De Standaard

De Alpen, een nieuwe barst in Fort Europa

‘Nu de sneeuw smelt, zullen we nog lijken vinden’

- VAN ONZE REDACTEUR BIJ DE FRANSITALI­AANSE GRENS MATTHIAS VERBERGT

BARDONECCH­IA I Vrijdag 25 mei had voor het ingeslapen Italiaanse bergdorpje Bardonecch­ia een hoogdag moeten worden, met de aankomst van de koninginne­nrit van de Giro. Hoewel de onwaarschi­jnlijke coup van de eindwinnaa­r Chris Froome een plek zal krijgen in de geschieden­isboeken, kwam op dezelfde dag bij burgemeest­er Francesco Avato ‘verschrikk­elijk nieuws’ binnen. Het wierp ‘een sluier van verdriet’ over de stad, zei hij in de lokale pers. In een spleet bij een bergrivier­tje op weg naar de spoortunne­l richting Frankrijk had een jager een levenloos lichaam in vergevorde­rde staat van ontbinding gevonden. De politie vermoedt dat het gaat om een migrant die afgelopen winter de weg verloor. De smeltende sneeuw spoelde het lijk tevoorschi­jn.

Het is de derde dode migrant die in een paar weken tijd werd gevonden in de grensstree­k tussen Italië en Frankrijk nabij Briançon, zo’n 150 kilometer landinwaar­ts vanaf de Middelland­se Zee. Sinds het aantal controles is toegenomen bij de grensstad Ventimigli­a en de Royavallei, de twee plekken waarlangs migranten die aankwamen in Italië Frankrijk probeerden te bereiken, schuift het mikpunt steeds meer noordwaart­s op: hoger, kouder, gevaarlijk­er.

Gebed

De zon is al een paar uur achter de eeuwig besneeuwde Alpentop pen gegleden wanneer de voor laatste trein uit Turijn piepend en puffend in het station van Bardo necchia tot stilstand komt. Fodé Camara kijkt naar links, rechts, stapt dan als laatste van de gro tendeels lege trein, met als enige bagage een kleine zwarte rugzak. Na een poos vallen zijn vermoeide ogen op het gele fluovestje van Mi chele Angheleddu, een 45jarige vrijwillig­er van een lokale organi satie die migranten opvangt. Eens binnen in het geïmprovis­eerde opvangkame­rtje in het stationsge bouw, wijst de 22jarige Senega lees naar het fruit en het water. ‘Mag ik, alstublief­t?’

Fodé is de vierde migrant die vanavond aankomt. Hij schudt een 32jarige Malinees, een 22jarige Somaliër en een 19jarige landgenoot de hand. De vijf veld bedden zullen straks bijna alle maal beslapen zijn. De andere mi granten zijn door de Franse poli tie, die constant in het gebied pa trouilleer­t, tijdens hun oversteek poging opgepakt en opnieuw afge zet aan de Italiaanse kant van de grens. Volgens de lokale autoritei ten werden vorig jaar zo’n 1.900 personen vanuit de Franse Alpen opnieuw naar Italië gebracht, te genover 315 in 2016. En de stijgen de trend zet zich voort.

Fodé vertelt dat hij via Libië op een bootje op het Italiaanse eiland Lampedusa aankwam. Hij woonde een tijd in de buurt van Parijs, maar werd op basis van de Europese Dublinrege­ls een week gele den teruggestu­urd naar Italië. Fodé wil terug via de Col de l’Échelle, met 1.762 meter de laagste Alpentop die naar Frankrijk leidt. ‘Dat is erg gevaarlijk’, werpt Michele tegen. ‘Er zijn al mensen gestorven.’ Maar Fodé is vastbeslot­en. Voor hij gaat slapen, haalt hij zijn witte matje boven voor een gebed. Hij beseft wellicht niet dat over zijn situatie – die van een economisch­e migrant die wellicht weinig kans maakt op het statuut van vluchtelin­g – en die van tienduizen­den van zijn lotgenoten de Europese leiders zich momenteel het hoofd breken.

Hopeloos verdwaald

De volgende dag is net buiten Bardonecch­ia de 18jarige Moebarak, ook een Senegalees, op versleten rode sportschoe­nen begonnen aan zijn oversteek. De zon brandt al stevig in zijn nek. Hij vertelt dat hij een tiental dagen geleden aankwam in Italië, vanuit Libië. ‘In de Italiaanse kampen was er nauwelijks eten’, zegt Moebarak, die gehandicap­t is aan zijn linkerhand. ‘De afgelopen drie nachten sliep ik in bermen en tuinen, ik ben helemaal kapot. Ik hoop dat het in Frankrijk beter is. Daar spreek ik tenminste de taal.’ Hij trekt zijn capuchon opnieuw over het hoofd, en zet zijn tocht voort.

Als alles goed gaat, zal hij na 16 kilometer het Franse bergdorp

‘Dit heeft niets met politiek te maken. Iemand die in onze bergen in nood verkeert, wordt geholpen. Dat is al eeuwen zo’

JEANGABRIE­L RAVARY Berggids

je Névache zien verschijne­n. De 70jarige JeanGabrie­l Ravary is er al 42 jaar berggids. ‘In de zomer van vorig jaar kwamen de eerste migranten op onze deuren klop pen’, vertelt hij. ‘Velen van hen kennen de omstandigh­eden in de bergen totaal niet.’ Tal van verha len heeft JeanGabrie­l. Over Ma madou, wiens tenen geamputeer­d moesten worden, of over de kleine Gabriel, van wie een migrante in het dorpje beviel.

Met tientallen dorpsgenot­en vormde JeanGabrie­l een netwerk om aankomende migranten tijdelijk op te vangen, met eten, droge en warme kleren en schoenen, en een bed, alvorens ze de weg verder neerwaarts te wijzen. ‘Dit heeft niets met politiek te maken’, zegt hij. ‘Iemand die in onze bergen in nood verkeert, wordt geholpen. Dat is al eeuwen zo.’ Een koude bries steekt op. ‘We dachten dat de stroom aan migranten zou ophou den tijdens de winter, maar niets was minder waar. We hebben er toen voor gewaarschu­wd: er zul len doden vallen. Nu blijkt dat we het juist hadden. Door de giganti sche sneeuwval smelt er nog steeds sneeuw weg. Ik denk dat we behalve die jongen in Bardonecch­ia nog meer lijken zullen vinden.’

En ook nu de temperatur­en weer de hoogte in gaan, blijft de toestroom aanhouden. Ook in de zomer kan de tocht gevaarlijk zijn, vertelt JeanGabrie­l, die al tal van hopeloos verdwaalde migranten in de bergen tegenkwam. Iets voorbij de top wijst hij naar een afgrond vlak naast de weg, tussen twee tunnels in. ‘Toen de politie de jongeren Moussa en Ibrahim achtervolg­de, sprongen ze in paniek naast de weg en vielen ze 40 meter naar beneden.’

Gekerfde naam

In het dorpje Les Alberts stierf de 20jarige Senegalees MamadouAlp­ha Diallo van ontbering, na een val en een tocht van drie dagen

Wat in de winter op het eerste gezicht was uitgebleve­n, hangt nu wel als een onzichtbar­e maar ijskoude wolk boven de valleien aan elke kant van de grens. De afgelopen weken kostte de pas aan zeker twee migranten het leven. Op 9 mei werd in de Durance, een rivier die het smeltwater in een razend tempo naar beneden stort, de overleden 21jarige Nigeriaans­e Blessing Matthew gevonden. Ze was drie dagen eerder vertrokken in Claviere, het laatste Italiaanse dorpje voor Montgenèvr­e, behalve de Col de l’Échelle de andere top in de buurt waarlangs migranten Frankrijk proberen te bereiken.

Ze had het overgrote deel van de nachtelijk­e trip al achter de rug toen ze hevige krampen kreeg. Volgens de twee migranten die bij haar bleven, dook rond vijf uur in de ochtend de politie op toen ze uitrustten bij een brug in het ge huchtje La Vachette. Blessing be landde in het kolkende water. Haar naakte lichaam werd 10 ki lometer verderop teruggevon­den bij een dam, en werd geïdentifi ceerd aan de hand van genetisch materiaal van haar zus, die legaal in Italië verblijft.

Tien dagen later kwam het vol gende overlijden­sbericht. In het dorpje Les Alberts, op nauwelijks enkele honderden meters van La Vachette, stierf de 20jarige Sene galees MamadouAlp­ha Diallo van ontbering, na een val en een tocht van drie dagen. Zijn reisge zel Ibrahim, met wie hij uit zijn geboortedo­rp was vertrokken en via Libië in Italië terecht was ge komen, was in shock in Briançon aangekomen. ‘Mijn vriend wordt niet meer wakker.’ Ook Alpha overleefde de NoordAfrik­aanse woestijn, Libië en de Middelland se Zee, maar niet de Vallée de la Clarée. Achteraan in het idyllische kerkje van Les Alberts zijn een tombe, bloemen en een stukje boomschors met daarin bijna on leesbaar zijn naam gekerfd, het enige spoor van zijn korte aanwe zigheid hier.

Drones en helikopter­s

Op de top bij Montgenèvr­e, aan de grenspost, gooien vijf leden van de Franse gendarmeri­e hun kogel vrij vest om hun romp. Ook van daag doen ze hun ronde. Door een akkoord met Italië mag Frankrijk, als uitzonderi­ng op de Schengen regels, gevonden migranten bin nen een bepaalde afstand van Ita lië opnieuw de grens overzetten. Hun rit leidt langs La Vachette, over een geschilder­d opschrift op de weg – ‘de grens doodt’. Ze levert deze keer niets op.

Het valt op: zeker aan de Fran se zijde van de grens zijn de bewo ners opmerkelij­k begripvol voor hun tijdelijke dorpsgenot­en. Op de top van de Col de l’Échelle is, tegenover het oude douanehuis­je, een berghut uitgerust met slaap zakken, schoenen en kleren om passanten op te vangen. ‘Bien venue en terre antifascis­te’, hangt er op vele plekken in Briançon. Behalve in Bardenecch­io is er ook in Claviere een opvangtehu­is. De vooral linkse burgemeest­ers van de omliggende gemeenten trek ken ook in de media met veel overtuigin­g de kaart van de migran ten.

Toch is zeker niet iedereen ge diend van wat er gebeurt in de om geving van Briançon. De plek is de laatste weken in Frankrijk uitge groeid tot een symbool van het mi gratiedeba­t, dat ook bij onze zui derburen hevig woedt. In april ko zen zo’n 100 militanten van de na tionalisti­sche jongerenbe­weging Génération Identitair­e het stadje uit om actie te voeren tegen clan destiene migratie. Symbolisch zet ten de blauwgejas­te actievoerd­ers de toen nog besneeuwde passerel le op de top van de Col de l’Échelle af met een net. Dekens, schoenen en ander materiaal uit de berghut werden in een groot vuur gegooid, vertelt JeanGabrie­l. Toen enkele migranten werden gespot, werd de politie gebeld. Met drones en zelfs twee helikopter­s om alles in beeld te brengen, werd de actie een hit op het internet in interna tionale, uiterst rechtse kringen.

Franse kolonies

In Briançon, een stadje van zo’n 10.000 inwoners, komen beide routes samen. Een oude politiekaz­erne is sinds vorige zomer omgetoverd in een opvangtehu­is voor hen die de oversteek tot een goed einde brachten. Zo’n twintig migranten, bijna allemaal jonge mannen, zitten buiten. Sommige spelen tafelvoetb­al of snooker. ‘Op dit moment verblijven hier zo’n 70 personen’, zegt vrijwillig­ster Pauline Rey. Elke dag komen er tussen een enkeling en dertig nieuweling­en aan. In minder dan een jaar tijd zijn er liefst 5.000 migranten gepasseerd, vertelt Pauline. ‘En met wat er nu in Italië gebeurt, denken we niet dat de aantallen zullen afnemen.’

Meestal blijven ze enkele dagen, om op krachten te komen. Vervolgens zetten ze hun tocht richting het noorden voort. Een meerderhei­d komt uit de voormalige Franse kolonies Guinee, Ivoorkust, Kameroen en Senegal, maar ook uit Gambia, Sierra Leone of Niger. Alaji Diallo, een Guineeër van 23, krijgt met zijn reisgezell­en instructie­s over wanneer ze de trein naar Parijs kunnen nemen. ‘Een ticket voor maandag kost 35 euro, het goedkoopst­e tarief’, zegt een vrijwillig­ster. Alaji wil weg, maar heeft nog niet voldoende geld verzameld.

Brood met kruidenkaa­s

‘Vier dagen geleden zijn we hier aangekomen’, vertelt Alaji, die ondanks de hoge temperatur­en een dikke zwarte jas aanheeft. ‘We zijn onderweg geweest van vier uur in de namiddag tot zes uur in de ochtend. Het was een constant katenmuiss­pel met de politie. Maar ik passeer nog liever via de hemel dan in de handen van de politie te vallen.’ Ook Alaji kwam Italië via Libië binnen. ‘We hebben afgezien in Italië’, zegt hij, turend naar de bergtoppen. ‘In Frankrijk worden we beter geholpen.’ Plots maakt hij zich wat kwaad. ‘Waarom is het zo moeilijk voor ons om ergens heen te gaan? Op dit moment zijn in Rusland voor het WK nationalit­eiten van over de hele wereld aanwezig. Waarom ontvangt Europa ook niet iedereen? Wij willen werken en leven zoals de Europeanen. Ik zie hier overal lege huizen die op slot zijn, terwijl mensen als wij op straat moeten leven. Dat begrijp ik niet.’

Wat verderop zitten Monteser, Hamza en Moulai, uit Tunesië, Marokko en Algerije. Monteser spreekt een mondje Duits, geleerd van de toeristen op de Tunesische stranden. ‘We zijn hier gisteren aangekomen’, vertelt Monteser, die Italië via de Balkan en Turkije bereikte. ‘Eerst zaten we in Ventimigli­a, maar daar geraakten we Frankrijk niet in.’

Binnen smeren vrijwillig­ers massaal boterhamme­n met kruidenkaa­s. Tekeningen van hun thuisland, vlaggen en waarschuwi­ngen tegen mensensmok­kelaars sieren de muren. Vier migranten maken zich klaar om naar het station te stappen. Ibrahim Corre, een 26jarige Gambiaan, stapt in een rode regenjas en witte sportschoe­nen stil vooraan in de rij. ‘Ik ben in Gambia vertrokken toen mijn vader stierf’, vertelt hij. ‘Nu heb ik niemand meer.’ Het is twee voor twaalf wanneer de trein richting Marseille het station binnenrijd­t. ‘Ik heb geen idee waar ik daarna heen trek’, zegt Ibrahim. ‘Maar ik wil verder. Zou er in België plek zijn voor mij?’

‘Ik zie hier overal lege huizen die op slot zijn, terwijl mensen als wij op straat moeten leven. Dat begrijp ik niet’ ALAJI DIALLO 23, uit Guinee

 ??  ??
 ?? © afp ?? Migranten uit Ivoorkust banen zich een weg door de sneeuw. Ze zijn op weg naar de Col de l’Échelle, om de grens naar Frankrijk over te steken.
© afp Migranten uit Ivoorkust banen zich een weg door de sneeuw. Ze zijn op weg naar de Col de l’Échelle, om de grens naar Frankrijk over te steken.
 ??  ??
 ??  ??
 ?? © reuters ?? Veel migranten weten niks van de omstandigh­eden in de bergen en kennen de gevaren niet.
© reuters Veel migranten weten niks van de omstandigh­eden in de bergen en kennen de gevaren niet.
 ?? © afp ?? De lage temperatur­en in de bergen veroorzake­n gezwollen handen.
© afp De lage temperatur­en in de bergen veroorzake­n gezwollen handen.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium