Waarom ‘De rechtvaardige rechters’ ons stilaan gestolen kunnen worden
Het was een bijzonder vreem de persconferentie, vrijdag ochtend in de raadszaal van het Gentse stadhuis. Het ging om een boekvoorstel ling, van jeugdauteur Marc de Bel dan nog, maar toch was er veel volk. Veel oudere mannen in kaki afritsbroeken en beige mouwloze jasjes met opgestikte zakken. Navraag leerde dat ze tot de bevolkings groep van de amateurspeurders behoor den. Er was ook veel pers. Er stonden zelfs camera’s van de nationale zenders opge steld. Nog sterker: er was een journalist van De Standaard aanwezig. En de inleiding werd niet verzorgd door de uitgever, wat toch de gewoonte is bij boekvoorstellingen, maar door de burgemeester van Gent, Daniël Termont. Liet die zich hier voor de kar spannen van het commerciële genie De Bel en diens uitgeverij Van Halewyck? Nee hoor, toeterde hij met lokale tongval: ‘Dit is van groot belang voor de stad en voor de Vlaamse kunstgeschiedenis’.
Zou het? Het boek van De Bel heet De veertiende brief en is er weer eentje van dertien in een dozijn. Het belang voor de Vlaamse kunstgeschiedenis zal van elders moeten komen. Van Gino Marchal misschien, een informaticus uit het VlaamsBrabantse Hoeilaart. Marchal heeft achterhaald waar De rechtvaardige rechters, het gestolen paneel dat tot in 1934 vastzat aan Het lam Gods van de gebroeders Van Eyck, zich bevindt. Hij heeft zijn theorie door Marc de Bel in een roman voor ‘jongvolwassenen’ laten ver werken. Hij heeft zijn theorie ook aan de Gentse burgemeester uit de doeken gedaan, en aan de Gentse speurders die het dossier beheren. De burgemeester was naar eigen zeggen onder indruk, en hij is niet gauw onder de indruk. Hij was twee jaar geleden in ieder geval niet onder de indruk van het luxejacht dat Jeroen Piqueur had afge huurd in Cannes. Maar we wijken af.
Er zijn al honderden theorieën verkon digd over waar het paneel verborgen zit. De onnozelste was: opgerold in een buis. De minst tot de verbeelding sprekende was: het hangt al lang terug, de kopie is gewoon het origineel. De leukste zijn gebaseerd op de dertien brieven die de dief onder het pseudoniem D.U.A. na de diefstal naar het bisdom stuurde om losgeld te eisen, en op de correspondentie die nog wat later werd aangetroffen bij Arsène Goedertier, een Wetterse makelaar die op zijn sterfbed had bekend te weten waar het paneel zich bevond. In het huis van Goedertier werden kopieën van de brieven gevonden, samen met allerlei aantekeningen en schetsen.
Al meer dan een halve eeuw proberen halve en hele garen die informatie te ont rafelen en er aanwijzingen naar de berg plaats in te vinden. Het Gentse gerecht neemt ze niet allemáál ernstig, maar de meeste wel, ook als er graaf en breek werken aan te pas komen. En er komen vaak graaf en breekwerken aan te pas. In de SintGertrudiskerk in Wetteren, in 2002, op aangeven van de Gentse amateurspeurder Gaston De Roeck. Niets gevonden. In een parkeergarage aan de Gentse SintJansvest in 2008, op aangeven van de Brusselse amateurspeurder Franky De Smet. Volgens hem zat het paneel in een zinken kist in een oude waterput onder dat gebouw. Toen werd dwars door de betonnen vloer een gigantisch gat gekapt. Niets gevonden. Nochtans had een metaaldetector aangegeven dat er iets zat. ‘Dat zal de wapening van het beton geweest zijn’, merkte een van de speurders beteuterd op.
Ook dit keer zullen er graafwerken aan te pas moeten komen, want volgens onze goede vriend Marchal ligt het paneel onder de Kalandeberg, een stemmig pleintje in de voetgangerszone tussen het SintBaafsplein en de Kouter. Hoe hij daartoe kwam, legde hij op de persconferentie uit aan de hand van enkele notitiebriefjes van Goedertier, en een plattegrond van de stad Gent. De theorie is te gek voor woorden en haast niet te reproduceren. Het komt erop neer dat enkele genummerde krabbels van Goedertier hem tot vier panden in het centrum van Gent brachten, en dat die vier panden op precies 152 meter van de Kalandeberg liggen. Als je de juiste omwegen neemt, welteverstaan. Die ‘152 meter’ zitten ook ergens in de aantekeningen van Goedertier. Bovendien, wist Marchal nog te melden, passeerde Goedertier wekelijks langs de Kalandeberg op weg naar zijn stamkroeg, en waren daar toen rioleringswerken aan de gang. Daarbij werd een ‘geheime gang’ ontdekt naar het pand waar nu de winkel Max Mara is gevestigd. Die gang is net breed genoeg om het paneel in op te bergen. Wie nu nog aan mijn theorie twijfelt, zag je Marchal denken, moet wel van erg slechte wil zijn. Applaus op alle banken.
Het is nauwelijks te bevatten dat mensen die geen kaki afritsbroeken en beige mouwloze jasjes dragen, deze nerdy flauwekul ook maar een seconde ernstig nemen. Bovendien: De rechtvaardige rechters is, als puntje bij paaltje komt, een houten plaat met wat verf op. Wat zou daar nog van overblijven na tachtig jaar onder de grond te hebben gezeten? De kopie, afgewerkt kort na WO II, heeft al die tijd in een droge ruimte gehangen en is al aan restauratie toe. Hou nu toch eens op met die onzin.
Over onzin gesproken. Termont riep de wereldbevolking op niet meteen met pikhouweel en schop de bestrating van het Gentse pleintje te komen opbreken. De onderliggende boodschap was natuurlijk: kom allemaal eens naar Gent om iets te eten en te drinken. De vestiging van Pain Quotidien aan de Kalandeberg gaat gouden tijden tegemoet. Net als Marc de Bel, natuurlijk. Het gestolen paneel (of de kopie, daar willen we vanaf zijn).
‘De rechtvaardige rechters’ is, als puntje bij paaltje komt, een houten plaat met wat verf op. Wat zou daar nog van overblijven na 80 jaar onder de grond te hebben gezeten?
De Kalandeberg, waaronder blijkbaar een houten plaat van anderhalve meter lang ligt weg te rotten.