Nederland scoort niet meer
Maar wat is er toch aan de hand met mijn geliefde Nederland? Kruipt het land, dat jarenlang een, soms met de arrogantie flirtende, ambitie tentoonspreidde om zich met de wereld te gaan bemoeien, terug achter zijn veilige dijken? Stapt het land van Michiel de Ruyter en Johan Cruijff wat moedeloos uit de schijnwerpers van het wereldtoneel? Keert het land van WillemAlexander en Mark Rutte zich lekker in zichzelf om op 5 december Zwarte Piet te vieren, op oudejaar vuurwerk af te steken en met Koningsdag in oranje vermomd door de straten van het dorp te hossen?
Om te beginnen is er de pijnlijke vaststelling dat Oranje, dat twee jaar geleden al verstek moest laten gaan op het EK in Frankrijk, opnieuw schittert door afwezigheid in Rusland. De Nederlandse nationale ploeg die, weet u nog wel, acht jaar geleden pas in de finale van het WK in ZuidAfrika de duimen moest leggen voor Spanje, en vier jaar geleden onder Louis van Gaal nog de bronzen medaille op het WK in Brazilië won, is niet eens bij de 32 landen in de eindronde. Het Nederlandse voetbal is daarmee in de zwaarste crisis beland in ruim dertig jaar. Het land dat met totaalvoetbal de wereld bij de keel greep, vraagt zich dezer dagen af voor wie het moet juichen nu zelfs Marokko, met vijf Nederlanders in de basis, zich niet plaatste voor de volgende ronde: voor die sympathieke IJslanders of dit keer toch maar voor de leuke Belgen?
Maar er is niet alleen in het voetbal wat aan de hand. Midden juni publiceerde de Rekenkamer een alarmerend rapport over de staat van de Nederlandse krijgsmacht. Het rapport stelde onomwonden dat het ‘twijfelachtig’ is dat de krijgsmacht op de huidige schaal ‘op een haalbare en houdbare wijze’ buitenlandse missies kan blijven uitvoeren. Het kabinet besloot daarop de deelname van Nederland aan de VNmissie in Mali stop te zetten, iets wat misschien niet helemaal verwonderlijk is als je leest dat volgens een Nederlandse commandant ‘78 procent van het personeel geen vertrouwen meer heeft in het materieel’. Enkele jaren geleden kwamen in Mali door geknoei vier Nederlandse militairen om.
Dan maar softere internationale ambities, bijvoorbeeld als land van kunst en cultuur? Wel, een van de mooiste en indrukwekkendste musea van het land, het Stedelijk in Amsterdam, is al maanden in een diepe crisis gedompeld. De zweer barstte open na het vertrek van directeur Beatrix Ruf. ‘Het museum is niet meer de icoon die het jarenlang is geweest’, moest Felix Rottenberg, voorzitter van de Amsterdamse kunstraad, eerder deze maand toegeven. Zijn rapport heeft het over een museum waar er al te veel is bezuinigd, dat slecht georganiseerd en bestuurd werd en dat vertwijfeld op zoek is naar een nieuwe rol. ‘Vraag het museum niet langer om mee te doen in wat gezien wordt als de hoogste regionen van de kunst’, las ik tot mijn grote verbijstering in de aanbevelingen voor het Stedelijk. Amsterdam geeft zijn ambities op om te concurreren met Tate in Londen en MoMa in New York.
Terwijl het land worstelt met de internationale aanwezigheid van zijn voetbalploeg, zijn krijgsmacht en zijn musea, is de voorbije weken de discussie losgebarsten over de aanwezigheid van buitenlandse studenten in Nederland. ‘Stop met lokken buitenlandse studenten’, luidde de kop boven een opiniestuk in Trouw. En de Volks
krant titelde: ‘Nederlandse student veel vaker in de minderheid. Buitenlandse student heerst bij 210 studies.’ Beladen woorden: ‘lokken’ en ‘heersen’.
De voorbije tien jaar is het aantal buitenlandse studenten verdubbeld. In het debat komt de omgekeerde beweging nauwelijks ter sprake: maar 2 procent van alle Nederlandse studenten volgt een volledige bachelor of masterstudie in het buitenland. Het Europese gemiddelde ligt op 3,3 procent. Misschien is dát zorgelijker dan de aanwezigheid van buitenlandse studenten in Nederland.
De premier van dit land dat zich in zichzelf dreigt op te sluiten, heeft intussen het licht gezien. ‘Ik moet u zeggen dat mijn persoonlijke mening over het belang van de EU zich door de jaren heen heeft ontwikkeld’, vertelde hij tien dagen geleden aan het Europees Parlement in Straatsburg. ‘De Unie maakt ons sterker, veiliger en efficiënter.’ Het was de meest proEuropese toespraak van Rutte ooit. Alleen: niemand weet of hij het meent, dan wel of hij na acht jaar in Den Haag mikt op de baan van Europees president Donald Tusk. Nederlanders zijn niet voor niets dominees en kooplieden.
Peter Vandermeersch is hoofdredacteur van NRC Handelsblad. Zijn column verschijnt tweewekelijks op zaterdag.
Dan maar softere internationale ambities, als land van kunst en cultuur?