De Standaard

Mo Hazard

-

Het heeft achtentwin­tig jaar en een week geduurd, maar Mag di Abdelghani heeft een opvolger: Egypte scoorde dinsdag in SintPeters­burg eindelijk nog eens op een wereldkamp­ioenschap. Mohamed Salah trof raak met een penalty, een pleister op een houten been, want de Russen hadden Egypte al aan gort ge voetbald.

Anders dan Salah was Abdelghani geen wereldster toen hij in Palermo, ook vanop elf meter, Hans van Breukelen verschalkt­e. Oranje bulkte in 1990 van de sterren, maar er werd zo danig geruzied dat zelfs de Sicilianen – in luidruchti­g kibbelen nochtans absolute wereldtop – zich een hoedje schrokken. Het scheelde niet veel of ze hadden zich tot de maffia gericht: of die alstublief­t een avondklok wilde instellen?

De Europese kampioenen van 1988 wilden naar het WK in Italië met Johan Cruijff als bondscoach, maar technisch directeur Rinus Michels zag in de Verlosser een paard van Troje dat hem zijn eigen hachje zou kosten. Hij legde de vraag van de spelers naast zich neer en stelde Leo Beenhakker aan. Een verdeeld Oranje spartelde met drie bloedeloze draws nog door de eerste ronde, maar verloor in San Siro van WestDuitsl­and. De fluim die de anders altijd flegmatiek­e Frank Rijkaard in de coiffure van Rudi Völler mikte, symbolisee­rde de roemloze afgang.

Egypte ging afgelopen dinsdag in de Zenit Arena ook zonder glorie ten onder, maar infaam werd het nooit. Dankzij Salah. Hij droeg de hoop van een natie van honderd miljoen voetbalgek­ken op zijn schouders, het deli cate gewricht dat Sergio Ramos in Kiev zo vakkundig had ontwricht. En eigenlijk liep het voor geen meter. Hij was maar half opgelapt, nog een beet je bangig. En, vooral, hij moest het met tien matige voetballer­s zien te rooien.

Dat is een situatie waar veel topspelers niet mee om kunnen. Ibrahimovi­c was de ergste. Die begon als aanvoerder telkens vol goeie moed, besefte al snel dat Zweden geen aanspraak op goud kon maken en begon dan maar ostentatie­f perfide passjes vol effect te geven aan zijn meest stumperige ploegmakke­r. Om vervolgens, als die zich verslikte in de controle, als een zoutpilaar te blijven staan, de ogen naar de hemel gericht, een smeekbede aan het opperwezen: ‘Mijn God, waarom hebt Gij mijn wieg in Malmö gezet, terwijl ook Madrid, Bordeaux of Rio voorhanden waren?’ – Aleppo kwam vast niet in hem op.

Cristiano Ronaldo doet het ook. Pas in Frankrijk legde hij die houding een beetje af en, kijk, Portugal werd prompt Europees kampioen. In de heerlijke Russische ouverture tegen Spanje was alles koek en ei, tot Span je zich op een 3–2voorspron­g hees. Toen waren er weer gebaartjes, fulmi neerde hij weer tegen zijn compagnons, was er de vertoornde blik. Maar hij fusilleerd­e doelman De Gea, op vrije schop. 33 en alle Portugezen in de omhelzing. ‘Als je wint, heb je vrienden’, zong Doe Maar. Bij Ronaldo wordt dat: ‘Als ik scoor, mogen jullie mijn vrienden zijn.’

Niks daarvan bij Salah. Die doet zijn best. Ergert zich niet. Voetbalt. Verwijt zijn spelverdel­er geen gera teerde steekpass, zijn rechtsacht­er geen owngoal, zijn doelman geen geweifel. Salah leeft en laat leven. Ik heb me eraan gelaafd, dinsdag. Hem bewonderd. Voor een keer niet om een weergaloos doelpunt. Gewoon, om wie hij is.

Datzelfde gevoel overvalt me ook meer en meer bij Eden Hazard. Zijn ouders verdienen niet alleen een medaille voor het serieel fabriceren van voetbalgen­en, maar ook voor opvoeding. Tien jaar speelt hij nu al aan de top, tien jaar krijgt hij trappen bij de vleet. Al tien jaar reageert hij nooit. Toch waren er mensen die hem kapit telden toen hij in Swansea dat akkefietje had met een treuzelend­e ballen jongen. Terwijl Hazard die avond alleen maar deed wat hij al zijn hele carrière doet: hij probeerde de bal te spelen. Net dat wilde die tijdrekken­de Welshe etterbak tot elke prijs vermijden. De FA, stekeblind, schorste Hazard. Het kind was onschuldig, uiteraard. De bobo’s vergisten zich: Eden was het jongetje, niet die ballenjong­en.

Ik heb vroeger ook gedacht: Hazard? Geen aanvoerder, geen leider. Een gevolg van indoctrina­tie. Leiders zijn bullebakke­n, is ons geleerd. Man nen die de zweep hanteren, die schreeuwen, menners van medemaats, de Roy Keanes van deze wereld. Niet de beste voetballer­s, wordt er dan vaak bij vermeld alsof dat een oorkonde verdient, maar mannen die durven uitdelen – lakens en schoppen.

Achterhaal­d concept, vrees ik. Eden Hazard is een leider. He leads by example, zeggen ze in Engeland. Vrij vertaald: geef hem de bal en hij zal zijn ploeg door de match loodsen. Maar zonder poespas of ballast (last met de bal is een Hazard te min). De mooiste quote van dit WK is nu al van hem. Toen gevraagd werd waarom hij als aanvoerder niet altijd het woord nam in the huddle – het trosje dat de spelers vormen voor aftrap van de wedstrijd, waar nog wat peptalk wordt gespuid – antwoordde Hazard: ‘Pff, dat is toch altijd hetzelfde. “Komaan boys, winnen vandaag!”, meer wordt daar niet gezegd.’

Wij zien winnaars in mannen die hun verdriet om verlies uitdragen, die neerzijgen op aarde, bittere tranen schreien, die ons bewust of onbewust geven wat we verwachten: theater. Die heeft er alles aan gedaan, denken we dan, dat is sterker dan onszelf. De bonkige verdediger en de schoffelen­de middenveld­er zijn ook in de nederlaag winnaars, de estheet met nummer tien is een loser, zondebok der natie. Bij Özil klopt dat, die is al een paar jaar enkel nog lijdzaam, nooit meer leidraad. Maar Hazard is een ander verhaal.

Als we uitgeschak­eld worden in Rusland, zal onze aanvoerder de ref met een knipoog de hand schudden en het veld afwandelen. Schouders misschien lichtjes gebogen. In elk geval verstild. Zoals Mo Salah hem dat voordeed in SintPeters­burg.

Je zou zweren dat ze weten dat er belangrijk­ere dingen op aarde zijn dan een voetbalmat­ch.

Filip Joos is voetbalcom­mentator voor de VRT en Play Sports. Zijn column verschijnt wekelijks op zaterdag.

Salah doet zijn best. Ergert zich niet. Voetbalt. Verwijt zijn medespeler­s nooit wat.

 ?? © Christophe Simon/afp ?? Mo Salah droeg de hoop van een natie van honderd miljoen voetbalgek­ken op zijn schouders.
© Christophe Simon/afp Mo Salah droeg de hoop van een natie van honderd miljoen voetbalgek­ken op zijn schouders.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium