Mikado in ’t groot
Zeven jaar na de kernramp in Fukushima wordt er nog altijd opgeruimd. Nog een jaar of dertig te gaan. De Nederlandse specialist Wim Turkenburg bracht een bezoek aan de vervuilde plek. ‘Ik zou mijn kleinkinderen liever niet aan de huidige straling daar blo
‘Vlak bij reactor 3 van de kerncentrale van Fukushima liep de straling in onze autobus soms op tot 40 microsievert per uur’, vertelt emeritushoogleraar Wim Turkenburg (Universiteit Utrecht). ‘Ter vergelijking: bij mij thuis in Amsterdam bedraagt die hooguit 0,075 microsievert.’
Turkenburg reisde onlangs nog eens naar Japan en bezocht er met milieuorganisatie Green Cross International de centrale die in 2011 bij een aardbeving zwaar beschadigd raakte. Hij huivert als hij terugdenkt aan de mannen die buiten in beschermende witte pakken bij de reactorgebouwen aan het werk waren. ‘Zij krijgen nog 40 tot 100 microsievert per uur te verwerken.’
De ironie wil dat er mannen bij zijn die na de ramp geëvacueerd werden uit het gebied. ‘Veel gezinnen zijn verscheurd’, zegt Turkenburg. ‘Moeders wonen met hun kinderen vaak ver van de centrale, terwijl de vaders in het besmette gebied bij de centrale werken – want veel ander werk is er niet. Sociale verbanden zijn verdwenen, het toekomstperspectief ontbreekt.’
Na de ramp moesten 160.000 mensen het besmette gebied verlaten. Er bestonden geen evacuatieplannen, want zo’n ramp kon volgens de regering toch nooit gebeuren. Zeven jaar later leven veel geëvacueerden nog steeds in kleine containerwoningen. Een speciale overheidsorganisatie volgt nauwgezet hoe het met hen gaat. Al 1.500 mensen – bijna 1 procent dus – is overleden door stress, eenzaamheid, drank of zelfmoord.
Totale blackout
De reactoren van Fukushima ontploften in maart 2011, nadat het gebied was getroffen door een aardbeving en een tsunami. Het was na Harrisburg (1979) en Tsjernobyl (1986) het derde ernstige ongeluk met een kerncentrale, maar veel meer dan de vorige twee voltrok de ramp zich voor het oog van de hele wereld.
De centrale was door de beving zwaar beschadigd en had zichzelf uitgeschakeld. Maar daarmee stopte ook de elektriciteitsvoorziening die stroom leverde voor de koelpompen. Noodgroepen hadden dat automatisch moeten overnemen, maar die werkten door de tsunami niet meer. De totale blackout leidde in de daarop volgende dagen tot een keten van reacties: smeltende splijtstofstaven, brand, waterstofexplosies en grote hoeveelheden radioactiviteit in de wijde omgeving.
Zeven jaar later zijn de opruimwerkzaamheden nog in volle gang, vertelt Turkenburg. Vooral het schoonmaken en onder controle houden van de reactoren die door de ramp het zwaarst werden getroffen, is uiterst gecompliceerd. ‘In iedere reactor is de situatie anders. Reactor 4 was op het moment van de ramp buiten bedrijf. De splijtstofstaven waren uit de kern gehaald en in het koelbad gezet. Daar heeft een water