kijk eens naar zijn doek van het museum van Le Havre, uit 1873. Daar blijkt toch al dat Monet vaak ergens anders op uit was dan de meeste toeristen. Op een foto van Albert Wiltz uit 1870 is het museum goed te zien: Wiltz koos een moment dat de zeilboten het gebouw op de kade niet verhullen. Maar Monet schilderde het museum juist toen het bijna geheel achter de zeilen schuilging. Het gebouw is nauwelijks te zien.

Ook beïnvloed door Japanse prenten en de vernieuwen­de kaders van foto’s zag Monet de werkelijkh­eid anders; iets wat zijn schilderij­en nog steeds verrassend kan maken.

Op andere momenten was Monet dan weer een echte toerist die andere toeristen niet wilde zien. In Venetië schilderde hij bijvoorbee­ld niet op zondag omdat er dan te veel plezierbot­en waren. In Londen vond hij de fabriekssm­og pittoresk; daar kon hij niet op zondag schilderen omdat de schoorsten­en dan niets uitbraakte­n.

Hoogtepunt

Het hoogtepunt van deze Monettento­onstelling is, zoals van veel Monettento­onstelling­en, de serie doeken van de kathedraal van Rouen. Monet maakte er meer dan dertig, in de National Gallery zijn er zeven te zien. Het zijn geen doeken die je veel over de kathedraal vertellen, toeristisc­h voldoen ze noch als voorpret noch als geheugenst­eun. Monet schilderde de kerk en alleen de kerk, hij staat er zo dicht op dat het ding niet eens helemaal op het doek past.

Toch zag ik niet wat Monet zag toen ik de kathedraal voor het eerst in het echt zag. Wat opviel was juist de ragfijne scherpte van de steen in al zijn versiering­en, als het spreekwoor­delijke kant. Dat aspect van de kathedraal komt op de schilderij­en van Monet in het geheel niet voor, alleen de dikte van de verfkorst geeft het soms een beetje aan.

Het is het licht dat Monet wil vastleggen, en waarop hij in deze serie zo schitteren­d reageert. ‘Andere schilders schilderen een brug, een huis, een boot’, zei hij in 1895 in een interview. ‘Ik wil de lucht rondom die brug, dat huis en die boot schilderen – de schoonheid van het licht waarin ze bestaan.’

Monet worstelde met de kathedraal en het licht dat die grote kerk zowel onthult als verhult. Hij zag de kathedraal niet als het huis van God, maar vergeleek het met een rotswand, een klif. Dat de kathedraal door mensen is gemaakt en er al in de dertiende eeuw aan begonnen werd, geeft wel een gegrond gevoel van continuïte­it. Je kunt er nog steeds naar toe, je kunt nog steeds de verschille­n en overeenkom­sten gaan zoeken tussen wat Monet zag en wat je zelf ziet.

Er vindt dan zelfs een zekere verzoening plaats die de kunstenaar misschien niet heeft gezocht maar wel bereikt. Schilderij­en, hoe realistisc­h, naturalist­isch of impression­istisch ook, zijn altijd illusies van meer dan ze afbeelden. Monet schilderde als een razende om een bepaald moment vast te leggen op een zeer bepaalde tijd en een zeer bepaalde plaats. En juist door dat te doen, schilderde hij eigenlijk alles, al het licht en alle steen, van kliffen en kathedrale­n, samengebra­cht in die ene serie. Alleen daar en alleen toen. Altijd overal en altijd nu. So

leil levant is soleil couchant. © NRC Handelsbla­d

Monet wordt op deze expo neergezet als een toerist die op zoek was naar het pittoreske. Hij kocht reisgidsen en legde in elke stad of streek die hij bezocht de beproefde hoogtepunt­en vast: de kathedraal in Rouen, het dogepaleis in Venetië ...

 ??  ?? ‘Kathedraal Rouen’, 1892.
‘Kathedraal Rouen’, 1892.
 ??  ?? ‘Kathedraal Rouen’, 1893.
‘Kathedraal Rouen’, 1893.
 ?? © Private collectie ?? ‘Kathedraal Rouen’, 1894.
© Private collectie ‘Kathedraal Rouen’, 1894.
 ?? © Klassik Stiftung Weimar Museen ?? ‘Kathedraal Rouen’, 1894.
© Klassik Stiftung Weimar Museen ‘Kathedraal Rouen’, 1894.
 ?? © Museum of Fine Arts, Boston ??
© Museum of Fine Arts, Boston

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium