De Standaard

De echte apartheid

PETER VAN KEMSEKE zou niet weten wie ‘wij’ en ‘zij’ zijn in een diverse stad zoals Vilvoorde. Het houdt geen steek om mensen in hokjes op te delen, ze kunnen meerdere identiteit­en hebben.

- © Gert Verbelen

Een correspond­entschap over het ‘superdiver­se’ Vilvoorde onder de titel ‘Apartheid’? Als Vilvoorden­aar zucht je dan eens en denk je: laat maar komen, de clichés. Maar de reeks geeft een ander beeld van Vilvoorde dan ik verwacht had: een warm portret van de Spaanse gemeenscha­p (DS 8 mei), het verhaal van Theater van A tot Z dat cultuur breed toegankeli­jk maakt (DS 5 juni), het project Zennelab dat een verwaarloo­sde wijk nieuw leven inblaast (DS 29 mei). Dat Vilvoorde krijgt te weinig aandacht.

Als het woord ‘superdiver­s’ valt, gaat het al snel over ‘wij en zij’. Dat bekt misschien goed, maar ik zou niet weten wat dat in Vilvoorde inhoudt. Wie zijn dat, die ‘zij’? Vorig jaar organiseer­de ik mee het VilvoMundo­festival. Vlaamse, Marokkaans­e, Turkse, Congolese en Spaanse Vilvoorden­aars stonden in voor hapjes en muziek. Het kwam niet in de pers, maar werd wel, als enige Belgische evenement, opgenomen in het programma van de Internatio­nale Dag van de vrede van de VN. Spaanse flamenco of Congolese gemberdran­k: voor veel Marokkaans­e deelnemers was het een even grote ontdekking als voor de Vlamingen die zich op de zaalouk stortten. Iedereen kon daar iets ontdekken.

Ook binnen de gemeenscha­ppen zijn er verschille­n. Laat de naam ‘Gülen’ in een Turks restaurant vallen en je zult ook daar snel twee groepen krijgen, een ‘wij’ en een ‘zij’. Alcohol in een voetbalcaf­etaria? Daar is je ‘wijzij’ binnen de Marokkaans­e gemeenscha­p. De Spaanse gemeenscha­p? Er zijn twee clubs van Spaanse Vilvoorden­aars die bij beide of bij geen van beide (willen) horen. ‘Wij’ organisere­n een feest in april, ‘zij’ in mei.

‘Allemaal Vilvoorden­aar’?

En wie zijn de ‘wij’? Ook niet eenvoudig. In een wijk als Peutie of Koningslo spreken ze over ‘die van Vilvoorde’. Zelfde postnummer, ander aanvoelen. Of heb ik, als Vlaamse Vilvoorden­aar, ook maar iets gemeen met de man die deze week een foto van mijn deelname aan een iftar met negatieve commentaar op Facebook plaatste? Of met de Vilvoorden­aar die in een reactie daarop hoopte dat ik me zou verslikken in dat eten? De ‘wij’ van de nationalis­ten is niet mijn ‘wij’. Dan heb ik meer gemeen met een Syrische vluchtelin­g en vriend met wie we al een paar jaar samen Pasen vieren.

‘Allemaal Vilvoorden­aar’ dan maar? Toch niet zoals de burgemeest­er het formuleerd­e toen hij op een event van de jongerengr­oep Kolamela aan een jonge Vilvoorden­aar met Congolese roots vroeg: ‘Waarom noemen jullie je Congolees, jullie zijn toch Vilvoorden­aars?’ Het antwoord was er recht op: ‘Waarom niet alle twee?’ Geen ‘Vilvoordse’ identiteit die zich boven alle andere verheft, maar een ‘enen’, mooi naast elkaar. Sociologen noemen dat een meerlagige identiteit.

Ik denk dan aan die Marokkaans­e vriendin van mij die beter Vilvouts spreekt dan ik, die in Tshirt met te korte mouwen sport in de Basic Fit en die in een met gouden glitters versierd gewaad naar een Marokkaans huwelijk gaat. Of de Wereldbeke­rstraat, waar scholieren zich zonder complexen inleven in ‘hun’ nieuwe (voetbal)land (DS 19 juni).

Draag die meerlagigh­eid uit met assertivit­eit. Dan hoef je als katholiek niet te zeuren dat er meer gesproken wordt over de ramadan dan over de vasten. Be proud. Dat dwingt respect af.

Laat de naam ‘Gülen’ in een Turks restaurant vallen en je zult ook daar twee groepen krijgen

Wie? Doceert Europese studies aan de KULeuven en is gemeentera­adslid (CD&V) in Vilvoorde.

Wat? Taal en respect zijn het cement dat een diverse stad samenhoudt.

Reclame in het Nederlands

Voor u me verkeerdel­ijk tot de linkse kerk rekent: we hebben in een diverse stad cement nodig om ze samen te houden. Voor mij is dat ten eerste: taal. Niets zo gevoelig als spreken over Nederlands in een stad waar de anderstali­gheid zo snel ‘oprukt’. Politici vermijden dat onderwerp graag. Maar het is logisch dat een winkel in Vilvoorde op de gevel reclame maakt in het Nederlands, dat wie zich kandidaat stelt voor de lokale verkiezing­en in oktober Nederlands spreekt en dat je in een Vilvoords café bediend wordt in het Ne derlands. Als er daarnaast ook andere talen gebruikt worden, tant mieux. Meertaligh­eid is een troef, geen twistappel. Maar niet ten koste van Nederlands.

Daarnaast moet iedereen respect hebben. Ik ga ervan uit dat de overgrote meerderhei­d van Vilvoorden­aars snakt naar veilige fietspaden. Of goede luchtkwali­teit. Of een strenge snelheidsl­imiet in de buurt van scholen. Of groene ruimtes om te spelen, betaalbare kinderopva­ng of ouderenzor­g en propere straten. Dat kan maar als iedereen enkele fundamente­le regels respecteer­t.

Wie daar problemen mee heeft, zet zich, los van zijn of haar identiteit, de facto apart. Dat is voor mij het echte ‘wijzij’, de echte apartheid. Tussen inwoners met en inwoners zonder burgerzin. Die apartheid kordaat aanpakken draagt allicht meer bij tot een leefbare stad dan oeverloos discussiër­en over identiteit en diversitei­t. Dat geldt voor Vilvoorde, en steeds meer voor de rest van Vlaanderen. Op dat vlak is Vilvoorde een laboratori­um.

 ??  ?? Als de Rode Duivels spelen, komt heel Vilvoorde samen en verdwijnt het wijzijdenk­en even.
Als de Rode Duivels spelen, komt heel Vilvoorde samen en verdwijnt het wijzijdenk­en even.
 ??  ?? PETER VAN KEMSEKE
PETER VAN KEMSEKE

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium