‘Vrouwen moeten milder zijn voor elkaar’
De galerie van Sofie Van de Velde (46) werd op Art Basel uitgeroepen tot de meest creatieve en innovatieve Europese galerie van het moment. Van de Velde kreeg de prijs omdat ze hard inzet op netwerken en samenwerkingen met collega’s. Wij vroegen de Antwerpse galeriste naar vijf momenten die richtinggevend waren voor haar carrière. 1. Opgroeien tussen kunst
‘Jeff Koons die aan de tafel zat: als kind vond ik het heel gewoon. Ik wist zelfs niet dat hij een belangrijk kunstenaar was.’
‘Mijn vader, Ronny Van de Velde, heeft samen met mijn moeder al 45 jaar een kunstgalerie. Thuis was er altijd kunst en liepen er voortdurend kunstenaars af en aan. Het klinkt naïef, maar pas toen ik al volwassen was, heb ik beseft wat een groot privilege zo’n artistiek nest is. Mijn vader voelde zich ook niet geroepen om ons kunst uit te leggen. Dat vind ik nog altijd prachtig: door niet alles te willen uitleggen, heeft hij mijn verbeelding aan het werk gezet.’
‘Op mijn achttiende heb ik een tijdje in de galerie van mijn ouders gewerkt. Tot ik besefte: zij doen dit zo goed dat ik daar niets meer aan kan toevoegen. Ik ben maatschappelijk werk gaan studeren en ben met kansarme jongeren gaan werken. Pas veel later ben ik mijn eigen galerie in Antwerpen begonnen.’
2. Klimmen in de Ardennen met kansarme jongeren
‘Voor ik mijn eigen kunstgalerie begon, heb ik een tijd als coach en therapeut met kansarme jongeren gewerkt. Ik heb onder meer een klimparcours uitgewerkt als deel van hun therapie. Dan ging ik met die gasten klimmen in de Ardennen, terwijl ik nochtans enorme hoogtevrees heb.’ (lacht)
‘Toen ik hoogzwanger was van mijn tweede zoon, heb ik ooit een jongere die in paniek was geraakt uit de bomen moeten halen. Ik ben die dag naar beneden gekomen met een nieuw inzicht: dat ik ook op het beleid rond kansarme jongeren wou wegen. Niet veel later ben ik aan de universiteit onderwijskunde gaan studeren en heb ik een tijdlang onderzoek naar kansarmoede gedaan.’
‘Dat inzicht, dat je met twee voeten in de praktijk kunt staan terwijl je het beleid mee probeert te vormen en te veranderen, heb ik later ook in de kunstwereld toegepast. Ik zit elke dag in studio’s van kunstenaars, maar ik investeer ook in internationale netwerken en heb onlangs nog meegeschreven aan een Europese
code of conduct voor kunstenaars en galeristen. De kunstwereld moet transparanter worden.’
3. Wakker gebeld worden door een kunstenaar met verdriet
‘Mijn vader zegt wel eens: “Een goede kunstenaar is een dode kunstenaar”. Doden bellen je immers niet ’s nachts wakker omdat ze verdrietig zijn. (lacht) Het gebeurde geregeld dat mijn vader midden in de nacht nog snel naar een kunstenaar trok om hen op te peppen.’
‘Ik hou ervan om te werken met levende kunstenaars, ook al moet ik ze dan soms troosten. Het zijn momenten waarop je als galerist moet aftasten hoe ver je kan en wil gaan voor een kunstenaar. Zonder kunstenaars geen galerie. Maar pas als wij galeristen onze job kunnen doen, kunnen kunstenaars voluit werken.’
‘Sommige kunstenaars in mijn galerie zijn ook vrienden geworden, tegelijk heb je natuurlijk ook een zakelijke relatie. Eén grens heb ik voor mezelf duidelijk vastgelegd toen ik de overstap naar de kunstwereld heb gemaakt: ik ben galerist en geen therapeut – ook al ben ik het ooit geweest. (lacht) Therapie is immers tijd die ik niet in klanten, beurzen of musea kan steken. En net met al die dingen kan ik voor de carrière van die kunstenaar het verschil maken. Ik haal er veel geluk en energie uit: als je iemand kunt laten groeien, groei je zelf ook mee.’
4. Samenwerken met Jason Poirier Dit Caulier
‘Sinds een jaar delen Jason Poirier Dit Caulier van PlusOne Gallerie en ik een ruimte in het Antwerpse Nieuw Zuid. We hadden elk al een galerie in Berchem.’
‘Het is mijn beste beslissing ooit. Ik ken Jason al 45 jaar, er heerst een groot vertrouwen tussen ons. Zijn vader, ook een galerist, heeft nog met mijn vader samengewerkt.’
‘We delen kosten als een van ons het moeilijk heeft, we verwijzen klanten door naar elkaar en we wisselen kennis uit. Er is een gemeenschappelijke receptie, maar we hebben elk onze galerie, en elk onze zwaktes en sterktes.
‘Daarnaast werk ik samen met een twintigtal galeries over de hele wereld. Dit soort samenwerkingen is erg belangrijk om je als jonge galerie internationaal te
5. Geraakt worden door vrouwen als Charlotte Posenenske
‘Ik heb veel vrouwelijke kunstenaars in mijn galerie, maar dat is een inzicht dat ik pas onlangs kreeg toen iemand me daarop wees. Ik ben absoluut voor meer diversiteit, maar ik zal nooit een kunstenaar selecteren omdat ze een vrouw is. Geen enkele vrouw wil een excuustruus zijn.’
‘Een van de kunstenaars die me na aan het hart liggen, is Charlotte Posenenske, die conceptueel werk maakte dat onder meer in het Moma en Tate te zien is. Ze maakte in de jaren 60 sculpturen die ongelimiteerd reproduceerbaar zijn en die je als koper zelf in elkaar moet zetten. Het is geen werk met bebloede doekjes zoals het cliché van de zachte, vrouwelijke kunstenaar wil, maar krachtige, sociale kunst.’
‘Pas de laatste jaren ben ik gaan beseffen hoe belangrijk de rol van vrouwen in de kunstwereld is en hoe sterk ze zijn in onderhandelen. Vrouwen moeten milder zijn voor elkaar. Tijdens vergaderingen stel ik vaak vast dat de sterke vrouwen oplossingen aanreiken terwijl de alfamannetjes aan tafel zich ongestoord op de borst blijven kloppen.’
‘De kunstwereld is nog altijd heel masculien en patriarchaal. Als ik seksistische opmerkingen te horen krijg, zoals onlangs nog op de kunstbeurs in Basel, dan counter ik die met humor. Uiteindelijk gaat het ook om macht. Wie macht wil om dingen te veranderen, moet leren schaken. Dus schaak ik mee, zij het met enige tegenzin.’
‘Tijdens vergaderingen stel ik vaak vast dat de sterke vrouwen oplossingen aanreiken terwijl de alfamannetjes aan tafel zich op de borst kloppen’