‘De meisjes zijn niet uit Noorwegen weggepest. Integendeel’
Åsne Seierstad dook in het verbijsterende verhaal van twee Somalische tienermeisjes in Oslo die zich in 2013 tot de gruwel van IS bekeerden. ‘We wisten toen zo weinig. Ik denk niet Ayan en Leila vandaag nog naar Syrië zouden vertrekken.’
Het begint schi jnbaar onschuldig, met lessen Arabisch, en me t gele postits me t Arabische woordjes op de k oelkast. Dan raken Ayan en L eila geïntrigeerd door de opruiende lessen van M ustafa, hun koranleraar die dweept me t dood en ge weld. Wat later worden ze enthousiast lid van de conservatieve moslimjongerenvereniging Islam Net. Langzaam maar zeker raken ze doordrongen van de boodschap dat zij anders zi jn. Zij zijn puur en onbezoedeld, en dus be ter dan Noorse meisjes. Hun rokken en jurken worden langer, wijder en soberder. Plots dragen ze alleen nog zwar t, en voeren ze op school strijd om een gezichtssluier te mogen dragen.
Op een avond komen ze nie t thuis. Hun familie sturen ze een email: ‘ Overal worden moslims aangevallen en we moe ten iets doen.’ Het is oktober 20 13, en de zusjes zijn in he t grootste geheim samen naar ISgebied in Syrië ge vlucht, om nooit terug te k eren. Ayan is dan negentien, haar zus L eila is zestien. H un vader, Sadiq Juma, gaat hen achterna, en dat is het begin van een uitput tende en le vensgevaarlijke odyssee om zi jn gezin te herenigen.
De Noorse journaliste en auteur Åsne Seierstad kreeg via een doc umentairemaker de vraag om he t waargebeurde verhaal over Sadiqs zoektocht naar zi jn dochters in een boek te gie ten. Met ‘ Leila’ en ‘ Ayan’ gaf Seierstad de meisjes een fictieve naam, om hun e ventuele terugkeer naar Noorwegen niet te belemmeren. De rest van de familie werkte mee aan het boek, onder hun echte naam.
Twijfelde u om in Sadiqs verhaal te duiken? Het moet niet makkelijk zijn geweest, aangezien een aantal belangrijke personen in dit boek – in de eerste plaats de twee zusjes – niet met u wilden spreken.
‘In eerste instantie wilde ik inderdaad ver weg blijven van deze familie. T enslotte had een eerder verhaal over een familie in Afghanistan mi j al juridische pro
blemen opgeleverd (het hoofdpersonage van ‘De boekhandelaar van K aboel’ diende een klacht in tegen Seier stad wegens
schending van zi jn privacy, r ed.). Bovendien was ik druk bezig aan een verhaal over Libië. Maar dat moest ik uitstellen, omdat het geweld daar uit de hand liep. Plots had ik wel ti jd voor vader Sadiq en zijn dochters. Toen ik Sadiq ontmoe tte voor een verkennend gesprek, ver telde hij me dat hi j en zijn vrouw Sara geen flauw benul hadden gehad van wat hen was overkomen. Pas achteraf, veel later, zag hij ze plots, al de waarschuwingssignalen.’
‘Die uitleg intrigeerde me. Ik wilde zelf ook begrijpen waarom twee beloftevolle meisjes me t veel vriendinnen, die goed presteren op school, uit een gezin dat nota bene de oorlog in Somalië is ontvlucht, plots in hun hoofd stek en dat ze hun le vensdoel vervullen als ze naar Syrië trekken.’
In uw boek zijn de waarschuwingssignalen nochtans te talrijk om op te sommen. Mogelijk hebben de ouders de signalen gewoon genegeerd?
‘Hun dochters radicaliseerden nie t van vandaag op morgen. H et was een langzaam proces. Wat achteraf duideli jke signalen zijn, leek op he t moment zelf heel onschuldig. Sadiq en Sara vermoedden toen niet dat he t kon uitmonden in ge weld. Ze beseften ook nie t dat de k oranleraar Mustafa, die moeder Sara in dienst had genomen, zo e xtreem dacht en zo sterk dweepte me t geweld. Toen de oudste zoon van he t gezin, Ismael, zijn moeder daarop aansprak, wimpelde ze hem af. Ze vertelde me dat ze haar zoon er van verdacht dat hij een smoes zocht om de lessen over te slaan. T erwijl zijn zussen radicaliseerden, werd Ismael juist een overtuigde atheïst. “Ik geloof e venveel in Allah als in he t spaghettimonster”, schreef hij aan zi jn zussen, toen ze al in Syrië waren.’
