Nike en Donald Trump een neus gezet
De tweede WKzege ooit van Iran tegen Marokko had de smaak van zoete wraak tegen iedereen die de voorbereiding van de Perzische Leeuwen had verstoord. Door politiek getouwtrek reisde de Iraanse ploeg zonder truitjes en schoenen naar Rusland.
Iran wijst met een beschuldigende vinger naar de Amerikaanse president Donald Trump. Het Westen sloot in 2015 een nucleair akkoord af met Iran, dat zijn atoomprogramma gedurende tien jaar zou afbouwen in ruil voor de opheffing van de economische sancties tegen het land. Het was een van de grootste verwezenlijkingen van Barack Obama, maar begin vorige maand deed Trump ze teniet. ‘Iran is de grootste sponsor van internationaal terroris me’, zei hij. ‘Daarom trekken de Verenigde Staten zich terug uit het akkoord.’
Het gevolg: de economische sancties tegen Iran werden opnieuw ingevoerd. Binnen de 180 dagen moet de handel met het land volledig stilliggen. Een streep door de rekening van onder meer vliegtuigbouwer Boeing, die een miljardenbestelling van Iran Air in rook zag opgaan.
70 procent korting bij Adidas
De sancties worden in elk segment van de economie doorgetrokken, dus ook in het voetbal. Terwijl elke WKdeelnemer miljoenen sponsorgeld opstrijkt van een kledinggigant die de shirts aanlevert, vond Iran door de politieke spanningen voor de start van het WK maar geen partner. Het klopte uiteindelijk aan bij het bescheiden Italiaanse merk Givova, maar blies de overeenkomst op toen bleek dat de shirts slecht aan elkaar genaaid waren en makkelijk scheurden.
Een alternatieve sponsor was er niet, dus moest de Iraanse voetbalbond zelf shirts te kopen. De keuze
‘Mijn jongens zijn tegen niets of niemand. Laat hen gewoon voetballen’
viel op Adidas. Het Duitse bedrijf gaf de wanhopige Iraniërs nog wel een korting van zeventig procent, maar meer kregen ze niet. Iran moest zich tevredenstellen met het standaardshirt, aangepast aan de kleuren van het land. Beschamend. En verlieslatend. Niet alleen miste Iran een hoop sponsorgeld, het kon ook niet profiteren van inkomsten uit truitjesverkoop. Een officieel Iraans voetbalshirt kopen is onmogelijk.
Maar dat was niet alles. Twee weken geleden riep bondscoach Carlos Queiroz de Wereldvoetbalbond Fifa op om actie te ondernemen, omdat schoenensponsor Nike weigerde de Iraanse spelers van materiaal te voorzien. ‘Spelers zijn gewend aan hun uitrusting’, brieste Queiroz. ‘Hen een week voor de start van het WK verplichten iets anders te dragen, kan gewoon niet. De Fifa moet dit oplossen.’
Een oplossing kwam er niet. Nike deelde mee dat het ‘gebonden was door de opgelegde economische sancties’ en dat het geen schoenen zou leveren. Zo kon ook Saman Ghoddos, de Iraanse aanvaller van het Zweedse Östersunds, fluiten naar zijn schoenen. ‘Sport en politiek mag je niet vermengen’, schreeuwde het hele land.
80 miljoen boze Iraniërs
De Iraniërs waren er dan ook als de kippen bij om vrijdag na de 0–1zege tegen Marokko hun gram te halen. ‘Wat Nike deed, was heel erg fout’, zei Karim Ansarifard. ‘Het is gewoon onrespectvol’, ging Alireza Jahanbakhsh nog een stukje verder. ‘We hebben hier met de spelersgroep een meeting over gehad. Als voetbalmerk moet je je niet mengen in de politiek. Nike heeft dat gedaan en nu hebben ze een slecht beeld van zichzelf gecreëerd bij tachtig miljoen Iraniërs.’ Bondscoach Queiroz smeekte zelfs. ‘Jullie hebben gezien dat mijn jongens tegen niets of niemand zijn. Laat hen gewoon voetballen.’
Geen truitjes, geen schoenen en door de politieke spanningen zag Iran in de voorbereiding ook nog eens twee oefenwedstrijden afgelast worden. Een stunt tegen Spanje en daarmee de eerste kwalificatie ooit voor de knockoutfase van het wereldkampioenschap zou het ultieme antwoord zijn.
CARLOS QUEIROZ Bondscoach Iran