Duik eens in kunst
Kortrijk gaat de zomer in met lichtvoetige buitenkunst die de stad complexloos inpakt. ‘Play’ hanteert een simpel concept: veel van de geselecteerde werken bestaan pas als je er volop in meegaat.
De stad als één grote speeltuin, met kunst die de bezoeker uitdaagt om zelf in beweging te komen. Al hinkelend, springend, rollend of deinend op een luchtbed met de afmetingen van de Grote Markt: Kortrijk zet er deze zomer op in. Aan het uitgebreide stadsparcours Play nemen veertig kunstenaars deel. Daarmee lanceert WestVlaanderen zijn derde openluchtproject op rij, na de Triënnale van Brugge en Beaufort. Play is het frivoolste en zal vooral families aanspreken.
We hebben het spel veronachtzaamd, vindt Hilde Teerlinck, die samen met Patrick Ronse de tentoonstelling samenstelde. ‘Terwijl spelen op jonge leeftijd nochtans aantoonbaar de sociale en psychologische ontwikkeling aanstuurt en volwassenen van depressies weghoudt. We zijn zo gefocust op beter, gezonder en langer leven. Maar je kunnen verliezen in iets wat op het eerste gezicht volstrekt nutteloos is, telt evenveel door.’
De speeltuin als droomconcept duikt meermaals op in Play. Als een modernistisch schaalmodel in primaire kleuren, misschien een voorzet voor een toekomstige attractie in Kortrijk (Playground pavillion van Barbara Davi). Als minivoetbalveld, een hobbelig landschap waarmee Priscilla Monge uitdaagt om nieuwe tactieken te verzinnen. Of als een videodocumentaire van Erin Davis over The Land, een avonturenterrein in Wales waar gevaar een deel van de aantrekkingskracht uitmaakt.
Teerlinck: ‘Kinderen zijn eerst op straat weggejaagd en daarna doorverwezen naar keurig aangeharkte speeltuinen, waar regeltjes en veiligheidsvoorschriften gelden. Maar wat is er plezieriger dan als kind vuurtje te kunnen stoken of hutten te bouwen? Het scherpt alvast de creativiteit aan.’
Nepcasino
Veel van de werken uit Play vertrekken van het principe: zet de geest aan het werk door het lichaam in beweging te brengen. Ze bestaan pas als je je reserves opzij schuift en ook voluit meedoet.
Burgemeester Vincent Van Quickenborne (Open VLD) liet zich bij de preview alvast niet paaien. Samen met kunstenaar Marc Bijl probeerde hij een One minute sculpture van Erwin Wurm uit. Hij waagde een sprong in het ijle uit een van de ramen van de Broeltorens (Manifest
destiny van Piero Golia) en waadde door het groene ballonnenpark van Martin Creed. Het scheelde niet veel of hij schoof ook aan in de nepCasi
no die Guillaume Bijl in het Museum 1302 opbouwde. Diens trompel’oeil is een remake van een installatie in Gent in 1984, waar de politie binnenviel omdat ze dacht dat het om een illegaal casino ging.
Een grootschalig en appellerend kunstparcours zoals Play komt voor Kortrijk op het geknipte moment, denkt Van Quickenborne. ‘Kortrijk heeft net een golf van stadsontwikkeling achter de rug, die het centrum ook dichter bij de Leie brengt. De veranderde stad bekijken door de ogen van speelse kunst kan leiden tot plezierige ontdekkingen. Zoals Kortrijk Weide of de Houtmarkt, nieuwe publieke ruimtes en vrijgekomen pleinen die door de kunstwerken ingepalmd worden.’
Labyrint van nadars
De werken zijn verspreid over vier binnenlocaties en een tiental publieke plekken. De spelsituaties bevatten vaak een uitdaging en worden gekoppeld aan een waaier van neven thema’s. Kinderlijk plezier, zoals de ballonnenzee van Martin Creed. Survival, zoals in de video van Carlos Amorales over een bokser die in de ring stapt met een kunstenaar. Taal, zoals in de tekststroken in de vorm van een hinkelbaan van Lawrence Weiner. Design, in de zitbanken in vrolijke kleuren waarmee Jeppe Hein aanspoort tot contact. Identiteit en onderdrukking, zoals in het labyrint van dranghekken dat Heidi Voet opstelde. Of gewoon pure beeldpoëzie, in de video Sections of a hap
py moment. David Claerbout legde
een eenvoudige spelsituatie vast, met een zwevende bal in een verzameling
stills vanuit vijftien invalshoeken. Historische stukken van Carsten Höller, Guillaume Bijl, Leo Copers en Wim Delvoye (zijn beroemde goal met een net in glas in lood) verliezen aan kracht omdat ze niet de vreemde eend in een museumcontext mogen zijn, maar expliciet ten dienste staan van een thema.
Soms wordt het spel ook gesaboteerd, zoals met de vierkante voetbal van Fabrice Hyber of de geblindeerde flipperkast van Bernard Joisten.
Maar de handigste bliksem is de Brit Gavin Turk. Hij kaapte een idee van André Cadere, die in de jaren 70 zijn ronde, beschilderde houten stokken als koekoekseieren achterliet in andermans tentoonstelling. Het inspireerde Gavin Turk op zijn beurt tot ‘nomadische’ kunst: hij bracht het Caderemotief op fietskaders aan. Zodat je door Kortrijk kan fietsen op een echte readymade.
Veel van de werken uit ‘Play’ vertrekken van het principe: zet de geest aan het werk door het lichaam in beweging te brengen
Play, stadsparcours voor actuele kunst. Tot 11/11 in Kortrijk. ¨¨¨èè