EENZAAM IN DE BELBUS
Proficiat met jullie reeks over De Lijn en vooral de rampzalige afbouw ervan op het platteland. Gisteren kwamen politici uit de Westhoek aan bod, maar spijtig genoeg geen gebruikers van dat openbaar vervoer (DS 19 juni). De politici die aan het woord komen, zijn bezig met het beleid errond en van de meesten maakt hun partij deel uit van de regering, maar ze gebruiken zelf zelden de bus en zeker niet de belbus. Ze hebben geen idee van wie er in die bussen zit, wat de vervoersbehoeften van die mensen zijn en wat mobiliteitsarmoede op het platteland is.
Zelf woon ik in een polderdorp, Lampernisse, negen kilometer van Diksmuide, elf van Veurne. Tot een jaar geleden gingen vanuit het dorp dagelijks een zestal kinderen naar school met de belbus, eenzelfde aantal mensen naar hun werk en een paar keer per week meerdere mensen op ziekenbezoek. In het dorp wonen 145 mensen. Sinds de rampzalige reorganisatie gaan géén kinderen meer mee met de belbus, want ze arriveren soms pas om 11 uur op school of ’s avonds is er geen bus. Nog één iemand blijft over: ikzelf. De rest heeft afgehaakt.
Wat ooit een mooi initiatief was dat al met al goed functioneerde (al begrijpt een mens niet dat je in dit digitale tijdperk de bus alleen kunt reserveren door te bellen) is nu een ramp. Over een aantal maanden zal minister van Mobiliteit Ben Weyts (NVA) op een stille zondag vast aankondigen dat de belbus passé is, dat nauwelijks nog iemand er gebruik van maakt, dat een rit per persoon gemiddeld te veel kost. Allicht: ze jagen de mensen van de bussen in de auto of in de mobiliteitsarmoede. Ze blijven dat organiseren: al weken kan je voor de dag zelf geen belbus meer bestellen. Technisch probleem, zegt De Lijn. Al weken is de digitale machine in alle belbussen buiten dienst. Technisch probleem, zegt De Lijn en ze gebruiken een blad papier waarop reserveringen zijn ingevuld met een balpen. In 2018.
De Lijn investeert in de streek voor honderdduizenden euro’s in nieuwe (verhoogde) opstapplaatsen voor de bussen, alleen zal er op die plaatsen straks nog maar weinig volk staan. Diksmuide kreunt onder de files, mensen klagen over het verkeer door dorpen en in schoolomgevingen. En wat doet de Vlaamse overheid: het openbaar vervoer afbouwen.
De ‘oplossingen’ die de burgemeesters in het artikel geven, zijn denkpistes die dit dossier over de gemeenteraadsverkiezingen moeten tillen. Ondertussen schuift minister Weyts de hete aardappel door naar de lokale besturen, die er op het platteland nauwelijks de middelen voor hebben. Oplossingen biedt hij niet. Gigantische bedragen voor pakweg Antwerpen, maar de Westhoek en het platteland laten hij en de Vlaamse regering in de steek.