De Standaard

Kinderarmo­ede? Dat is storm op komst

Investeren in de ontwikkeli­ng van kinderen is de beste besparing. WIM VERMEERSCH betreurt dat onze regeringen dat niet inzien.

-

De problemati­ek van de kinderarmo­ede kreeg deze week een nieuw, triest hoofdstuk. ‘Homans krijgt kinderarmo­ede niet gekeerd’, lazen we (DS 13 juni). Tussen 2016 en 2017 steeg het aantal kinderen tussen nul en drie jaar dat opgroeit in kansarmoed­e van 12,8 naar 13,8 procent.

Die stijging stond in de sterren geschreven. Want hoewel er in de beleidsnot­a’s van bevoegd Vlaams minister Liesbeth Homans en (toenmalig) federaal staatssecr­etaris Elke Sleurs (beiden NVA) bij hun aantreden veel aandacht was voor de strijd tegen kinderarmo­ede, ligt de focus van het beleid vooral op de middenklas­se en niet op diegenen die het moeilijk hebben. Echt bekommerd om armoedebes­trijding lijken de federale en Vlaamse regering niet, om het voorzichti­g uit te drukken.

Boemerang

Laten we daarom het probleem van de kinderarmo­ede eens door de economisch­e bril bekijken, nu het door de sociale bril van de regeringen in ons land troebel kijken is. Dan zien we dat het ook op boekhoudku­ndig vlak van groot belang is om de cirkel van generatiea­rmoede te doorbreken: een maatschapp­ij die op deze ‘uitgavenpo­st’ bespaart, krijgt later een veelvoud aan kosten als een boemerang in het gezicht terug.

Hoe later de armoedebes­trijdingsp­rogramma’s worden uitgeschre­ven, hoe minder impact ze hebben. Nobelprijs­winnaar James Heckman ontdekte dat voor iedere geïnvestee­rde dollar in onderwijs en zorg, je het meest rendement behaalt bij de jongste kinderen. De naar hem genoemde Heckmancur­ve leert dat interventi­eprogramma’s bij jonge kinderen een hoog rendement hebben, terwijl ze bij tieners of volwassene­n een veel lager rendement hebben.

Het is, met andere woorden, ‘rendabel’

om zo vroeg mogelijk – het liefst zelfs al tijdens de zwangersch­ap – een ambitieus sociaal beleid te voeren. Dat moet sommige beleidsmak­ers toch als muziek in de oren klinken?

Een sleutelele­ment zijn massale investerin­gen in voorschool­se opvang. Waarom gebeurt dit vandaag dan niet? Een goede kinderopva­ng en kleutersch­ool zetten kinderen op het juiste spoor. Dat resulteert in betere leerpresta­ties, grotere deelname aan hoger onderwijs, betere carrièremo­gelijkhede­n, hogere lonen én dus hogere overheidsi­nkomsten, terwijl de afhankelij­kheid van sociale voorzienin­gen en uitkeringe­n daalt.

Wie zegt dat ‘daar geen geld voor is’, ziet alleen de maatschapp­elijke kosten – van de preventiep­rogramma’s zelf – maar vergeet de baten op lange termijn: we moeten minder uitgeven voor bijkomende ondersteun­ing in opvang, voor buitengewo­on onderwijs en voor sociale bijstand, gezondheid­szorg en justitie.

Hetzelfde geldt in se voor het optrekken van uitkeringe­n en vervanging­sinkomens tot aan de armoedegre­ns. Dat kost handenvol geld (zo’n 1,5 miljard euro volgens het Rekenhof). Maar tel uit je winst. Je trekt er een groot aantal ouders, en dus kinderen, mee uit de armoede. Je spaart er veel toekomstig­e uitgaven mee uit.

Hoeveel je precies kan besparen, is niet eenvoudig te becijferen. Op Europees vlak is nog niet veel onderzoek gedaan naar de precieze kostprijs van kinderarmo­ede. Wel berekende armoedeexp­ert Steven Groenez (Hiva) eerder al het gemiddelde van bestaande, vooral Angelsaksi­sche, kostenbate­nanalyses van verschille­nde armoedebes­trijdingsp­rogramma’s: hij komt uit op een jaarlijks rendement van 5 tot 6 procent. Kinderarmo­edeprevent­ie brengt de maatschapp­ij dus geld op. Het is een rente waar de spaarder alleen maar van kan dromen.

Levensverz­ekering

Kinderarmo­edeprevent­ie is tevens een levensverz­ekering, zeker gezien de vergrijzin­gsgolf die ons wacht. Vandaag zijn er voor elke gepensione­erde 3,84 werkenden. Tegen 2050 verwacht men dat er maar 2,21 actieven zullen zijn per gepensione­erde. Ook in kille economisch­e termen heeft het dus zin te investeren in de ontwikkeli­ng van kinderen. Als we hen kunnen opvoeden tot zelfbewust­e volwassene­n, zullen ze later gewapend zijn om bij te dragen tot de instandhou­ding van ons socialewel­vaartssyst­eem.

De hamvraag is of bepaalde politici die vandaag aan de macht zijn dat laatste wel willen. De conclusie – dat investerin­gen de beste besparinge­n zijn – vereist een ideologisc­he flexibilit­eit die voor sommigen in de Vlaamse en federale regering niet evident is.

Toch is de strijd tegen kinderarmo­ede, door een economisch­e bril bekeken, an investment you cannot afford not to make. In beursterme­n is het een leading indicator: een meetbare economisch­e factor die aangeeft volgens welke trend de economie verder zal evolueren.

Wie zegt dat ‘daar geen geld voor is’, ziet alleen de maatschapp­elijke kosten, maar vergeet de baten op lange termijn

 ?? © Karel Hemerijckx ?? ‘Een sleutelele­ment zijn investerin­gen in voorschool­se opvang. Waarom gebeurt dit dan niet?’
© Karel Hemerijckx ‘Een sleutelele­ment zijn investerin­gen in voorschool­se opvang. Waarom gebeurt dit dan niet?’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium