‘In een café is er nog sociale controle’
‘De gevoeligheden in onze samenleving veranderen constant’, erkent Matthias De Caluwe, kersvers ceo van Horeca Vlaanderen. ‘Ook ons kijken naar alcoholgebruik. Maar van alles verbieden zal niets oplossen.’
Een geheelonthouder is sinds kort de spreekbuis van de Vlaamse cafés en restaurants. De aanstelling van Matthias De Caluwe als nieuwe topman van de sectorfederatie Horeca Vlaanderen was op zijn minst op merkelijk te noemen. Veel tijd om zich rustig in te werken heeft de kersverse topman niet gekregen. Met zijn laatste advies opende de Hoge Gezondheidsraad vorige week een frontale aanval op alco hol én de cafés. Een verbod voor jongeren onder de 18, geen reclame meer voor alcohol en gratis water in elk restaurant, zo luidt het advies.
U hebt een hectische week achter de rug?
‘De Hoge Gezondheidsraad komt met een groot scala aan voorstellen op de proppen, die een enorme impact op en financiele gevolgen voor onze horeca zouden hebben. We willen ons constructief opstellen, maar die houding hebben we afgelopen week gemist aan de andere kant. De raad had toch minstens met ons rond de tafel kunnen zitten?’
‘Neem nu dat gratis water. Hoe een ondernemer zijn zaak in de markt wil zetten, is toch zijn keuze? Velen van hen doen dat ook al. Maar het is beangstigend als de overheid zou beslissen dat een ondernemer iets “gratis” moet aanbieden. Althans die perceptie wordt gecreëerd, want ook kraantjeswater is niet gratis: je hebt personeel nodig om de kan op tafel te zetten, af te wassen ... en de klant zit verwarmd binnen.’
In veel andere landen doen ze dat sowieso ...
‘Maar daar liggen de btw en loonlasten ook lager. In Italië krijg je vaak water en olijven. Denkt u dat ze dat niet doorrekenen?’
Het kraanwater is een symbool, de Hoge Gezondheidsraad wil ook een reclameverbod.
‘Denken we echt dat we de excessen qua alcoholgebruik zullen oplossen met een verbod op reclame en een grens van tien pinten of glazen wijn? In Nederland heeft men vier jaar geleden de leeftijdsgrens voor alcohol van 16 naar 18 gezet. Een jaar na de invoering was het aantal bingedrinkende jongeren met bijna 20 procent gestegen. Alcohol verdwijnt niet uit de samenleving. Jongeren raken wel aan drank en consumeren dan in ongecontroleerde omgevingen. In een café is er nog sociale controle. De echte probleemgevallen zitten meestal in andere omgevingen. Een verbod is geen magische oplossing.’
‘Niemand heeft iets aan ladderzatte mensen in zijn zaak’ MATTHIAS DE CALUWE Ceo Horeca Vlaanderen
Daarmee schuift de sector wel makkelijk zijn verantwoordelijkheid af...
‘Dat doen we helemaal niet. Sensibiliseren is heel belangrijk en daar doen we veel inspanningen voor. We steunen Tournée Minérale en de bobcampagne. Iedereen moet keuzes voor zichzelf maken. Ik heb mijn carrière gemaakt in een omgeving waar alcohol en alcoholreclame alomtegenwoordig zijn (De Caluwe werkte voor Germinal Beerschot en als marketeer voor festivals, red.), maar toch heb ik een bewuste keuze gemaakt om niet te drinken.’
Drinken is het nieuwe roken, zeggen experts. Speelt de horeca daar genoeg op in?
‘De samenleving en haar gevoeligheden evolueren. Maar wij ook. We overleggen met onze leden en informeren ze met folders over nietalcoholische alternatieven. Uiteraard willen wij dat er verstandig omgegaan wordt met alcohol. Niemand heeft iets aan ladderzatte mensen in zijn zaak, maar nogmaals, met een verbod los je niet alles op.’
De verkiezingen staan voor de deur. Waar wil u met Horeca Vlaanderen op inzetten?
‘Als de witte kassa iets heeft blootgelegd, dan is het dat de hoge loonlasten de achilleshiel van de horeca zijn. Het is een heel arbeidsintensieve sector, er kan weinig geautomatiseerd worden. Maar die arbeid wordt onbetaalbaar. Flexijobs en overuren zijn goed voor de extra uren, maar je pakt er de basisloonlast voor de eerste 38 uren niet mee aan.’
Worden er daarom bij één op de twee controles nog altijd zwartwerkers betrapt?
‘Ondertussen heeft 90 procent van de Vlaamse zaken een witte kassa. Die controles vonden plaats bij een minderheid van de horecazaken en gebeuren heel gericht.’