‘Voordat de meisjes stiek em naar Syrië vluchtten, was hun vader bi jlange niet zo betrokken bij zijn gezin als hi j nu laat uitschijnen. Hun vlucht naar ISgebied schudde hem bruusk wakk er. Zijn dochters terug naar huis brengen werd toen Sadiqs levensdoel.’
Zijn de meisjes nog steeds in Syrië?
‘We weten niet waar ze zi jn, en of ze nog in le ven zijn. Aisha, een ander N oors meisje dat samen me t Leila en Ayan is geradicaliseerd, is twee weken geleden weer opgedoken. Ze verblijft in een vluchtelingenkamp in Koerdisch Syrië. Aan de Noorse media heef t ze gezegd dat ze al bi jna een jaar nie ts meer van L eila en Ayan heeft gehoord. Hun ouders zeg gen hetzelfde. Het laatste wat we zek er weten, is dat de zusjes vorige zomer zi jn weggevlucht uit Raqqa (de ‘ hoofdstad’
van IS in Syrië, r ed.) en verder zi jn getrokken in de richting van de I raakse grens. Toen Aisha voor he t laatst me t hen sprak, hadden ze nog steeds geen enkele intentie om IS te verlaten. Dat stemt volkomen overeen met wat ik over de meisjes heb ontdekt.’
Namelijk een rotsvast geloof in de jihad? In berichten aan hun ouders en hun broer klinkt de ISpropaganda sterk door. Toch stuurt IS die berichten allicht niet eens aan, schrijft u.
‘Als IS over hun schouder zou meelezen, dan hadden de zusjes bepaalde zaken niet geschreven. Zo merkt Ayan in een bericht aan haar familie achteloos op dat als haar man sneuvelt in de stri jd, ze dan wel met een andere jihadist zal trouwen. De zusjes zi jn volkomen doordrongen van de e xtremistische ideologie. Z e hebben een e xistentiële zoektocht achter de rug. Ayan en L eila hebben een le vensdoel gevonden via de religie, ze hebben dat steeds verder doorgedre ven en he t geheel uiteindelijk overgoten me t een politieke saus. Z e zijn vertrokken naar he t “kalifaat”, om ie ts te be tekenen en een hoger doel te dienen, maar ook uit een
hang naar spanning , avontuur en romantiek: ze trouwen allebei me t ISstrijders en baren hun kinderen.’
De zussen sturen hun familie in Noorwegen verbijsterende berichten over hun leven in Raqqa. Ze scheppen op over hun mooie huis met volledige huisraad. En ‘alles is gratis’.
‘Het is gratis, omdat he t is buitgemaakt op ge vluchte, verdreven of vermoorde families. Daarin zie ik een sterk e parallel met de nazi’s. Die vielen ook overal binnen en eisten de beste huizen op. Met dezelfde arrogantie als IS schoven zij eveneens andermans le ven aan de kant.’
‘De zusjes genie ten van hun le ven in Raqqa. Ze voelen zich belangri jk, ze zi jn op een missie. Z e vinden dat die le vensstandaard hen toekomt, omdat zij het pad van he t “kalifaat” zijn ingeslagen. Als westerlingen hebben ze ook meer geld dan de Syriërs en treden ze toe tot de jihadistische upperclass van Raqqa. Z e sturen hun moeder on voorstelbare foto’s van hun baby’s. De kindjes dragen wit te en roze kleertjes. Alles is fonk elnieuw, vers gewassen en gestreken. In een oorlogsgebied.’
Zijn de zussen zich ook bewust van het extreme geweld dat IS gebruikt? Bijvoorbeeld tegen hun eigen vader, die wordt gefolterd wanneer hij zijn dochters komt zoeken?
‘Ze beseffen het maar al te goed. Z e reageren ronduit gemeen, wanneer hun broer hen via chat vraag t of zij IS hebben opgedragen hun vader uit de weg te ruimen. Een van de zussen ant woordt dan laconiek dat IS wel ie ts moest doen om hem in te tomen, aangezien hi j samenwerkte met de Noorse politie om hen terug te vinden.’
