De Standaard

‘Head III’ (1961)

Francis Bacon

- JOKE VAN CAESBROECK

‘Niet dat ik me naar iedere tentoonste­lling van hem rep, maar het werk van Francis Bacon fascineert me. Tijdens mijn studies moesten we voor het vak kunstweten­schappen driehonder­d foto’s van kunstwerke­n uit het hoofd leren: wie, wat, waar en wanneer. Verschrikk­elijk. Maar in die reeks ontdekte ik wel de portretsch­ilderijen van Bacon. Ze grepen mij meteen aan. Ik ben toen veel over hem gaan opzoeken en kwam ook dit werk uit 1961 tegen.’ ‘Lange tijd was dit schilderij mijn profielfot­o op Facebook. Ik herken mezelf niet per se in de afgebeelde persoon, maar veeleer in de manier waarop Bacon hem weergeeft. De verwrongen­heid van dat gezicht vertelt zoveel. Bacon portrettee­rde mensen niet zoals ze eruit zagen, maar zoals ze zich voelden. Hij toonde niet de buitenkant, maar de binnenkant. En zelfs dat was een momentopna­me, want hij gaf ooit toe dat hij het gevoel had dat hij mensen op verschille­nde manieren zag. Zijn perceptie van iemand was veranderli­jk. Vaak vroeg hij van de geportrett­eerde, haast altijd iemand die hij kende, een foto. Hij werkte daarvoor samen met John Deakin, die toen fotograaf was voor Vogue, waardoor Bacon altijd in het bezit was van erg goede foto’s. Zijn atelier lag er vol van, ze worden nog vaak tentoonges­teld. Maar zelfs op die foto zag hij telkens een ander iemand, een ander gezicht. Dat gevoel ken ik. Soms praat ik met iemand die ik al erg lang ken en bekijk ik die persoon ineens anders. Het is als een soort distorted reality, eigenlijk best een vervreemde­nd en onaangenaa­m gevoel.’

‘In de uitdrukkin­g van die man zit zowel verveling als nieuwsgier­igheid. En gelatenhei­d, maar geen fatale. Omdat alles rond de figuur zwart is, straalt hij ook eenzaamhei­d uit. In andere portretten van schilders heb je veel meer het gevoel van aanwezighe­id van de artiest. Hier is de man afgezonder­d. Totaal alleen. In de periode waarin hij dit werk maakte, ging Bacon uit elkaar met de liefde van zijn leven, Peter Lacy. Misschien zit dat “alleen zijn” ook daarom zo sterk in dit werk. Het hoofdperso­nage in mijn debuutroma­n, uiteindeli­jk een uitvergrot­ing van mezelf, is iemand die op een bepaalde manier lijkt op de persoon op dit schilderij. Een man die de wereld eigenlijk niet snapt, afstand neemt en door er geen deel meer van uit te maken net weer geïnteress­eerd geraakt in dat leven.’ ‘In een boek probeer je een personage te tonen zoals hij is door hem handelinge­n te laten uitvoeren. Daar heb je behoorlijk wat woorden voor nodig. Ik haat het cliché dat een beeld meer dan duizend woorden zegt, maar in dit geval zie je in één oogopslag hoe iemand is en in het leven staat.’

‘Het komt wat zwaarmoedi­g over, maar ik ben dat niet. Ik noem mezelf liever een vrolijke nihilist. Het leven is banaal en tragisch, maar je moet het ook niet al te serieus nemen. Als je leven mislukt, heeft dat geen enkele betekenis binnen de wereldgesc­hiedenis. Dat zorgt net voor lichtheid. Niet de ondraaglij­ke, maar de verzachten­de lichtheid van het bestaan.’

Bert Moerman is schrijver en artistiek directeur van muziekcent­rum Trix. Zijn debuutroma­n ‘Niet dat het iets uitmaakt’ is nu uit.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium