DE GRENZEN VAN DE POLITIEK
Op de Nederlandse televisie stelde cabaretier Freek de Jonge onlangs ietwat tot zijn ontgoocheling vast dat België geenszins van plan lijkt te zijn om in de voetbalgekte ook zijn bezorgdheid te tonen over hoe gastland Rusland omgaat met de mensenrechten. De Jonge, ondertussen older, sadder en wiser geworden, had in 1978 geprobeerd om Nederland daartoe aan te porren, toen het Argentinië van de generaals het WK organiseerde. (Ironie: Nederland verloor toen de finale van Argentinië met 13.) Zulke bekommernissen zijn een luxe voor thuisblijvers. Het is het voordeel voor wie het nadeel had zich niet te kunnen kwalificeren voor het WK. Sport en politiek moeten niet met elkaar worden vermengd.
Toch is die luxe maar beperkt voorradig. Begin juli gaat de Nederlandse premier Mark Rutte op officieel bezoek bij de Amerikaanse president Trump. In zijn parlement krijgt hij nu vragen of hij dan wel zijn afkeuring zal laten blijken over het Amerikaanse migratiebeleid. Huilende, in kooien opgesloten kinderen, daar kan de welmenende politieke pragmatiek niet tegenop.
Het is een klassieker in de diplomatie: bij officiële contacten vervelende onderwerpen als de mensenrechten ter sprake moeten brengen. (Deed Trump het toen hij eerder deze maand de NoordKoreaanse dictator Kim Jongun ontmoette? Waarschijnlijk niet.)
Ondertussen blijft het wel gemakkelijk om thuis te toeteren dat je een superieure beschaving bent. Toch komt dat niet verder dan morele zelfverwennerij als het ook niet wordt uitgedragen naar buiten. Maar het blijft diplomatiek gênant en het is niet goed voor de sfeer. Het klinkt belerend en betweterig. Ziedaar het beeld van de ridicule brullende muis. Zakendoen en politiek moeten niet met elkaar worden vermengd.
Voorts is het een diplomatieke regel dat zeker bevriende landen zich niet mengen in elkaars binnenlandse aangelegenheden. Toch was van diplomatieke terughoudendheid allerminst sprake toen diezelfde Trump begin deze week per tweet – de minst discrete aller communicatievormen – ‘het volk’ in Duitsland gelijk gaf dat het zich keerde tegen zijn overheid omdat die met de migratie ook misdaad en gewelddadige cultuurvernietiging importeert, aldus de analyse van de president. Als inmenging, zelfs opruiing, kan dat tellen.
Soms is slechts het gekwetste ego in het geding. Als de Duitse bondskanselier Angela Merkel een foto rondstuurt die toont hoe ze Trump assertief de les leest op de desastreuze G7top in Canada, antwoordt een verongelijkte Trump met foto’s die tonen hoezeer hij op diezelfde G7 zijn makke collega’s daar manipuleert. Maar ego’s en politiek moeten niet met elkaar worden vermengd.
Er schuilt een logica in. De nieuwe Amerikaanse ambassadeur in Berlijn had al aangekondigd dat hij het als zijn opdracht ziet om ‘conservatieve politici in Europa te ondersteunen’ (DS 6 juni). Daarmee bedoelde hij de oppositie, binnenlands en in de EU, tegen Merkel.
De Belgische militaire veiligheidsdienst zegt nu dat hij zich zorgen maakt over Russische pogingen om de Belgische politiek te beïnvloeden. De Russen deden dat al eerder bij de verkiezing van Trump, in het Brexitreferendum, en vast nog bij andere gelegenheden. Nu doen de Amerikanen het openlijk in Duitsland. Maar politiek moet niet met politiek worden vermengd.
Stilaan wordt de wereldorde weer een lawless realm, waarin niet langer goede afspraken centraal staan, maar de macht. Daarbij staat geen gezamenlijk doel meer centraal, wel de rekensom die wil dat de ene alleen kan winnen als de andere verliest. In een aanstaande handelsoorlog zal iedereen verliezen, maar de kleinere landen het meest. Grootmachten vinden de verzwakking van internationale allianties daarom interessant. Dan blijven alleen kleine landen over en die zijn, hoe soeverein ze zich ook wanen, het makkelijkst te domineren. De trumpiaanse VS zien de EU dus graag verkruimelen. Zo ook draait de Navo voor hen niet langer om collectieve zelfverdediging, maar om militaire bescherming afkopen – en alleen als het lidgeld tijdig wordt betaald.
Tot nu toe gingen de goede afspraken veel minder over mensenrechten of sociale bescherming, wel over vrijhandel en economische concurrentie, met onder meer de technocratie van de EU als instrument. Om het kort door de bocht te formuleren: het is onprettig om kinderen in kooien in Texas te horen huilen, maar dat de armoede ook in België toeneemt, is voor de kinderen in die gezinnen al evenmin erg fijn.
Politieke partijen mogen het lonend vinden om zich risicoloos te profileren rond de ‘migratiecrisis’, in het onbehagen over hoe België en Vlaanderen in de wereld staan, moet electoraal opportunisme maar beter niet met politiek worden verward.
In kooien in Texas huilen de kinderen, maar in armoede opgroeien in België vinden ze ook niet fijn