De Standaard

Een hoogmis in

- MAARTEN BYTTEBIER anno 2018: Axl Rose, Duff McKagan en Slash. Kardinaal Copia van

Guns N’ Rosesgitar­ist Slash was de ongekroond­e koning van de eerste Graspopdag en Ghost kroonde zichzelf tot waardige opvolger van de nieuwe generatie. En dat zijn maar twee redenen waarom we deze hoogmis van de metal niet gauw zullen vergeten.

Voor het eerst was Graspop op voorhand uitverkoch­t, voor het eerst duurde het vier in plaats van drie dagen, en op dag 1 was het al meteen de beurt aan Guns N’ Roses, die er niet vies van zijn om de backstage naar hun wensen te laten verbouwen. Je zou voor minder nerveus zijn als organisato­r. En ja, die liet donderdag hier en daar een steek vallen. Aan de ingang was het urenlang aanschuive­n, vooral voor wie met pak en zak een plekje op de overvolle camping moest zien te versieren.

Misschien kreeg Fleddy Melculy (¨¨¨èè) het publiek aan het kleinste podium daarom wild van bij de eerste noot. Je frustratie over dat soort alledaagse ergernisse­n van je afschreeuw­en alsof de zonden van de wereld op je schouders rusten: de Halse groep maakte er haar handelsmer­k van. Het had iets van Urbanus meets Madball, en de clichés uit het Grote Stijlboek van de Hardcore misten hun effect niet. En maar wild stampen en schoppen in het publiek, en maar crowdsurfe­n, en maar meebrullen van ‘Ik heb honger, ik wil brood’ en ‘Kijk daar loopt een Johnny met een Tshirt van Metallica’. Uit De kerk van Melculy, het tweede album al in twee jaar, speelden ze ‘Voor altijd jong’. Waarna we iemand, we schatten hem dik in de veertig, zalig lachend met bloed aan zijn hoofd uit een van de (verschille­nde!) woeste moshpits zagen komen.

Offers werden ook gebracht op het altaar van Ghost (¨¨¨èè), dat vlak voor de top of the bill op het hoofdpodiu­m speelde. Papa Emeritus, de geschminkt­e frontman die tot vorig jaar zijn anonimitei­t wist te bewaren (en zich nu Kardinaal Copia laat noemen), had voor zijn vijfde passage op Graspop liefst zeven gemaskerde Nameless Ghouls rond zich verzameld, op gitaren, toetsen, bas en drums. Maar ook vóór het podium worden de apostelen van de melodieuze metalband na acht jaar talrijker. Gespot in het publiek: nonnenkapp­en, monnikspij­en en veel kelen die als één groot kerkkoor de aanstekeli­jke refreinen over Lucifer en Beëlzebub meezongen (‘Cirice’, ‘Square hammer’, afsluiter ‘Monstrance clock’). Het was metaltheat­er met alles erop en eraan, van vuurwerk tot confettika­nonnen. Met elke plaat lijkt de groep er nog een scheut pop bovenop te doen en zo schopte Prequelle het zelfs tot in de Vlaamse albumtopvi­jf. ‘Dance macabre’ was dansbare glamrock met een refrein dat gepikt leek van Abba. ‘I wanna bewitch you in the moonlight’ zong de antipaus, maar hij bedoelde eigenlijk ‘be with you’. De nonnen in het publiek knikten gewillig. En wij met hen.

Handstand

Over vuurwerk moet je ook Guns N’ Roses (¨¨¨¨è) niets leren. We waren nog geen nummer ver en het schoot al meters de lucht in. Niet alleen letterlijk, maar ook muzikaal. Een paar nummers later was het van: ‘You know where you are? You’re in the jungle, baby! You’re gonna die!’ Axl Rose zong het met pretlichtj­es in de ogen, en de fans namen de tekst én de pretlichtj­es gedwee over.

De wispelturi­ge zanger, vroeger niet te beroerd om een uur op zich te laten wachten, heeft deugd gehad van zijn stage als standin bij AC/DC. Tel daarbij bassist Duff McKagan en vooral gitarist Slash en je hebt de gouden formatie uit de begindagen.

Die liggen dertig jaar achter ons, maar samen met de fans rond ons ontdekten we dat we nog alle teksten kunnen meezingen. Een plakker als ‘Don’t cry’, de nonsensica­le vuile rock’nroll van ‘Nightrain’, het akoestisch­e pareltje ‘Patience’, en ja, ook ‘You could be mine’ – wat zijn we blij voor onze ouders dat we de tekst toen klakkeloos meelipten zonder hem te snappen. Het was blijkbaar vooral de muziek die boekdelen sprak, en meer bepaald de gitaar van Slash.

Live valt het keer op keer op: wat een muzikant! Alsof zijn hart klopt in zijn klankkast, alsof hij ademt door zijn wahwahpeda­al, alsof hij verhalen vertelt met zijn snaren, alsof zijn hersenspin­sels zich een weg kronkelen door de kabel en zijn hele gevoelswer­eld in één geut uit de boxen stroomt. ‘Coma’, ‘Rocket queen’ en natuur bezweert de massa. lijk die iconische intro van ‘Sweet child o’ mine’.

Een paar keer moest zijn talent de set redden, want drieënhalf (3,5!) uur is lang, en de recentste nummers (van Chinese democracy uit 2008) dropen soms van de stroop. De covers (van Misfits, Soundgarde­n, Pink Floyd) troffen wel vaak doel. Voor ‘November rain’ kroop Rose dan weer achter de piano. Tegen dat Slash zijn magistrale solo afstak, regende het op het podium duizenden vuurvonken. En plots veranderde ons kippenvel van de kou, in kippenvel van de emoties.

Ze flikten dat nog een keer met afsluiter ‘Paradise City’. Confetti, vuurwerk, en Slash die soleerde met zijn gitaar in de nek. Na afloop kwam de meestergit­arist het publiek nog groeten met een handstand. Het zal zijn dat hij zelf ook content was.

Het was alsof Slash’ hart klopt in zijn gitaar en zijn hele gevoelswer­eld in één geut uit de boxen stroomt

 ?? © K. Bauters ?? Ghost
© K. Bauters Ghost
 ?? © Koen Bauters ?? Guns N’ Roses
© Koen Bauters Guns N’ Roses

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium