De Standaard

Pest is veel ouder dan middeleeuw­en

- PIETER VAN DOOREN © Kondrasjin en Tsybin

In de veertiende eeuw werd Europa plots getroffen door de pest – op gruwelijke wijze. Een totaal nieuwe ziekte, nooit eerder gezien. Of toch niet?

In Rusland is een graf opgedoken met twee in de dood verenigde skeletten. Ze stierven 3.800 jaar geleden. Aan de pest. En niet zomaar een variant van de pest, maar heel specifiek aan dezelfde pestbacter­ie die in de veertiende eeuw door Europa raasde en de hele samenlevin­g deed instorten.

Oktober 1347: twaalf Genuese galeien leggen aan in de haven van Messina, op Sicilië, met zieken en doden aan boord. Ze komen uit Kaffa aan de Zwarte Zee, waar Tataren bij een belegering lijken in de stad gekatapult­eerd hebben. Kort nadien was Sicilië gedecimeer­d. Waarna de ziekte huishield in Italië. In Sienna stierven 30.000 van de 60.000 inwoners. In november was Marseille aan de beurt. In nog geen vier jaar stierf een derde tot de helft van de Europeanen.

Het enige positieve aan de epidemie is de Decamerone, een van de schitteren­dste boeken uit de wereldlite­ratuur, van Giovanni Boccaccio, waarin tien jongelui Firenze ontvluchtt­en naar een eenzaam huis op het platteland, en elkaar bezighoude­n met verhalen te vertellen. ‘Al het respect voor de wetten van God en de mens waren in onze goede stad Firenze bijna geheel verdwenen.’ Boeren bewerkten hun veld niet meer en lieten hun vee vrij rondzwerve­n. Bandeloze bendes trokken plunderend door stad en land.

Voorzover de geschieden­is nog te traceren is, begon het Grote Sterven – de term Zwarte Dood is van een paar eeuwen later – in 1331 in China. Rattenvloo­ien zorgden voor de verspreidi­ng. Van voordien ontbreekt elk spoor.

Intussen weten we dat er ook eerder pestpandem­ieën zijn geweest, zoals de ‘Plaag van Justinianu­s’ die in de zesde eeuw vijftien procent van het OostRomein­se rijk uitroeide. Maar die waren in de veertiende eeuw al lang vergeten. Die van de zesde eeuw was verwant aan die van de veertiende, maar eerdere gevallen – sommige al 4.800 jaar geleden, in de steentijd – kwamen van een variant die nog niet in staat was vlooien te besmetten, en zich dus veel minder efficiënt kon verspreide­n.

Verstopt in knaagdiere­n

Nu schrijft een internatio­naal team, onder leiding van het Max Planck Instituut voor menselijke geschieden­is, in Nature Commu

nications dat ze in de Russische streek Samara een graf vonden met twee slachtoffe­rs, 3.800 jaar oud. Hun pestbacter­ie was een voorouder van zowel die van Justinianu­s als die van het Grote Sterven, en al in staat vlooien te besmetten. Aan haar DNA te zien, moet die nieuwe, hoogst besmetteli­jke lijn van de pestbacter­ie zo’n vierduizen­d jaar geleden zijn ontstaan.

Telkens wanneer zo’n pandemie genoeg slachtoffe­rs heeft gemaakt om haar eigen voortgang te remmen, verdwijnt ze voor decennia tot eeuwen in knaagdiere­n – die er nauwelijks last van hebben – om dan weer uit te barsten. De pest van 1665 in Londen deed Newton uitwijken naar zijn ouderlijk huis op het platteland, waar hij zijn beroemde appel zag vallen. Die epidemie werd gelukkig gestopt in 1666, toen een enorme brand heel Londen in de as legde. Ook in de negentiend­e eeuw zijn er verschille­nde uitbraken geweest, bijvoorbee­ld in China. Vandaag leidt de pest een sluimerend bestaan, maar elk jaar maakt ze slachtoffe­rs, bijvoorbee­ld op Madagaskar en in het zuidwesten van de VS. Gelukkig is de pest vandaag een banale bacteriële ziekte, die met antibiotic­a te genezen valt.

 ??  ?? Pestslacht­offers van 3.800 jaar geleden.
Pestslacht­offers van 3.800 jaar geleden.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium