EEN SPOOK VAN EIGEN MAKELIJ
Geen enkele gebruiker van bus of tram zal schrikken van het portret van De Lijn dat we vanaf vandaag in een artikelenreeks schetsen. Het openbaar vervoer wordt gerund door een doodziek, ja terminaal overheidsbedrijf. Was het niet Vlaams geweest, Vlaamse politici klaagden er luidkeels de Belgische ziekte mee aan. Maar de PS heeft geen hand in de politieke inmenging, de bureaucratie, de verkokering, het wantrouwen, de schabouwelijke inefficiëntie, kortom: de kafka die het bedrijf verlamt. Sommige voorbeelden zijn grotesk. Die logheid is van eigen makelij. Het product van een oude, zieke bedrijfscultuur, maar ze is ook een frisse politieke keuze van deze Vlaamse regering.
Ook de huidige minister van Mobiliteit, Ben Weyts (NVA), houdt de politieke handen graag mee aan de knoppen. Een bushalte verplaatsen? Het kabinet van de minister tekent het plannetje. Vooral via de financiering drukt de minister zijn scepsis uit. Weyts schermt met de flink opgetrokken investeringsbudgetten. Nieuwe en langere trams. Maar die rijden minder vaak. Op de werkingsmiddelen wordt zo hard bespaard dat het aantal gereden kilometers flink krimpt. Om nog te zwijgen van de geschorste ritten.
Politiek is vooral de keuze om maar te blijven talmen om tram en bus voorrang te geven bij lichten. De technologie is voorhanden, buurlanden doen het al jaren, op sommige lijnen zou het ritten veertig procent sneller maken. Maar steden en gewest moeten kiezen voor de tram en de bus. Ten nadele van de auto. Dat durven ze niet. Ze onderschatten de kentering bij de burger. De files slokken ook De Lijn op. De reiziger wordt moedeloos.
De nervositeit neemt toe, omdat De Lijn in 2020 haar monopolie verliest. Het is meer dan een spookbeeld dat een uitgeteerde De Lijn goed van pas komt voor wie wil privatiseren. Maar zelfs de private partners die nu al de helft van de exploitatie uitbaten, geven aan dat ze de rendabelste lijnen uitbaten. De beste brokken aan de privésector geven en vooral de trage lijnen in steden verwaarlozen, dat is geen toekomstvisie voor het openbaar vervoer. Toch wordt een debat over opsplitsen onvermijdelijk. Steden hebben heel andere noden dan het platteland. Allemaal kreunen ze van frustratie. Zij en nog andere besturen willen zelf aan de slag.
De Vlaamse regering heeft geen enkel excuus voor deze misère. Mobiliteit is een van de grootste zorgen geworden voor de burger. Ze laat het bedrijf wegkwijnen dat mee de oplossing kan bieden. Als ze geen agenda heeft, is het buitengewone onachtzaamheid. Heeft ze wel een agenda, dat ze die dan op tafel legt.
De Vlaamse regering heeft geen enkel excuus voor deze misère