De existentiële zoektocht van de zusjes bulkt van de religieuze verwijzingen. Moeten we niet ondubbelzinnig erkennen dat de gewelddadige jihad zijn oorsprong vindt in de islam?
‘Het jihadisme van IS heef t zeker zijn wortels in de islam. T egelijk hebben miljoenen vrome moslims totaal nie ts te ma
‘Misschien heeft dat me nog het meest geprovoceerd: toen ik bijeenkomsten van die moslimorganisatie bijwoonde, stelde ik vast dat Noorwegen er werd voorgesteld als één grote nachtclub, overgoten met seks, drugs en alcohol’
‘Verwachten we echt dat de wiskundeleraar een jonge scholier weghoudt van de jihad? Indien ja, dan moeten we leraars met extra vorming, middelen en tijd ondersteunen’
ken met de terreurdoc trine van IS. Ook de ouders van A yan en L eila zijn moslims, maar zien hun religie nie t als de bron van de radicalisering van hun dochters. Al beschouwt Sadiq vandaag wel de koranleraar Mustafa als de grote aanstoker. Sadiq wilde zi jn kinderen eerst zelf de Koran onderrichten, maar zi jn vrouw Sara stond erop om M ustafa in te huren. Dat is ook een Somaliër , maar wel een met duidelijke banden met de Somalische terreurgroep AlShabaab.’
‘Mustafa gaat ti jdens zijn lessen enkel met de ge welddadige verzen uit de K oran aan de slag . Hij doordringt zijn leerlingen ervan dat zij “anders” zi jn, en dat ze in Noorwegen nooit zullen worden aan vaard. Hij steekt die opdeling in hun hoofd: wij tegen zi j. Hetzelfde hoorden de meisjes bij Islam Net. Misschien heeft dat me nog he t meest geprovoceerd: toen ik bijeenkomsten van die moslimorganisatie bijwoonde, stelde ik vast dat N oorwegen er werd voorgesteld als één grote nachtclub, overgoten me t seks, drugs en alcohol. Ik kreeg soms zin om te protesteren dat we ook nog wel eens wat anders doen, zoals skiën.’
Hebben Mustafa en Islam Net dat ‘wijtegenzijgevoel’ bij de meisjes aangewakkerd? Of voelden ze zich voordien al gemarginaliseerd?
‘Ik vond geen be wijs dat de zusjes radicaliseerden omdat ze als t wee zwarte migrantenmeisjes met racisme of uitsluiting te maken hebben gehad. Z e leken zich goed in hun vel te voelen, totdat de salafisten andere ideeën in hun hoofd staken. Ze zijn niet uit Noorwegen weggepest. Integendeel, de scholen die zi j bezochten waren juist opvallend begripvol en uitermate tolerant.’
Misschien wel te tolerant voor meisjes die verveeld wegkijken als 9/11 ter sprake komt?
‘Zulke signalen mag een school inderdaad niet negeren. Toch is he t uiteindelijk juist de tolerante schooldirec trice die de Noorse politie inlicht. V ergeet niet dat Leila en Ayan al in 20 13 naar Syrië zi jn afgereisd. “Foreign fighters” en ISbruiden waren toen nog een vri j nieuw fenomeen. In dit boek beschri jf ik de langzame, stapsgewijze radicalisering van de twee Somalische zusjes. Z e hebben er jaren over gedaan.’
‘Ik ben een verhalen verteller; ik schri jf geen boeken om iemand de zwar tepiet toe te schuiven. J arenlang werd leraars gevraagd om bij allochtone meisjes te speuren naar signalen die k onden wijzen op een gedwongen huweli jk of op genitale verminking. Verwachten we dan echt dat de wiskundeleraar plots een jonge scholier weghoudt van de jihad? I ndien ja, dan moe ten we leraars me t extra vorming, middelen en ti jd ondersteunen.’
‘Het is dan ook een leerproces. M ijn boek wordt breed gelezen in scholen, waar directies en leerkrachten he t verhaal van Ayan en L eila hanteren als een soort handleiding voor moslimradicalisering. In Noorwegen stroomt de informatie tussen jeugdwerkers, de politie, scholen en moskeeën intussen al veel be ter door. De meeste meldingen van geradicaliseerde jongeren komen nu van scholen. Ayan en L eila zouden vandaag allicht niet naar Syrië zi jn vertrokken.’