Het stinkt hier naar eenzaamheid
In je eentje reizen betekent lekker je zin doen. Maar hoeveel blijft er nog over van die zin, ’s avonds alleen in je hotelkamer?
Dit stuk gaat niet over Javier. Javier, die samen met zijn Pilar voor mij in de rij stond, klaar om van Palma de Mallorca naar Málaga te vliegen. In zijn handen: te veel cadeautjes. Om niet te moeten bijbetalen, vraagt hij me met wat schroom of ik enkele dozen ensaïmadas (de lokale dikmaker) op het vliegtuig wil smokkelen. Groot is mijn sympathie voor Ryanair niet, dus stem ik toe. Onze scam lukt wonderwel, grinnikend vlieg ik de Balearische Zee over.
Na de vlucht zie ik Javier en Pilar opnieuw. Het is bijna middernacht, ik laat vallen dat ik nog in het stadscentrum moet zien te geraken. ‘Wederdienst’, knipperen mijn ogen. In de auto blijkt het wel te klikken met Javier. En: zijn huis in Córdoba heeft een logeerkamer, met zicht op de Mezquita. Het aanbod klinkt te goed om waar te zijn, maar enkele dagen later zit ik aan de tortilla in het gezelschap van Javier – ik mag Javi zeggen – Pilar en de drie kinderen. ’s Avonds op zijn terras blijkt dat ook Spaans bier een gesprek kan smeren. Met Cruzcampo in de hand dalen we af in ons verleden. Ik ken die man niet en hij mij ook niet, maar dat heeft iets geruststellends.
Een paar maanden later zitten Javi en zijn gezin aan een tafel in de Vlaamse Ardennen, mijn moeder heeft frieten met stoofvlees gemaakt. Dat ligt haar beter dan Spaans. Het is wat onwennig, maar wel een goed verhaal.
Knap! Uit Zimbabwe!
Dit stuk gaat ook niet over Yaroslav. Slava voor de vrienden, en gedurende twee dagen ook voor mij. Ik raak met hem aan de praat in een jeugdherberg in Málaga. Hij is een Rus van halverwege de twintig, werkt in de financiële wereld, is al eens gescheiden. Het bier spoelt zijn stoere pantser weg, een aandoenlijk kwetsbare jongen blijft zitten. Slava bevestigt een aantal clichés over Russen en spreekt er enkele even sterk tegen. Leest The Wall Street Journal en kíjkt naar de wereld, maar vindt ook: hoe verwachten wij in het Westen dat werklozen een job zoeken als we ze zomaar geld geven? In Moskou zijn er geen werklozen, dat weet hij zeker.
Dat zijn de twee ontmoetingen die me het meeste bijgebleven zijn van mijn solotrip door Andalusië. Maar dit stuk gaat over de andere momenten. Die eerste nacht op Mallorca, waar de Airbnbgastvrouw (Kunstenares! Knap! Uit Zimbabwe!) niks meer dan gastvrouw bleek en ik dan maar alleen de lokale keuken ging verkennen. (Tapas, in het restaurant om de hoek, het Nederlandse koppel naast mij durfde ik niet aan te spreken.) Die keer dat mijn uitstap naar dat antieke dorpje me goed was bevallen (prima boek gelezen, ook), maar ik ’s avonds doelloos door de stad dwaalde. De leukste cafés heb ik gevonden, jawel, maar ik ben ze voorbijgeslenterd. Die keer dat ik in het dooie Ronda een avondwandeling maakte, mij neerzette op een plek die mijn hoogtevrees nog net aankon, en mij met een biertje in de hand afvroeg: waarom zit ik hier?
Hip en moedig
Ja, waarom eigenlijk? Het was niet dat ik per se alleen wou reizen, maar ik wilde wel dit deel van Spanje zien. Weer een stukje wereld leren kennen, nog een vlagje op de kaart – Andalusië, check. Het Alhambra, locals ontmoeten, bagage verwerven. Dat ik niet meteen iemand vond om mee te reizen, mocht en zou me niet tegenhouden. Deze keer niet.
Verhalen van anderen speelden ook een rol. Die collega die weg van alles en iedereen op haar eentje tot rust kwam. Die vriend met zijn zotte motorreis door Europa, met die twee meisjes in die stad, zijn dolle nieuwjaarsnacht op dat eiland ook. De mensen die je leert kennen!
Het staat ook zo goed. Alleen reizen is hip, moedig, je toont lef. Ha, zelfontplooiing, de ultieme wegwijzer in de ontkerstende wereld.
