INCH’ SALAH
Zag u dat gisteren, tijdens Uruguay–Egypte? Er kwam niet één keer een tribunebabe in beeld. Ook geen Mick Jagger of Leonardo DiCaprio. Beroemde gasten zullen er sowieso veel minder zijn in Rusland dan op het WK in Brazilië en ZuidAfrika. Nee, de aandacht op de dode momenten – en die waren er genoeg – ging voortdurend naar een speler op de Egyptische bank: Mohamed Salah, dit jaar bij Liverpool ontpopt tot een van de grootste sterren in het wereldvoetbal. Voor het eerst sinds zijn schouderblessure in de finale van de Champions League stond de jarige superspits op het wedstrijdblad, maar niemand wist zeker of zijn coach hem al zou durven te laten invallen.
Het moet verdorie niet eenvoudig zijn om Mohamed Salah te heten. Iedere keer dat hij ook maar een seconde in beeld kwam op de grote schermen, steeg luid gejuich op uit de Egyptische rangen. Salah probeerde daar waardig op te reageren, door te doen alsof hij het niet merkte en later door even vriendelijk te glimlachen. Wat moest hij ook doen, knipogen? Zelfs zonder de aandacht van een cameraman begonnen de Egyptische fans tot drie keer toe luidkeels zijn naam te scanderen. Je zag dat hij dat gênant vond – wat een signaal is het ook naar de andere Egyptische spelers, die duidelijk als opdracht hadden gekregen met stug verdedigen een gelijkspel uit te brand te slepen. Vertrouwen krijgen van het publiek is ongetwijfeld prettig, maar een heilig geloof moet ook een enorme druk op je schouders leggen. Telkens als trainer Hector Cuper een speler verving en het was niet de held der natie die klaarstond als vervanger, toonden de fans hun ongenoegen. Opnieuw probeerde Salah het waardig te ondergaan. Hij beleefde duidelijk een ongemakkelijke namiddag met al dat eerbetoon voor een potje bankzitten.
Het doet onvermijdelijk denken aan Cristiano Ronaldo twee jaar geleden in de finale van het EK, in Parijs. Hij viel al snel uit met een blessure, maar deed dan wat je van hem kon verwachten: hij pikte het niet dat hij een tweederangsrol zou spelen in het behalen van de titel, en stal nadrukkelijk de show door als een soort aandachtszieke reservecoach langs de lijn te paraderen en gesticuleren. Nog egocentrischer is Zlatan Ibrahimovic. Die kondigde zijn afscheid als Zweeds international aan op dat EK, speelde geen minuut in de kwalificaties voor het WK en begon zichzelf dan weer op te dringen om naar Rusland te gaan. Nu de Zweedse trainer daar niet op is ingegaan, verklaart Ibrahimovic – toch in Rusland aanwezig op uitnodiging van sponsor Visa – doodleuk dat een WK zonder hem ‘het bekijken niet waard is’.
Niets van die egotripperij bij de Egyptenaar. Hij is de antiCristiano Ronaldo, de antiZlatan. Het enige moment dat hij emoties vertoonde, was na het late doelpunt van de Uruguayanen. Toen keek hij gewoon sip, zoals iedere Egyptenaar. Misschien dacht hij wel even ‘moet ik verdraaid dan alles zelf doen, sukkels’. Maar als dat moment van hybris al even opdook, wist hij het perfect te camoufleren.
In Engeland staat Salah trouwens niet alleen bekend om zijn prachtige doelpunten, maar ook om zijn minzaamheid en bescheidenheid. Zelfs met zijn rustig uitgedragen vroomheid (na een doelpunt verricht hij de salat, het rituele moslimgebed) oogst hij niets dan respect. De fans van Liverpool zingen op de wijs van ‘Good enough’ van Dodgy: ‘If he’s good enough for you, he’s good enough for me, if he scores another few, then I’ll be Muslim too / If he’s good enough for you he’s good enough for me, then sitting in a mosque is where I wanna be.’ Een rolmodel voor zijn geloof én voor sportiviteit, kortom. En een ster die niet graag de aandacht steelt van anderen. Dat neemt overigens niet weg dat Salah de enige grote Egyptische kans wel zou hebben afgewerkt en zo dat gelijkspel zou hebben afgedwongen. Gelukkig raakt hij voor de wedstrijden tegen Rusland en SaudiArabië hoogstwaarschijnlijk wel echt speelklaar, en dan is de volgende ronde toch nog mogelijk. Als het een beetje meezit. Inch’ Salah.
Zlatan Ibrahimovic noemt een WK zonder hem ‘het bekijken niet waard’. Mo Salah is de antiZlatan.