Irak dumpt dode IS’ers
In Mosul worden de omgekomen ISstrijders geborgen. De lijken blijven anoniem, waardoor hun families nooit zullen weten dat ze gesneuveld zijn.
MOSUL I Hij herkent leden van de islamitische groep IS aan hun kleding en bomvesten, zegt de teamleider van de Burgerbeveiliging in Mosul, die bijna een jaar na de bevrijding nog steeds lijken bergt van onder het puin. Soms vinden zijn mannen ook identiteitsbewijzen, zegt majoor Ahsan Rasem. ‘De meesten zijn niet Arabisch, maar komen uit Nederland, Georgië en Tsjetsjenië.’ Hij draagt de lijken over aan het mortuarium in Mosul. Nee, hij maakt geen foto’s van de gezichten voor eventuele identificatie, ‘er schiet meestal niets van over’.
Terwijl de lijken van Irakezen op aanwijzing van hun familieleden al zijn geborgen, zijn in de wijk in WestMosul waar IS zich het laatst ophield, in drie weken tijd ruim 1.300 lichamen geborgen van mensen voor wie zich nie mand heeft gemeld. Onder hen burgers, maar de meesten zijn ISleden, bevestigt kolonel Husam Ghalil, het hoofd van de Burgerbeveiliging in Nineve. Hij noemt Rusland en Georgië als belangrijke herkomstlanden. ‘Ieder land is op zoek naar zijn eigen mensen,’ stelt hij vast, ‘maar dat is niet onze verantwoordelijkheid.’
IDkaart van het kalifaat
Dat laatste herhaalt hij als hem wordt gevraagd wat er met de lichamen gebeurt. Die worden naar het mortuarium in Mosul gebracht en daarna begraven. Gevonden identiteitsbewijzen gaan naar de militaire inlichtingendienst. Worden er ambassades gewaarschuwd? Wordt er DNA afgenomen voor identificatie? ‘Dat is niet onze zaak.’ Een politieman in Mosul die anoniem wil blijven, vertelt dat de ISlijken vanuit het mortuarium in een speciaal massagraf terechtkomen.
De kans is reëel dat er onder die gesneuvelden ook Belgen zijn. Volgens het Coördinatieorgaan voor de Dreigingsanalyse vertrokken de afgelopen jaren een vijfhonderdtal Belgen naar het kalifaat. Daarvan waren eind 2017 nog steeds zo’n 275 strijders in Syrië en Irak actief.
Maar omdat ISleden hun paspoorten vervingen door een identiteitskaart van het kalifaat, valt niet altijd vast te stellen wat hun nationaliteit is. Hun oorspronke lijke identiteitsbewijzen worden nauwelijks teruggevonden, aldus de politieman. Dat families van ISleden in het Westen daardoor waarschijnlijk nooit zullen weten of hun dierbaren dood zijn, interesseert de Irakezen nauwelijks. Ze kwamen om te vechten in een land dat niet het hunne is, en de haat die dat opriep, volgt hen tot in het massagraf.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Brussel bevestigt dat het van Bagdad nog geen meldingen heeft gekregen dat er omgekomen Belgische IS’ers werden gevonden. Uit navraag blijkt dat ook de Nederlandse en Duitse ministeries van Buitenlandse Zaken nog over geen enkele geïdentificeerde ISstrijder werden gecontacteerd.
Levend opgedoken
Bagdad zou dat volgens diplomatieke afspraken nochtans moeten melden. ‘In de praktijk zal het niet eenvoudig zijn om de stoffe lijke overschotten die nu in Mosul worden aangetroffen, te identificeren. Zeker niet als ze in een massagraf terechtkomen’, voegt het ministerie daar nog aan toe. ‘Er zijn zelfs al strijders levend opgedoken, van wie men dacht dat ze waren gesneuveld.’
Familieleden van vermisten kunnen zich melden bij de Internationale Commissie voor Vermiste Personen (ICMP), die in Irak een databank bijhoudt. Ze sloot daarvoor in 2012 een verdrag met Bagdad, waarin erkend wordt dat ‘families het recht hebben het lot en de locatie van hun vermiste leden te kennen’ en dat ‘de regering de directe verantwoordelijkheid heeft vermisten te proberen lokaliseren en identificeren.’
Maar de ICMP is niet betrokken bij de berging van de ISlichamen in Mosul, laat een woordvoerder weten, en heeft daardoor geen invloed op hoe die lijken ooit geïdentificeerd kunnen worden.
De kans is reëel dat er bij de dode ISstrijders ook Belgen zijn. Al heeft Brussel daarvan nog geen meldingen gekregen