Trukendoos
Een oproep tot menselijkheid en vrije meningsuiting van academici (DS 8 juni) botst op onbegrip, bijvoorbeeld bij Mia Doornaert (DS 14 juni). Nochtans lijkt menselijkheid bewaken noodzakelijk, na ranzige tweets over een vluchtelingenboot, ongefundeerde uitspraken over vluchtelingen als oorzaak van stijgende armoedecijfers, noodkreten van de jongerentelefoon Awel over de psychische gevolgen van polarisatie en identiteitspolitiek ... Alle truken worden bovengehaald om een eerlijk debat niet te hoeven aangaan.
Truc 1: relativeer het discours door te wijzen op extremere ontmenselijking elders, bijvoorbeeld door het salafisme. Serieus? Moeten we het huidige stadium van dehumanisering in het Belgische discours omtrent vluchtelingen normaliseren omdat er elders ter wereld verder gevorderde stadia zijn?
Truc 2: zet de academische wereld weg als een links bastion vol politiek correcte peer pressure. Maar is het dan niet mogelijk dat een gedeeld inzicht tot een gezamenlijk standpunt leidt?
Truc 3: leg de ondertekenaars zaken in de mond. De brief bevat géén pleidooi voor open grenzen, géén verlegging van de verantwoordelijkheid voor het lijden van vluchtelingen en migranten, géén oneerlijke illusie dat er een (eenvoudige) oplossing bestaat. Wel is het een oproep om onze morele standaarden te bewaken en om de mens achter de vluchteling of migrant te zien.
Wellicht nog problematischer is Doornaerts boodschap dat er tout court geen oplossing bestaat voor de migratieproblematiek. In plaats van te erkennen dat oplossingen complex zullen zijn (zoals Hendrik Vos en Kati Verstrepen deden), en dat het migratievraagstuk verband houdt met politieke en economische keuzes, verdedigt Doornaert een positie die de Europese burger van alle daadkracht ontdoet. Wie voorbij zijn navel kijkt, moet vaststellen dat de Europese verworvenheden óók gestoeld zijn op uitbuitingsmechanismes van zowel mens als milieu in de thuislanden van wanhopige vluchtelingen. Dat staat los van het feit dat corrupte en falende regimes tot migratie aanzetten, maar impliceert wel dat ‘hier’ óók een stukje van de puzzel ligt.
Het minimum wat we kunnen doen, is de ander erkennen én behandelen als een van ons, ook al vindt Doornaert dat naïef en ‘emotrippend’. Dat is de boodschap, daar hebben we voor getekend. Niet tegen iets of iemand, wel ter onderschrijving van een verbintenis met onszelf: menselijkheid is een basisrecht. Daar zwijgen we niet over.