Vlaanderen blokkeert ambitieuze energiedoelen
Europa wil de doelstellingen voor hernieuwbare energie aanscherpen. Maar steenkoollanden Polen en Tsjechië liggen dwars … net als België.
BRUSSEL I Europa moet tegen 2030 27 procent van zijn energie halen uit hernieuwbare bronnen, zoals wind, zon, geothermie of biomassa. Omdat de huidige, nietbindende, doelstellingen onvoldoende zijn om de klimaatbeloftes van Parijs te halen, willen het Europees Parlement en de Europese Commissie dat aandeel hernieuwbare energie in 2030 opkrikken tot respectievelijk 35 en 30 procent. De bal ligt nu in het kamp van de lidstaten.
De onderhandelingen in de Europese Raad zijn nog bezig, maar de verwachte scheidingslijn tekent zich al af. Landen als Frankrijk, Nederland, Zweden en Spanje zijn gewonnen voor ambitieuzere doelstellingen, terwijl traditioneel klimaatsceptische landen als Polen, Tsjechië en Honga rije dwarsliggen. Die zijn vaak nog sterk afhankelijk van vervuilende steenkool voor hun stroom. Alleen: deze keer kunnen ze ook rekenen op de steun van ... België. Ons land wil geen ambitieuzere doelstellingen voor hernieuwbare energie onderschrijven omdat de Vlaamse regering op de rem staat, blijkt uit het verslag van een coördinatievergadering tussen de gewesten dat de SP.A. in handen kreeg.
‘Het is makkelijk om van alles te beloven als je het achteraf niet kunt waarmaken’, zegt Andries Gryffroy, Vlaams Parlementslid en energiespecialist van de
NVA. ‘Wij willen eerst een impactstudie over de haalbaarheid. De Europese Commissie heeft die voor Europa gemaakt, terwijl ze ons land alleen mondeling heeft gezegd “dat de impact beperkt zal zijn”. Beleid moet gebouwd zijn op bewijs. Ook in Parijs hebben we makkelijk beslist dat we de opwarming van de aarde onder de twee gra den Celsius moeten houden (tegenover het preindustriële tijdperk, red.). En nu stellen we vast dat we die doelstelling niet halen.’
Ook Geert Bourgeois (NVA) wil als ‘ecorealist’ eerst een impactstudie zien voor hij zich verder engageert. Dat zei de ministerpresident gisteren aan SP.Aparlementslid Bruno Tobback, die hem in het parlement over de kwestie interpelleerde. Ambitieuzere doelstellingen mogen de Vlamingen ook niet in de portefeuille treffen. ‘Niets is gratis, ook hernieuwbare energie niet.’
Brussel en Wallonië willen wel verder gaan. En hoewel de coalitiepartners Bourgeois niet openlijk afvallen, is het algemeen geweten dat de Vlaamse minister van Energie, Bart Tommelein (Open VLD), zelf ook meer ambitie wil zien. Maar, zegt Tobback, ‘Het is makkelijk om je op de tribune als Obama te gedragen, en hernieuwbare technologieën te promoten, terwijl je achter de gordijnen net als Trump oude industrieën in stand houdt.’
Knopen doorhakken
Bulgarije, tijdelijk voorzitter van de Europese Raad, werkt ondertussen aan een compromisvoorstel rond nieuwe doelstellingen voor hernieuwbare energie. Voorlopig lijken de tegenstanders geen blokkeringsminderheid te halen. De Europese commissaris voor Energie, Miguel Canete, zei gisterochtend dat hij verwacht dat de nieuwe doelstellingen voor 2030 ‘minstens 30 procent’ uit hernieuwbare energie zullen voorschrijven.
Dat is zeker haalbaar, zegt Ronnie Belmans, ceo van Energyville en professor aan de KU Leuven. ‘Maar dan moet het beleid een duidelijk signaal geven. Hoe langer we wachten, hoe moeilijker het wordt. Door steeds opnieuw te aarzelen komen we nergens, ik ben dat zo beu. De regering moet nu eindelijk eens knopen doorhakken.’
‘Het is makkelijk om van alles te beloven als je het achteraf niet kunt waarmaken’
ANDRIES GRYFFROY Vlaams Parlementslid NVA
Europa moet een tandje bijsteken om de Klimaatakkoorden van Parijs te realiseren. Die zeggen dat de temperatuurstijging beperkt moet worden tot ver onder de 2° Celsius ten opzichte van het preindustriële niveau, liefst tot 1,5° Celsius. Volgens de VN halen we dat niet met de huidige maatregelen. Als we falen, zijn de gevolgen dramatisch.