Om het sociale had ik voornamelijk voor jeugdherbergen of Airbnb gekozen. Maar hostels zijn vreemde plekken. De goede sfeer hangt er aan de muur, verloren zielen cirkelen er rond. Ik denk aan die Hongaar, vaste klant aan de toog van Feels Hostel City Center, met zijn permanente strakke glimlach, zijn zinnen die elk gesprek doorkruisen. Ik denk aan Barcelona, enkele jaren voordien en deze keer wel in gezelschap, waar aan de pc’s van de jeugdherberg een rijtje soloreizigers zit. Hun scherm luistert aandachtig naar de verhalen. We moeten erom lachen.
Het inzicht op de berg
Oké, alleen reizen draait niet alleen om mensen leren kennen. Velen vertrekken met het idee om zichzelf te vinden, op die bergtop dat Grote Inzicht te ontvangen. Het was niet mijn primaire motivatie van mijn tripje, maar wie weet tot wat voor wijsheden de confrontatie met mezelf zou leiden? Soloreizigerssites strooien met tegelwijsheden, van Thomas Jefferson tot Hannah Arendt. Millennialgoeroe Alain de Botton staat er ook tussen, natuurlijk. Hij vindt: ‘Hoe we reageren op de wereld wordt gevormd door wie bij ons is, we temperen onze nieuwsgierigheid om aan de verwachtingen van de ander te voldoen.’ Ontdaan van de ander beleven we het pure, dat idee.
Het doet denken aan de film Into the wild, waarin een jongeman het materialisme, maar toch vooral de ontgoochelende maatschappij en zijn dito ouders hoopt achter te laten in de wildernis van Alaska. Aanvankelijk bevalt het hem prima, zijn eigen
Alleen reizen draait niet alleen om mensen leren kennen. Velen vertrekken met het idee om zichzelf te vinden, op die bergtop dat Grote Inzicht te ontvangen
wereld is de beste wereld. Maar na enkele weken is er dit tafereel: terwijl de jongeman vergeefs een eland probeert te grillen, begint hij uit frustratie een blijkbaar typische barbecueruzie met zijn ouders na te spelen. Aan de ander valt niet te ontsnappen, of hij nu met je meereist of niet.
Ook niet gevonden in Alaska: de grote revelaties. Het is verleidelijk in zijn eenvoud, het idee dat versterving of isolatie tot de verlichting voert. Maar de Ultieme Waarheid vindt de jongeman niet in zijn busje in Alaska. Alleen deze misschien, die
hij helemaal op het einde neerpent in een boek dat hij meenam: happiness [is] only real when shared. Zelf schrijf ik in mijn dagboek, naar het einde van de reis: ‘Er zit een kiezel in mijn schoen.’ Een dag later wordt dat: ‘De kiezel in mijn schoen is nu een heuse kei, en hij stinkt naar eenzaamheid.’ Tijd zat voor reflectie, maar hoelang duurt het voor die verzandt in onbestemd gepieker? Neen, mijn Ware Ik heb ik daar niet gevonden.
Mozes
Wat bezielt een sociaal dier als de mens eigenlijk om er in zijn eentje op uit te trekken? En is het een typisch westers fenomeen? ‘Alleenreizenden zijn voornamelijk afkomstig uit Noord en WestEuropa, uit Nederland, Duitsland, Scandinavië, GrootBrittannië, Zwitserland, België, plus wat verdwaalde Amerikanen en Australiërs. Het gaat hier om individualistische, vaak ontkerkelijkte landen’, mailt Ton van Egmond ons. Hij was tijdens zijn actieve carrière een sociaal psycholoog (Nationale Hogeschool voor Toerisme en Verkeer, Breda). ‘Aan het hectische leven ontsnappen, een tijd ertussenuit zijn, tot jezelf komen, nieuwe ervaringen opdoen, andere culturen leren kennen, die zaken vormen belangrijke waarden in die landen.’ De veertig dagen van Mozes door de woestijn, maar dan op wandelschoenen uit de AS Adventure?
Maar, ik moet mij ook durven afvragen: heb ik de reis verkeerd aangepakt? Ben ik te veel in de steden blijven hangen? Had pakweg een voettocht naar Santiago de Compostela mij met een beter gevoel achtergelaten? Of heb ik te veel van deze reis verwacht? Want dit stuk gaat natuurlijk wel over Javier en Slava, of toch: óók. Is het een zaak van levenskunst, van de goeie momenten meer naar waarde te schatten? Mankeerde ik gewoon de ervaring, moet ik doorzetten, avontuurlijker plekken opzoeken en langer wegblijven? Is het een kwestie van persoonlijkheid? Zal een wat introverter karakter meer genieten van de eenzaamheid en het lekkerzijnzindoen? Heb ik te weinig de stap durven te zetten om deze of gene local aan te spreken?
Misschien wel, maar mijn volgende trip zal toch een groepsreis zijn, voor het eerst. Mijn Ware Ik gaat ook mee, naar het schijnt.