Francken en Muyters, ideologie versus economie
Theo Francken wil de voor en achterdeur van ons land sluiten, partijgenoot Philippe Muyters wil juist meer arbeidsmigratie. PHILIP
VERWIMP ziet vier redenen waarom dat niet te verenigen is tot een haalbaar en duurzaam migratiebeleid.
Het migratiebeleid van Theo Francken (NVA) blijft in het centrum van de politieke discussie staan. De staatssecretaris voor Asiel en Migratie werd tot de orde geroepen door premier Charles Michel (MR) vanwege zijn uitspraken over pushbacks. Net nu pleit Franckens partijgenoot Philippe Muyters, Vlaams minister van Werk, voor meer arbeidsmigratie. Vallen die twee pleidooien te verzoenen?
De oproep van Muyters is niet mis te verstaan: ‘Onze economie heeft een grote nood aan gekwalificeerde mensen. Buitenlandse werknemers zullen onze welvaart op peil houden.’ De minister wil drempels wegwerken om arbeidsmigratie eenvoudiger te maken, zoals de verlenging van de arbeidstijdsduur, van het verblijfsrecht voor afgestudeerden, van stages voor buitenlandse studenten en de mogelijkheid om van onderneming te veranderen (DS 8 juni).
Wanneer je dit leest, zou je je kunnen afvragen of die twee politici wel tot dezelfde partij behoren. Muyters spreekt de taal van de bedrijven, vertolkt de noden van de economie en hij heeft als vakminister geen probleem met (arbeids)migratie. Francken daarentegen moet de populistische kant afdekken: de migratie die niet gewenst is. Hij spreekt de taal van het volk en benadert de problematiek veel ideologischer. Staat de partij hier in een spreidstand of schuilt er een coherente aanpak van de migratie in?
Met wat goede wil kan je er het embryo van een coherente aanpak in ontwaren. Maar er zijn minstens vier voorwaarden niet vervuld om deze aanpak te maken tot een echt haalbaar en duurzaam migratiebeleid:
1Negentig procent van de communicatie van staatssecretaris Theo Francken gaat over de ongewenste migratie: hoe die kan en moet worden tegengehouden en hoe hijzelf in zijn werk als staatssecretaris wordt tegengewerkt. Zo word je een populair politicus. Maar kan je zo ook een coherent beleid uitbouwen?
Ik wacht nog op het moment waarop Theo Francken zijn populariteit zal gebruiken om het volk de simpele waarheid te zeggen: dat migratie niet kan worden tegengehouden, dat het van alle tijden is en dat we onze samenleving moeten aanpassen aan voortdurende migratie. Hij en zijn collega Muyters zouden samen in de media naar voren moeten treden en het volk en de bedrijven uitleggen dat we jaarlijks 50.000 à 100.000 mensen gaan opnemen, via legale instrumenten, dat deze mensen zo veel mogelijk geselecteerd worden op basis van onderwijsniveau, bekwaamheid en ervaring, maar dat dit niet voor iedereen mogelijk zal zijn.
2Met zo’n boodschap kan je de boer op, omdat je daarmee een haalbaar en duurzaam beleid kunt installeren. In de eerste plaats aan de samenleving waarin die twee politici zijn verkozen. Zij begrijpen zeer goed dat hun kiezers de ongecontroleerde migratie beu zijn. Maar door een jaarlijkse limiet te hante ren – vanuit de optiek dat onze samenleving dat aankan en ook nodig heeft – trek je de problematiek weg van de polarisatie van de zoveelste tweet en creëer je een draagvlak. Ook dat is de opdracht van een politicus.
3Je kan daarmee ook aan de slag in de landen waar de migranten vandaan komen. Bij mijn verblijven in Afrika neem ik steeds de tijd om uit te leggen hoe onze maatschappij werkt. Als een Malinees of een Burundees mij vraagt wat een bouwvakker, verpleegster of leerkracht verdient, dan vertel ik er direct bij wat de huurprijs is van een modale woning of appartement. Tegen de bevolking van de herkomstlanden kan je vertellen dat je jaarlijks X visa verleent. En dat dat allemaal op legale basis is. Met een traject, met goede arbeidsomstandigheden, met een reeks voorwaarden voor bijvoorbeeld de duur van het verblijf. En je vertelt er direct bij dat dit niet voor iedereen is.
Er is een grote nood om de migratie op een legale manier te organiseren. De instrumenten en kanalen zijn te beperkt, waardoor Afrikanen hun geluk op een illegale manier moeten beproeven. En dan, eens ze hier zijn, niet meer terug willen. Legale instrumenten vergemakkelijken de terugkeer. Wat ook weer ten goede komt aan de herkomstlanden. En terwijl ze in België zijn sturen ze remittances op, die hun familie en buurt ten goede komen.
4Dat beleid kan je alleen vorm geven als je de eigen samenleving begrijpt en inricht als een open samenleving, waar discriminatie en racisme geen plaats hebben. Eisen dat migranten honderd procent Nederlands kunnen vooraleer ze als volwaardig burger beschouwd worden, is niet realistisch en staat dikwijls voor een latente vorm van discriminatie. Getuige daarvan zijn recente rapporten van bijvoorbeeld de Koning Boudewijnstichting over de ervaringen van migranten op onze arbeidsmarkt (DS 23 november 2017).
Er bestaan momenteel veel (piloot)projecten, gesteund door Muyters, waarbij bedrijven nieuwkomers tewerkstellen. Waarom wordt er niet veel meer gecommuniceerd over het succes of falen van zulke projecten? Dat zou helpen om een beter zicht te bieden op de mogelijkheden en moeilijkheden van integratie op de arbeidsmarkt. Weer dat draagvlak dus.
Misschien moeten Muyters en Francken de volgende legislatuur van stoel wisselen, zodat die laatste zijn mediagenieke stijl gebruikt om het draagvlak voor duurzame en haalbare migratie te verhogen.