Geen wonder dat de Europese Commissie stelde dat de initiële doelstelling van 27 procent hernieuwbare energie hopeloos achterhaald is. Het Europees Parlement wil ambitieuzer zijn: het wil 35 procent hernieuwbare energie en 35 procent verbetering van de energieefficiëntie tegen 2030. Dat is niet alleen nodig om verdere klimaatontsporing te voorkomen, het is ook economisch verstandig.
De voorstellen van het Europees Parlement zijn haalbaar zonder extra kosten. Meer hernieuwbare energie doet de broeikasgassen in de EU met een extra 15 procent dalen, wat overeenkomt met de volledige uitstoot van Italië. Ambitieuzere doelstellingen leveren Europa bovendien jaar lijks tussen de 44 en de 113 miljard besparingen op, onder meer door vermeden milieu en gezondheidskosten. Ambitieuzere doelstellingen leiden ook tot 368 miljard euro bijkomende investeringen en verhogen het aantal jobs in de sector.
Een groeiende groep lidstaten wil het Europees Parlement tegemoetkomen. Zweden, Litouwen, Luxem
burg, Portugal, Italië en Spanje zijn al gewonnen voor de hogere doelstellingen. Nederland, Denemarken, Finland, Ierland en Frankrijk willen een compromis, maar dat zou de doelstellingen ook aanscherpen.
Afhankelijk van steenkool
De weerstand tegen die aangescherpte ambities komt, zoals te verwachten, uit de hoek van landen zoals Polen, Hongarije, Slovakije en de Tsjechische republiek, samen met Slovenië en Kroatië. Stuk voor stuk landen waarvan de energievoorziening nog in grote mate afhankelijk is van steen of bruinkool. Veel moeilijker te begrijpen is dat deze landen de steun krijgen van een land dat daar geen enkel objectief belang bij heeft: België.
Het verslag van de coördinatievergadering tussen de gewesten waar het Belgische standpunt werd bepaald, leest als een document van klimaatsceptici. ‘België wenst niet in te gaan op de voorliggende opties over het algemene ambitieniveau.’ Zelfs een compromisvoorstel van het voorzitterschap van de Raad wordt zonder meer van de tafel geveegd. Opnieuw volgens het verslag van de vergadering: ‘Tijdens een geanimeerd debat (…) bleek dat er namens Vlaamse zijde geen ruimte was om tegemoet te komen aan geen van beide opties in geen van beide voorstellen’ (sic).
Hypocriet
Dat de Vlaamse regering zich schaart aan de kant van een reeks OostEuropese klimaatontkenners, in hun bikkelharde verzet tegen elke verhoging van de klimaatambitie is absurd en hypocriet. Op het publieke forum is de regering van Geert Bourgeois (NVA) de kampioen in de strijd tegen klimaatverandering. Bour geois opende de Vlaamse klimaattop eind 2016 met de ronkende zinnen: ‘Denken dat onze kinderen en kleinkinderen de klus wel zullen klaren, is niet alleen naïef, het is schuldig verzuim. (…) We zijn het aan onze kinderen en kleinkinderen verplicht om onze samenleving weer op het juiste spoor te zetten. Een spoor dat ons leidt naar een koolstofarme samenleving.’
Voor de camera’s rolt de Vlaamse ministerpresident de klimaatspierballen, maar zodra de lichten uit gaan en de actie zich verplaatst naar de achterkamers vervelt hij tot Donald Trump en probeert hij samen met een aantal zeer opmerkelijke bondgenoten iedere vooruitgang inzake klimaatbeleid te saboteren. Dat is niet alleen moreel een zeer twijfelachtige houding.
Terwijl de Vlaamse regering op de oude mijnterreinen in Limburg mee investeert in onderzoek naar nieuwe energietechnologieën is ze er tegelijk voor verantwoordelijk dat de industriële uitrol daarvan hoogstwaarschijnlijk niet in ons land zal gebeuren. Om minstens een deel van de tienduizenden jobs in nieuwe future proofbedrijven en sectoren naar hier te lokken is in de eerste plaats een stabiel en geloofwaardig investeringsklimaat nodig en dat bouw je niet op dit soort van hypocrisie.
Voor de camera’s rolt Geert Bourgeois de klimaatspierballen, maar zodra de actie zich verplaatst naar de achterkamers vervelt hij tot Donald Trump