‘De CM is de meneer pastoor van de gezondheidszorg’
De huisarts van de toekomst moet niet alleen oog hebben voor de ziekte van zijn patiënt, maar voor zijn hele welbevinden. Voor de ene artsenvereniging klinkt dat als muziek in de oren. ‘We zien nu zaken die niet kloppen.’ De andere wil er gewoon niet van weten. ‘Het is onrealistisch.’
BRUSSEL I ‘Gewauwel’ en ‘een vermoeiend discours’. Zo noemde de Belgische Vereniging van Artsensyndicaten (BVAS), de grootste artsenvereniging van het land, het nieuwe gezondheidsconcept van de Christelijke Mutualiteit (zie vooraf). Daarin staat niet de ziek te, maar de kwaliteit van het leven centraal. Ook de (huis)arts moet breder denken dan het medische aspect alleen.
De huisartsen van de beroeps vereniging Domus Medica, onder leiding van Roel Van Giel (40), sprongen meteen op de kar. Voorzitter Marc Moens (67) van de BVAS, die vooral specialisten vertegenwoordigt, stopt zijn ergernis voor die keuze niet onder stoelen of banken. De lopende artsenver kiezingen, waarbij artsen tot dins dag hun vertegenwoordigers kie zen in de machtsorganen van de Belgische gezondheidszorg, doen het vuur tussen de twee verder oplaaien.
Is dit een generatieclash tussen artsen?
Marc Moens: ‘Roel is jonger dan mijn oudste zoon. (lacht) Nee, dit is geen generatieclash. Positief naar gezondheid kijken, wie kan daar in godsnaam tegen zijn? Het model van de CM lijkt me gewoon niet realistisch. Het is een beetje “Meneer pastoor” van destijds. Bovendien, de arts kan de patiënt wel aanbevelingen geven, maar het is zoals een chronische roker van het roken afhelpen: niet vanzelfsprekend.’
Roel Van Giel: ‘Als huisarts of specialist moet je ook oog hebben voor het brede aspect.’
Moens: ‘Maar dat is ondoen baar, Roel. Hoe breed gaat dat dan? Neem oncologie, waar het re sultaat van de behandeling van zieke patiënten meestal onzeker is. Probeer dan maar eens naar het “brede aspect” te kijken. Het is niet alleen onhaalbaar door tijdgebrek, in het concept van de CM staan ook aspecten waar een arts niets aan kan doen, zoals werkgelegenheid.’
‘Ik zit al veertig jaar aan de on derhandelingstafel: de zieken fondsen hebben vandaag een ma jeur probleem door de informati
sering. Ik betreur dat zij mensen moeten afdanken. Maar dan halen ze een idee uit Nederland en palmen dat concept volledig in.’ Wordt er vanuit de CM gepusht om in die bredere aanpak door te ver wijzen naar CMgerelateerde orga nisaties?
Van Giel: ‘Neen. Als arts heb je een onafhankelijke positie. De pa tiënt beslist.’
Moens (ferm): ‘Dan had je maar niet moeten trouwen met de CM, als je een onafhankelijke positie wilt.’ De CM vertrekt wel van het feit dat er een aantal grote problemen zijn in onze gezondheidszorg, zoals de Vlaming die massaal antidepressiva slikt.
Van Giel: ‘Vinden we dat een normaal gegeven? Als artsenvereniging mag je daar een stem in hebben, want je ziet de resultaten van wat er in de maatschappij ge
beurt. Als je als huisarts patiënten ziet die binnenkomen met licha melijke klachten waarvan blijkt dat er een bredere problematiek achter zit, dan moet je daar oog voor hebben. Maak het bespreek baar.’
Moens: ‘Maar die problemen oplossen als arts, is niet realis tisch!’
Van Giel: ‘Het is toch belangrijk dat je erover nadenkt. Zeg mij dan wat jullie visie op gezondheid is?’
Moens (heftig): ‘Zwijg over het woord visie. Ik krijg er huiduitslag van! Visie, dat komt dan van “Me neer CM”. Richt dan een politieke partij op. Ga bij Groen of de SP.A. Hoewel, ik denk dat je nog beter
bij de communisten te biecht gaat.’ Hoe ziet de arts van de toekomst er dan uit?
Moens: ‘Ik focus me op de gezondheidsaspecten. Je moet kijken naar de groep chronische patiënten en de patiënt vragen: wat wenst gij? Het is uiteindelijk de patiënt die het moet doen.’ Dat is exact het uitgangspunt van positieve gezondheid zoals het in Nederland is ontstaan. Moens: ‘Ik heb daar ook niets op tegen. Het is het betuttelende dat me stoort. Mijn schrik is dat de CM het naar zich toe trekt, dat kan ik niet aanvaarden.’ Als niet de CM het had voorgesteld, had u dan op dezelfde manier gereageerd?
Moens: ‘Exact hetzelfde. Een visie nastreven: dat is zoals in de oude SovjetUnie waar men doelstellingen nastreefde die nooit bereikt werden.’ Nochtans nemen veel huisartsen al die psychologische hulp voor hun rekening.
Moens: ‘Ja, maar er is tijdgebrek om dat goed te doen.’
Euthanasie Volgens CMvoorzitter Luc Van Gorp redeneren vooral specialisten nog te veel vanuit prestaties, niet vanuit wat de patiënt aanvoelt.
Moens: ‘Dat is nu al twee jaar dat ik aan Van Gorp zeg: speel open kaart en zeg dan dat je voor meer euthanasie pleit! Toen ik als arts begon, ging tachtig procent van de kinderen met acute leukemie dood. Vandaag gaat er nog tien procent dood. Hadden we gedaan wat meneer Van Gorp urbi et orbi predikt, dan overleefde nog altijd maar twintig procent. Die man moet terug naar het onderwijs of moet pastoor worden. Je weet dat er in Wevelgem ook een verpleger was die het goed voorhad met zijn oudjes en patiënten (Ivo Poppe, de diaken die veroordeeld werd voor vijf moorden op bejaarde patiënten, red.). Dat is heel slecht afgelopen.’
Van Giel: ‘Ik ben niet de woordvoerder van Luc Van Gorp. Maar Marc, de problematiek bestaat nog altijd. 75 procent van de mensen wil thuis sterven, terwijl 50
‘Als jongere artsen zeggen dat ze voor hun gezin beschikbaar willen zijn, gaan we niet naar een ninetofive’ ROEL VAN GIEL
Domus Medica